Schrijver, regisseur en muzikant Mark Arends zet met At the end of everything else een klimaatvriendelijke voorstelling neer, die zichzelf letterlijk draaiende houdt door middel van fietsen die de benodigde energie opwekken. Zonder de inspanning van het team, vallen de lichten uit en zouden we dus niet kunnen genieten van het poppenspel, de animaties en de muziek. Gelukkig blijven de pedalen de hele voorstelling draaien. Want als ze ook maar even stoppen met fietsen dan zou de droom die tijdens deze voorstelling zo zorgvuldig wordt opgestart en waargemaakt, uiteenspatten.

De verhaallijn is simpel; na de dood van haar moeder blijft Icka alleen achter met haar vader, die vooral haar moeder mist. Hierdoor zijn de dagen van Icka vooral gevuld met wakker worden, ontbijten, school, naar huis fietsen door het park, eten en naar bed gaan. Dit alles verandert als ze zich ontfermt over het eenzame vogeltje Tito. Icka leert hem vliegen en Tito blijft haar elke dag bezoeken. Als Tito op een dag niet meer terug komt, moet Icka een probleem oplossen dat groter is dan zijzelf. Een reis die beroep doet op al haar creativiteit.

Zo simpel en compact als het verhaal is, zo ingenieus, kwetsbaar en ingeleefd is de uitwerking met animatie, poppenspel, schaduw en muziek. Het poppenspel (John Horabin en Penny Layden) – dat gebruik maakt van schaduwen óp animatiebeelden – grijpt vanaf het eerste moment je aandacht en laat deze niet meer los. Eigen lichaamsdelen maken de schaduwen helemaal perfect. Ze zijn zowel mysterieus als spannend, van begin tot eind.

De zacht ratelende, energie opwekkende fietsen op de achtergrond doen denken aan een oude film of een diaprojector, waarvan je weet dat als het geluid stopt, alles donker wordt en de beelden wegvallen. Deze vorm van samenwerking in combinatie met milieubewust bezig zijn, zit niet alleen in de vorm maar ook in het verhaal verweven. Het jonge publiek wordt bijgebracht hoe schadelijk plastic kan zijn en hoe belangrijk samenwerken is. Deze eenheid van vorm en verhaal sluiten naadloos op elkaar aan, zonder een één op één boodschap te worden.

Hoe jammer is het dan ook dat de bordjes met verhalende tekst en de attributen met woorden zoals ‘bird-seeds’ niet vertaald zijn maar wel getoond worden, wat tijdens de voorstelling voor vragen zorgt bij het jonge publiek.

De door animatie (John Horabin en Penny Layden) en illustratie (Alberta Torres) vormgegeven landschappen ondersteunen het poppenspel op een filmische manier waardoor de voorstelling voelt en klinkt als één lange droom, onder de begeleiding van gitaarmuziek waar menig film jaloers op zou zijn. Voeg hier de stem van Cezanne Tegelberg aan toe, die voor deze Nederlandse vertaling de stem van Icka live inspreekt vanaf een van de fietsen, en je kan niet anders dan wegdromen. At the End of everything else is een dramaturgisch hoogtepunt, de droom waar je wijzer uit ontwaakt, ongeacht leeftijd.

Foto: Simon Bedford