Is de Eerste Golfoorlog, die begon op 17 januari 1991, het begin van een nieuw tijdperk in de internationale orde? Vóór 1989 bepaalde de Koude Oorlog de relaties tussen West en Oost en de wereldpolitiek, sinds 1991 zijn dat de gespannen verhoudingen tussen het westen en de Arabische wereld. Of begon het allemaal al bij de stichting van de Israël in 1948? Of misschien toch al tijdens de Kruistochten? Het zijn een paar van de vele vragen die tijdens het gesprek over een gesprek gesteld worden, een praatstuk over diplomatie, geopolitiek, geheimhouding, loyauteit, plichten.

April is een fictief gesprek over een gesprek dat een dertigtal jaren eerder heeft plaatsgevonden. April Glaspie, de toenmalige Amerikaanse ambassadeur in Irak, sprak op 25 juli 1990 met Saddam Hoessein, de toenmalige president van Irak. Ook de Iraakse minister van Buitenlandse zaken Tariq Aziz was daarbij aanwezig. Het gesprek duurde twee uur. Of is het anderhalf uur? Het is in ieder geval een feit dat een paar dagen nadien, op 2 augustus, Hoessein met zijn legers Koeweit binnenviel en de kleine oliestaat annexeerde.

Wat is daar nu precies gezegd geweest? Dat probeert theatermaker/auteur Willem de Wolf in zijn theatertekst te achterhalen, via het personage van een journalist. Hij creëerde een fictieve ontmoeting onder gespreksleiding van de journalist tussen April Glaspie en Tariq Aziz een dertig jaar later. Fictief, want Aziz was al gestorven in 2015 en Glaspie heeft sinds haar verklaring voor het Amerikaanse congres in 1991 zichzelf compleet het zwijgen opgelegd over haar ontmoeting met Hoessein.

De journalist probeert in dat nieuwe gesprek te achterhalen wat er echt gezegd is. Heeft April laten verstaan dat de VS niet zouden ingrijpen als Irak Koeweit zou binnenvallen? Of heeft Hoessein dat al dan niet opzettelijk verkeerd begrepen? Zijn er vertaalfouten gemaakt? Het blijft bij speculaties. Tariq Aziz en April Glaspie willen in de tekst van De Wolf de historische ontmoeting in een veel ruimer kader plaatsen. Ze gaan dieper in op de mondiale gevolgen van die ontmoeting en de daarop volgende Eerste Golfoorlog, en later de Tweede, het ontstaan van Al Qaeda, de IS, de aanslagen in New York, Londen, Madrid en Brussel. Wat was en is de rol van de media (CNN zond de Eerste Golfoorlog 24/7 live uit)? Wat was en is de impact van geheime diplomatie op het individuele gemoed?

Het gesprek over het gesprek groeit uit tot een uitgebreid en doordacht discours met de nodige reflecties en nuanceringen, met ontkrachting van Westerse en Arabische vooroordelen, met respect voor elkaars standpunten, met argumenten en feiten, met luisterbereidheid en zonder verbaal geweld. Een discours dat de Twitter-politiek van nu overstijgt. Dramaturg Erwin Jans geeft in zijn inleidende tekst aan dat ‘een pleidooi voor nuance’ een mooie ondertitel zou zijn voor April.

Dit praatstuk heeft niet als titel ‘gesprek over ….’ maar de voornaam van het hoofdpersonage. Want onder al de spitsvondige, rationele, eloquente, spitante dialogen (wat een tekst van Willem de Wolf!) zit de innerlijke strijd van de antagonist. Het personage April worstelt met zichzelf. Zij heeft als diplomate zwijgplicht. Zij vertegenwoordigt de Verenigde Staten met zijn president, zijn partijen, economische en politieke belangen. Over haar diplomatie mag zij inhoudelijk niets zeggen. Dat moeten zwijgen en tegelijkertijd de VS moeten vertegenwoordigen (= verdedigen) verweeft De Wolf in zijn tekst tot een dramatisch conflict dat in April woekert. Het zijn die dilemma’s die het personage April tot een personage uit een Griekse tragedie maken.

De enscenering van dit stuk is duidelijk van de hand van regisseur Guy Cassiers. Ook nu gebruikt hij beeldschermen. Achter gordijnplooien zien we vage koplampbeelden als een illustratie van de tocht die Glaspie aflegde naar het paleis van Hoessein, aan de andere kant van het toneel is een videoscherm waarop we beelden geprojecteerd krijgen van de echte Hoessein, Aziz, Glaspie, oorlogsfragmenten van CNN en het Amerikaans Congres.

Ook nu speelt het licht (Fabiana Piccioli) een belangrijke rol, zeker als er van achter de deur een kier van licht binnendringt. Ook nu is het vooral praten. Af en toe gaat April achter de gordijnen aan een open venster een sigaretje roken, af en toe staat de journalist op om een foto op het beeldscherm te brengen, af en toe loopt Aziz rond de bank en de fauteuils om zijn woorden kracht bij te zetten. De zitplaatsen staan op een plateau dat af en toe draait en dan weer stilstaat. Alles verloopt traag esthetisch. Ook nu regisseert Cassiers topacteurs: Katelijne Daemen, Sabri El Hamus en Eelco Smits. Katelijne Daemen is de diplomate April die ook Arabisch sprak en dat doet zij ook een paar keer met Sabri El Hamus.

Probleem voor mij was echter mijn slechte plaats in de Antwerpse Bourla-schouwburg. De voorstelling was een coronaproof ’test-event’, het getest publiek zat met mondkapjes heel verspreid. Ik zag vanaf de zijkant van het eerste balkon maar drievierde van het podium. Om de videobeelden op het gordijn te ontwaren, moest ik over het balkon leunen, om de vertaling van de Arabische tekst te kunnen lezen moest ik mij nog verder vooroverbuigen. Mimiek werd ik niet gewaar, en ook de verstaanbaarheid op die plek was niet al te best. Het luisteren naar de grote hoeveelheid tekst vergde veel concentratie. Kortom, het was best wel een vermoeiende zit. Ik ben blij dat ik nu de tekst heb, om alles rustig na te lezen, en alle argumenten en wijsheden tot mij te laten doordringen. Die tekstpublicatie is in één band in het Nederlands én in het Arabisch.

Foto: Kurt van der Elst