Rinus Sprong en Thom Stuart van De Dutch Don’t Dance Division hebben met Ballet Black & White weer een soepel lopende show neergezet met toegankelijk werk. Korte stukken, goede kostuums, simpele maar sterke toneelbeelden, humor, veel afwisseling. De meeste choreografieën zijn van Stuart, maar ook een paar vrienden dragen hun steentje bij.

Het eerste stuk van de veertien choreografieën van de avond ging in 2018 in première tijdens de finale van Holland’s Got Talent; het tweede op de avond zelf; het derde in het Moskou van 1877. Want wat komt er bij je op als je denkt aan ballet en aan zwart-wit? De zwarte en de witte zwaan uit het beroemdste ballet aller tijden. Na de pas de deux van een keurig pronkende prins en een elegante ballerina in een hagelwitte uitstaande tutu, met verantwoorde balletnamen als Iyamilé Ramos González en Clément Coudry-Herlin volgt een stervende zwaan op de muziek van Saint-Saëns. Maar dan gespeeld op een rammelende accordeon en met een in het zwart geklede man als zwaan. Met een clownsneus op.

Het is typerend voor hoe Rinus Sprong en Thom Stuart omgaan met de ballettraditie. Aan de ene kant putten ze ruimschoots uit de balletbewegingen en -clichés die we allemaal zo goed kennen – de benen en de dames moeten zoveel mogelijk de lucht in – en maken ze volop gebruik van de impact van het klassieke idioom en de mooie uitdossingen, aan de andere kant willen ze er graag de draak mee steken en het genre ontheiligen. Er wordt volop gesleept met lichamen en er treden nogal wat clowntjes op. Karel de Rooij (van Mini & Maxi) droeg het idee aan voor clowns tussen de rijen in de zaal. Later zorgen ze voor een vrolijk tableau op het podium.

Een andere lijn vormen de hommages aan verloren vrienden in de balletwereld. Armando Navarro (1930-2013) maakte een solo op een aria uit ‘Pagliacci’ van Leoncavallo die opnieuw is ingestudeerd. Thom Stuart eert Gérard Lemaître, decennia lang danser bij het Nederlands Dans Theater, op een door hemzelf gezongen chanson (‘Que reste-t-il de nos amours’) en Rinus Sprong maakt een rouwboeketje voor impresario Jacques Senf, die onlangs overleed. Het geeft de avond een melancholiek tintje.

Het zijn sympathieke acties. Net zoals de behoefte om ballet for the millions te maken. De afwisselende, laagdrempelige dansstukjes die beurtelings gericht zijn op imponeren, ontroeren, en vermaken. De dansers zijn van een redelijk kaliber; op het gebied van muzikaal gevoel bijvoorbeeld is er ruimte voor verbetering. DDDDD volgt niet slaafs de vluchtige trend die de tv-dansprogramma’s hebben gezet, maar ontsnapt er ook niet helemaal aan. DDDDD maakt toegankelijk en verzorgd ballet dat aangenaam is om naar te kijken en niet lang blijft hangen.

Foto: Studio Oostrum