Anton de Kom, Surinamer, verzetsstrijder, schrijver, anti-kolonialist en nog meer is nu beroemd vanwege zijn veelgeprezen boek Wij slaven van Suriname. Daarin benadert en beschrijft hij het kolonialisme en slavernijverleden van Nederland vanuit menselijk perspectief en gevoel. Je wordt gewaar van de onmenselijkheid en economische uitbuiting door Nederland uit die periode, een geschiedenis die vandaag nog onderdrukt wordt. Maar het boek toont ook de schoonheid, waardigheid en kracht van de tot slaaf gemaakten, de gekoloniseerde mensen en hun land Suriname.

In het theaterstuk Anton, mijn vader heeft dit boek een enorme invloed op bevolkingswetenschapper Doris Sabajo, een zwart weeskind ut Suriname. Haar pleegouders zijn Jeff en Mia van Dijk. Doris woont en werkt in Nederland. Haar proces van verandering dat het boek teweegbrengt maak je mee. Dit zal voor veel nazaten van tot slaaf gemaakten en gekoloniseerden herkenbaar zijn, zowel in Nederland als in Suriname.

Het decor is eenvoudig: aan de achterkant in het midden een projectiedoek, daarvoor een sofastoel met bijzettafeltje. Op een korte staander een boek met de titel ‘Op zoek naar morgen’. Verder links een oude kist bedekt met een gevouwen traditionele doek, een soort altaar, met daarop een traditionele Afrikaanse Surinaamse hoofddoek, een anyisa, als een symbool van de eigenheid en waardigheid van de Afrikaans Surinaamse cultuur.

Rechts is een instrumentenopstelling voor Walther Muringen, die afwisselend met trompet, zang en drums de teksten van hoofdrolspeelster Urmie Plein begeleidt of accentueert. Deze muzikale begeleiding maakt dat het verhaal gedoseerd binnenkomt

Centraal is er de metafoor van het weeskind Doris die haar biologische ouders niet kent en constant met haar pleegouders in de clinch ligt. Ze willen haar dwingen in een keurslijf van je aanpassen aan Nederland en zwijgen over racisme en onrechtvaardigheid die jou is aangedaan. Niet weten waar je echt thuis bent of wie je als mens bent, noch van buiten, noch van binnen. Ontheemding.

Als je je hele leven bent opgevoed met de boodschap dat alles wat wit en Hollands is superieur is aan alles wat zwart, gekleurd of kolonie is, dan gaat dat in je onderbewustzijn een leven leiden. Als je wordt opgevoed in een samenleving waarbij je niet je eigen oorsprong of geschiedenis kent, maar vooral negatieve boodschappen en witte gezichten daarover meekrijgt wordt je geestelijk ontheemd. Het is een onbestemd gevoel waarbij je gewoon kunt functioneren in de samenleving en er ook redelijk ver mee kunt komen, zoals Doris, maar waar je niet de vinger op kunt leggen en waarvan je je niet eens bewust hoeft te zijn.

Parallel vervlochten met het verhaal van adoptiekind Doris loopt het verhaal van Anton de Kom. Via citaten uit zijn boek Wij slaven van Suriname leert Doris over het onrecht tegen Anton, haar volk en haar geschiedenis. Zaken die al jaren verzwegen worden in de samenleving, terwijl je voelt dat er iets niet klopt. Het boek wordt een persoonlijke educatie en opvoeding voor Doris, die voelt als een warme omhelzing van haar ‘vader’ Anton de Kom.

Het heeft lang geduurd voor ik mijzelf geheel van de obsessie bevrijd had, dat een neger altijd en onvoorwaardelijk de mindere zijn moest van iedere blanke.

Geen volk kan tot volle wasdom komen, dat erfelijk met een minderwaardigheidsgevoel belast blijft.

Uit Wij slaven van Suriname 

In haar fantasie ziet Doris paralellen met haar eigen situatie. Zo vergelijkt ze het feit dat haar pleegvader haar in een kast opsluit omdat ze Antons boek niet wil afgeven met de gevangenschap van Anton de Kom door de koloniale overheid in Suriname omdat hij een gevaar zou zijn voor het land. Het boek brengt uiteindelijk een zelfbewustzijn bij Doris teweeg over wie ze is en wat haar geschiedenis is als zwarte Surinaamse vrouw waar haar pleegouders haar van af willen houden.

Ze besluit de adoptie ongedaan te maken en verbreekt het contact met haar pleegouders in haar proces van verdere zelfontdekking en zelfbevrijding. Ze gaat naar haar geboorteland Suriname, ervaart de gastvrijheid van de mensen daar in haar zoektocht naar het verdere verhaal van Anton de Kom, maar ook in de zoektocht naar wie haar biologische moeder is.  Ze neemt haar achternaam aan, Sabajo, naar Nancy Sabajo.

Urmie Plein in de hoofdrol is fenomenaal. Gepassioneerde draagt ze ons door de complexe ontwikkeling van Doris als adoptiekind en zwarte Surinaamse vrouw heen. In Doris’ proces en ontwikkeling van kind tot vijftig jarige volwassene moet ze schakelen tussen de vele complexe emoties die dat met zich meebrengt. Ze doet dat binnen de knappe constructie die de schrijvers Raymi Sambo en Erik Snel haar bieden. Een constructie die de verschillende ingewikkelde verhaallijnen en gevoelens op natuurlijke manier met elkaar vervlechten.

Hulde ook voor maker Raymi Sambo die met weinig middelen dit complexe en pijnlijke zelfemancipatieproces waar alle nazaten van tot slaaf gemaakten en gekoloniseerden mee zitten heeft opengegooid. Volgens mij is dit voor het eerst en ook nodig. Als je het boek Wij slaven van Suriname leest raakt het je. Je zou kunnen zeggen dat Anton de Kom niet alleen de vader is van Doris maar de vader van ons allemaal.

Foto’s: Bart Grietens