Een vrouw alleen aan een lange witte tafel. Fles wijn onder handbereik, vaas met bloemen voor de gezelligheid. A capella zingt ze het Franse liedje ‘Tout dit’: alles is gezegd. Het is een treurig liedje, ‘J’ai rompu le charme’: ik heb de betovering verbroken. Het openingsbeeld van muziektheatervoorstelling Azul van Marlies Ruigrok is sterk. Jammer dat ze die spanning en helderheid niet volhoudt.

Marlies Ruigrok studeerde vorig jaar af aan de Fontys Hogeschool voor de Kunsten. Met Azul levert ze haar eerste volwaardige eigen voorstelling af. Anders dan haar aankondiging doet vermoeden, is Azul geen kleinkunstachtige muziektheatervoorstelling. Ruigrok is vooral een begenadigd zangeres, haar stem heeft een groot bereik en weet met alle genres raad, van Franse chansons en The Great American Songbook tot Spaanse ballades.

In een blauw broekpak met open rug (kostuum: Tineke van den Berg) en op blote voeten zingt ze haar longen uit haar lijf. Ze wordt daarbij begeleid door een ijzersterk trio van musici. Peter Keijsers op tuba. Andrea Vasi op piano. Arend Niks op slagwerk levert met zijn stokjes en kwastjes met minimale bewegingen een essentiële bijdrage aan het geluidsdecor. Met zijn falset neemt hij nu en dan de tweede stem voor zijn rekening en klinkt dan bijna als een vrouwelijke achtergrondzanger. Samen creëren Ruigrok en haar musici een intieme, nachtclubachtige sfeer.

In haar opzet is dit een veelbelovende voorstelling. Probleem is dat het maar geen samenhangend geheel wil worden. Hoewel Ruigrok soms gesproken tekst heeft, in sketch-achtige intermezzi tussen liedjes door, lijken die teksten geen verband met elkaar te houden en ze verbinden ook de liedjes niet met elkaar. Daardoor mist de voorstelling een rode draad. De liedjes staan ieder op zichzelf, het is niet duidelijk wat en of ze iets met elkaar te maken hebben.

De gesproken intermezzi gaan over de meest uiteenlopende zaken. Over iemand die (te jong) sterft aan kanker. Over iemand die overweegt zelfmoord te plegen. Over reizen. Zijn dit persoonlijke verhalen? Gaan ze over Ruigrok zelf? Ze schreef ze zelf, maar gaan ze ook over haar?

Ik zit aldoor te raden waar ze heen wil, waar haar teksten over gaan, wat ze wel of juist niet wil meedelen. Waar de liedjes over gaan, en of ik ze (her-)ken of hoor te kennen. Ruigrok geeft geen aan- of afkondigingen bij haar liedjes. Ze zingt in vijf talen: Nederlands, Engels, Duits, Frans en Spaans. Dat betekent dat het publiek een flink deel van de teksten niet zal begrijpen. We weten dus niet wat ze zingt, niet waarom ze het zingt. En ook niet van wie de liedjes zijn. Een liedje klinkt Lou Reed-achtig, nu en dan klinkt Ruigrok als Patti Smith, of als Kate Nash. Een enkel Duitstalig liedje over een jonge prostituee draagt in zijn arrangement zo duidelijk de signatuur van Kurt Weill dat dat wel te raden is. Ruigrok heeft overigens zo’n fraaie zangstem dat het een genot is naar haar te luisteren.

Ruigrok heeft een expressief lijf, een expressief gezicht, een expressieve stem. Regisseur Ruut Weissman laat haar echter voortdurend rode rozen rood verven: ze beeldt precies dat uit wat ze ook al zegt of zingt. Strooien doet ze met twee handen door de lucht, een boek lezen illustreert ze door haar handen tegen elkaar te houden, als een opengeslagen boek. Dansen met iemand die dik is, doet ze met breed uitgespreide armen. Wijsman laat haar geen ruimte om in haar spel commentaar te geven op de teksten, er tegenin te spelen. Ze mag alleen onderstrepen wat ook al in de tekst staat. Voorbeeld: hoewel ze twee liedjes zingt over prostitutie, is er geen ruimte voor eventueel cynisch commentaar daarop.

Ruigrok deed eerder de opleiding tot muziekdocent. Ze speelde bij muziektheaterhuis Kwekers in de Kunst en is zangeres in Theaterkoor Dario Fo. Ruigrok is een sterke theatrale persoonlijkheid, een mooi talent. Je gunt haar iemand die haar materiaal aanlevert met een kop en een staart en daar tussenin een rode draad. En een regisseur die haar inspireert haar talent in te zetten voor contrasten in de expressie van emoties.