Introdans Ensemble voor de Jeugd viert zijn vijfentwintigjarig jubileum met drie stukken van Jiří Kylián, wiens werk in 2014-2015 alleen bij Introdans te zien zal zijn. Het Arnhemse dansgezelschap presenteert in theaterseizoen 2014-2015 vier programma’s: Meesterschap, Modernlive, Jarig en Feest. Introdans opent het seizoen in september met het vierluik Meesterschap, dat volledig in het teken staat van choreografen Nils Christe en […]
In haar nieuwe programma toont Introdans een aantal werken rond de muziek van Johannes Sebastian Bach. Bestaande en bewerkte choreografieën sieren de avond. Speciaal voor dit programma ontwikkelde choreograaf Manuelle Vignoulle het wat illustratieve Anima. Moet je de muziek van Bach wel dramatiseren? Dat zijn kracht vooral in de mathematiek zit, heeft choreograaf Andonis Foniadakis heel goed begrepen.
Bach vanuit ‘verschillende perspectieven’; dat is de insteek. De avond van Introdans kent meerdere werken: één nieuw werk, twee films en twee oudere stukken. Als het gaat om het hernemen van bestaande choreografieën heeft Introdans wel een naam. Dan denk ik vooral aan het bijzondere werk van Lucinda Childs, dat enkele jaren geleden werd opgevoerd; het is soms net zo mathematisch als de composities van Bach. In die mathematiek zijn de dansers van Introdans dus wel getraind. Corpus Bach van Sidi Larbi Cherkaoui en Nicolas Vladyslav, waarmee de avond opent, is een extract uit het avondvullende werk dat de twee in 2005 creëerden onder de vlag van het Vlaamse les ballets C de la B. Het duet is bewerkt tot een mannenkwartet van vijftien minuten.
Licht, live-muziek en bewegingen vormen een dialoog in deze ultra-compacte herbewerking. Harmonie en ritme wisselen elkaar af in vier uitgekiende danssecties. Ze eindigen met indrukwekkende acrobatische poses. Cellist Detmar Leertouwer geeft zijn eigen – gaandeweg mooi schurende – interpretatie van vier ‘Cello Suites’ van Bach, terwijl zijn instrument een bijzondere rol krijgt toebedeeld in een geestig intermezzo. Het fameuze spel met de handen en armen – waarin dansers met de bewegingen van de cellist aan de haal gaan – is visueel aantrekkelijk, maar ook schetsmatig nu de dialoog tussen danser en muzikant amper een kans krijgt. Daarvoor is deze versie van Corpus Bach simpelweg te kort.
In de film The Volume in the Flatness laten Jurriën Schobben en Alberto Villanueva, beiden ook dansers van het ensemble, zich inspireren door het persoonlijke leven van componist Bach. In een grillige compilatie van beelden gaan lichaam en object in dialoog. We zien fragmenten van dansers verstrikt in elastieken, flitsen van ensemblewerk worden versneden met close-ups van gezichten en een groot kantelend object. Een introductietekst leidt ons in de emotionele chaos in het hoofd van een kunstenaar. Gedachten die we eigenlijk allemaal wel herkennen, in ieder van ons schuilt bij tijd en wijle wel een worstelende ‘Bach’. Maar of we ook zulke virtuoze dansers zijn, dat is wel een vraag. In een korte zwart-witfilm portretteert Inge Theunissen het dansersensemble in repetitie. En zo is de avond compleet. We kijken niet alleen in het hoofd van Bach, maar ook in de repetitie.
De nieuwe choreografie Anima van de Franse choreograaf Manuelle Vignoulle (ook actief voor Het Nationale Ballet) is een ensemblewerk. Flarden van composities van Bach worden aan elkaar geregen in een fragmentarisch werk dat start en eindigt met het gehele ensemble. Onder blauwe suits met colberts komt een vleeskleurige body tevoorschijn met rode vlekken. Ze transformeren tot een patroon van aderen die gekoppeld zijn aan het hart (ook het kostuumontwerp is van Manuelle Vignoulle). Een solo wordt een ‘hanenkamp’ om vervolgens te transformeren tot een lyrisch duet met een zwevend alter-ego. Anima is een wat psychedelisch werk, soms plat gechoreografeerd op de muziek, soms gelukkig ook meer gelaagd qua beweging. Houvast biedt de wisselwerking tussen de twee kostuums, die de buiten- en binnenwereld symboliseren. Maar dat illustreert helaas ook meteen wat de choreografie vertelt.
Zo verstild als de avond begint, zo intens en dynamisch eindigt het, met het ensemblestuk Selon désir van Griekse choreograaf Andonis Foniadakis uit 2003. Het zijn dan ook meteen de twee hoogtepunten van deze eclectische avond. Centraal staan de monumentale openingen van de Matthäus- én de Johannes-Passion, wat volgt is weer die heerlijke mathematiek van Bach – nu in een complex ensemblestuk verweven. Rokjes wapperen overvloedig in de wind van bewegingen. Tegenover de bombastische muziek (die hier en daar electronisch is bewerkt) zetten de kleurige kostuums van Marion Schmid hun frivole toon. Een prachtig werk is het, met een hoofdrol voor de flow. Het drama wordt vastgelegd in enkele tot de verbeelding sprekende stills, waarin we in één ogenblik het grote lijden kunnen lezen.
Leven en lijden, Selon désir vat het samen in tweeëntwintig minuten wervelde dans. Graag een uur van dit soort pracht! Jammer blijft het toch, dat grote dansgezelschappen blijven hangen in de veelvoud van ‘korte nummers’. Dat kan ook anders.
Foto Hans Gerritsen – Anima
Hieronder nog een aanvulling op mijn laatste opmerking deze recensie, die wil ik langs deze weg graag nog onderbouwen. Veel grote dansgezelschappen tonen programma’s met korte stukken. Het gevaar van een dergelijk programma is, dat choreografieën met elkaar worden vergeleken en de beleving vooral gaat over al die input. Een voorstelling van een uur of meer vraagt iets anders van een publiek; we worden meegenomen, gaan ergens doorheen; we beleven verschillende stadia daarin. Contemplatie, verveling en afwezigheid mogen daar onderdeel van zijn; ook dat heeft effect op een beleving. Ergens aandacht voor moeten hebben of opbrengen, ergens doorheen gaan; ook dat is onderdeel van beleving (en van het leven). Ook het uitgeputte lichaam, het imperfecte lichaam mag er deel van zijn. Dans gaat niet alleen over schoonheid. Ik schrik eigenlijk van mijn eigen opmerking; wat een pracht! Daarmee trap ik ook in de valkuil van de esthetische waarde. Ik zie graag dat de grote Nederlandse dansgezelschappen zich durven te wagen aan grotere c.q. langere avondvullende werken; een choreograaf als Sidi Larbi Cherkaoui kan dat en met hem vele anderen. Een thema of onderwerp heeft dan ook veel meer kans om werkelijk aan te komen.
Ik ben er geweest (in Doetinchem) en het was een complete verkwisting van tijd en geld. De enige die nog iets van een applaus verdiende was de cellist die echt zijn best deed. Verder was het een verschrikkelijke vertoning die JS Bach totaal aanrandde. Als Bach je enigzins lief is dan is dit echt een afrader.