Eigenlijk begint de voorstelling al in het café. In het midden van de begane grond van het café van Frascati staat een groepje mensen. Ze komen niet van buiten en hebben ook geen jas aan, maar als je niet oplet zie je dat niet. Wat wel opvalt is dat ze niet zoals de meeste mensen in het café druk in gesprek zijn. In plaats daarvan kijken ze om zich heen, met een open blik, niet bang om oogcontact te maken. Maar zelfs als je ziet dat een aantal van hen een set oordopjes draagt, denk je niet dat ze al aan een performance begonnen zijn.

De meest constante factor in de voorstelling Ba-deedly-deedly-deedly-dum ba-boop-be-doop! van Maria Jerez is een serie geluiden die ongeveer klinkt zoals de titel. Die worden weliswaar vergezeld van bewegingen – gesleep met stoelen, geloop met een ladder en gerol met een Perzisch tapijt – maar dat is allemaal bijzaak. Wat vooral de ruimte vult zijn de geluiden die uit de monden van de performers klinken. Zij spreken deze niet bewust uit, maar fungeren meer als een doorgeefluik, een versterker wellicht, voor dat wat ze via hun oordopjes horen.

Af en toe onderbreken ze de geluidenstroom voor iets dat lijkt op een dialoog. Er worden zinnen uitgesproken, over de liefde, over een monster, over een militair verleden. Het publiek zoekt vergeefs naar narratief, of op zijn minst naar een summiere hint van persoonlijkheid in de acteurs.

Maar de teksten lijken volkomen los te staan van de handelingen die op en rondom het podium gebeuren. Een dramatische monoloog over het afzetten van de taximeter, waarbij Jerez roept ‘I don’t care if I have to pay, I’m doing it’, gaat vergezeld met het gooien van bloemen naar het publiek. Bij de zin ‘It’s disgusting how much I love you’ wordt een slagroomtaart aangesneden.

De absurdistische combinaties tussen handeling en tekst zetten je aan het denken over de onzin die je uit kunt kramen. Iedereen heeft zichzelf weleens betrapt op het overnemen van een Amerikaanse uitdrukking uit een film of serie. Ben je nog in staat oprecht te communiceren als je tjokvol zit met dit soort taal en beelden? En in hoeverre worden de emoties die we voelen eigenlijk bepaald door het taalgebruik dat Hollywood ons voorspiegelt? Jerez heeft een heel interessante aanpak gevonden om deze vragen aan de kaak te stellen, alhoewel de fysieke handelingen en ook de eventuele verbanden daartussen meer uitgewerkt hadden mogen worden.

Als het publiek eenmaal doorheeft dat de performers nooit karakters zullen worden, maar slechts een vertolker zijn van de tv- en filmtaal die wij allemaal in een soort Jungiaans reservoir tot onze beschikking hebben, dringt zich de vraag op wat nog echt is. Het antwoord daarop komt van de voorstelling zelf, die eindigt met het uitdelen van taart aan het publiek. Zo wordt de bubbel waarin de performers zaten gebroken en ontstaat er, net zoals eerder in het café, een weliswaar ongemakkelijk maar toch oprecht contact.