Brutaal worden verteller Jacques Vriens en dirigent Arjan Tien, die net de eerste maten van Prokofjevs Cinderella inzet, onderbroken door Assepesters Eva van der Post en Marieke Giebels. Leuk hoor, die inleiding, maar zij doen toch ook mee? Wie denkt die ‘zak frites’ wel niet dat hij is? ‘Een beetje dik doen met je philharmonie zuidnederland’, klinkt het snerend. Nee, Assepoesters Assepesters is geen regulier lustrum- of familieconcert, en al evenmin een reguliere ballet- of theatervoorstelling.

Lustrumconcerten van een groot symfonieorkest worden doorgaans gebruikt om eens flink uit te pakken met een opdrachtcompositie, een beroemde solist of een werk dat een zo groot mogelijke orkestbezetting verreist. Familieconcerten kennen regelmatig juist een kleine bezetting, waarbij getracht wordt ook kinderen bij de muziek te betrekken. Bij de eerste speelt prestige een grote rol, bij de tweede laagdrempeligheid die soms resulteert in vooral willen uitleggen.

De vijfjarige philharmonie zuidnederland (ontstaan uit de gedwongen en niet altijd even soepel verlopen fusie van de orkesten in Limburg en Brabant) pakt het anders en met verfrissend jeugdig elan aan. Voor Assepoesters Assepesters werkt het orkest niet alleen samen met kinderboekenschrijver Vriens, maar ook met het Limburgse jeugdtheatergezelschap Het Laagland, zonder concessies te doen aan de grote orkestbezetting die Cinderella vereist, zonder ook maar een moment iets uit te willen leggen over de muziek en met alle ruimte voor de spelers van Het Laagland.

En het werkt. Je ziet bij de vijfjarigen (die gratis naar binnen mogen) nog net niet de mond openvallen als een compleet symfonieorkest de prachtige muziek inzet die Prokofjev schreef voor de binnenkomst van Assepoester op bal, je ziet ze daadwerkelijk terugdeinzen als het orkest dubbelforte het tikken van de klok richting twaalf uur verklankt. Maar ze gaan bovenal op in dat verhaal dat ze maar al te goed kennen.

Het helpt natuurlijk dat de muziek juist door het overbekende sprookje al meer dan voldoende aanknopingspunten biedt, en daardoor ook gemakkelijk sprongetjes kunnen worden gemaakt. Vermakelijk zijn daarbij de milde actualiseringen. De vader van Assepoester zoekt zijn nieuwe vrouw via Tinder, de fee is een man met een baard gezonden door een hoofdkantoor (‘wij gaan met onze tijd mee’), het bal wordt rechtstreeks op tv uitgezonden. Mooi is hoe de bijfiguren (allemaal gespeeld door Vriens) zo meerdere malen ook subtiel commentaar leveren op het verhaal en de prins zelf uiteindelijk vooral geen koning wil worden.

Minder subtiel is niet eens het pestgedrag van beide Assepesters, zij maken geen onderscheid en pesten iedereen, ook elkaar, maar vooral de moeder (die net als de juist onzekere prins overtuigend wordt gespeeld door David Lucieer) die beiden angst inboezemt en de zweep niet schuwt. Het verband wordt niet expliciet gemaakt, maar de suggestie is zeker voor alle volwassenen in de zaal duidelijk. Een slimme vondst is dat in deze bewerking het enige personage dat juist niet uitvergroot wordt het eigenlijke hoofdpersonage zelf is. Lore Dijkman speelt Assepoester zoals we haar denken te kennen uit het sprookje, pas aan het eind toont ze haar speelse en meer plagerige kant.

Regisseurs Lennart Monaster en Joris Nassenstein maken daarbij optimaal gebruik van de beperkingen die het podium in een concertzaal met zich meebrengt. Veel meer dan een tafel, enkele stoelen, een bed en rolkoffers vol stof hebben zij niet nodig om iedereen een vol uur van links naar rechts, van voor naar achter te laten kijken en alle strijkers moeten gewoon even opstaan om ruimte te maken voor de balscène. En wie had ooit bedacht dat je je in zo’n compleet symfonieorkest gemakkelijk ongezien kan verkleden?

In 2024 viert philharmonie zuidnederland de tiende verjaardag. Na deze geslaagde Assepoesters Assepesters hoop ik nu al dat dan voor iedereen ouder dan tien opnieuw de samenwerking gezocht wordt met het andere jeugdtheatergezelschap in Zuid-Nederland: Theater Artemis. Al zou het maar zo kunnen dat er dan juist wel een verteller staat die alles weet, maar dat geen musicus nog zijn eigen instrument bespeelt en het een lustrum wordt waarin hopelijk geen noot klinkt.

Foto: Focuss 22