Tot zijn eigen verbazing scoorde Jeffrey Spalburg de zomerhit van 2013 met Hengelo-o-o, inmiddels al goed voor bijna anderhalf miljoen hits op YouTube. Ook de remix Paramaribo-o-o deed het goed. Wat heet: vijf weken op de eerste plaats in de Surinaamse hitlijsten. Een ‘baas’ werd hij genoemd en alle landelijke dagbladen hadden opeens aandacht voor hem. Maar wat betekenen die hits en wat is een baas tegenwoordig eigenlijk nog?

Het inspireerde Jeffrey Spalburg tot zijn vierde avondvullende voorstelling, na Brommers kiek’n, Spiekerboks en Thuus. Ja, Spalburg heeft iets met Twente. Niet verwonderlijk, want hij is geboren in Hengelo. En al woont hij al meer dan twintig jaar in het westen en is hij landelijk vooral bekend van zijn werk met Jörgen Raymann, je kunt de Tukker wel uit Twente halen, maar Twente niet uit de Tukker. Dat leverde hilarische shows op, juichend ontvangen van Bijlmer tot Paramaribo, van Hengelo tot… eh, nee, niet Enschede natuurlijk.

Net als in die eerdere voorstellingen schakelt Spalburg in Baas moeiteloos tussen plat en ABN, tussen Surinaams-Nederlands en bekakt en speelt hij volop met de vooroordelen die aan de verschillende bevolkingsgroepen kleven. Ook ditmaal toont Spalburg zijn skills als human beatboxer en ook ditmaal gaat het veelvuldig over de verschillen tussen mannen en vrouwen. Maar meer en meer vervalt Spalburg daarbij in herhaling. Dat we allemaal zo druk zijn. Dat vrouwen willen praten en mannen maar één ding willen: rust. Sommige grappen komen zelfs vrijwel letterlijk uit eerdere shows of bieden hooguit een kleine variatie. Nu wil zijn vriendin niet een hapje van zijn eten, maar zijn koekje bij de koffie terwijl zij rosé had besteld.

Ook met het openingsnummer Onniedan (de Twentse variant op ‘ja toch’) borduurt Spalburg voort op het succes van Hengelo-o-o terwijl de verhalen over zijn zoontje vergelijkbaar zijn met die van elke ouder en de diepere laag missen van het verslag in Thuus over een gezamenlijke reis naar Suriname.

Natuurlijk, je kunt niet eindeloos blijven vertellen over je jeugd als zo’n beetje de enige Surinamer met Twents bloed, hoe ‘onmeunig mooi’ Spalburg dat ook kan. Maar wat daarvoor in de plaats komt mist scherpte. Ronduit slaapverwekkend is zijn tirade tegen overbodige verkeersborden, net als het gemopper over verkeersboetes. Na een reeks voorspelbare grappen over milieufanaten vertelt Spalburg over hoe op klaarlichte dag bij hem werd ingebroken. ‘Wat is nou belangrijker? Veiligheid of het milieu?’ vraagt hij de uitverkochte zaal en krijgt het verwachte antwoord.

Een persiflage op de gemiddelde VVD-stemmer? Zijn imitatie van Guido Weijers?

Spalburg laat het in het midden en van de actualiteit moet hij het sowieso niet hebben, getuige zijn beroerde imitatie van Mark Rutte aan het begin van de voorstelling.

Spalburg is een vakman met enorme ervaring, waardoor hij zonder moeite vijfenzeventig minuten weet te vullen. Maar ervaring en vakmanschap leiden in Baas tot gemakzucht.