Een roman, talloze films, toneelversies, televisiebewerkingen en dus ook een balletversie: Anna Karenina, een van de grootste Russische boeken, verschenen in 1877, blijft generaties lezers en ook kunstenaars boeien. Ja, wie vertolkten allemaal de hopeloos verliefde titelheldin die uit gefnuikte passie zelfmoord pleegt? Greta Garbo, Vivien Leigh, Jacqueline Bisset, Sophie Marceau en recent, in 2012, Keira Knightley. Nu komt de Russische regisseur Boris Eifman uit Sint-Petersburg met een balletversie, die al eerder in Nederland was te zien en nu opnieuw een tournee maakt. Eifmans ballet is trouwens ook niet de eerste; er zijn al meerdere geweest.

Eifman is bij uitstek de choreograaf van het vertellende ballet, dat wordt hem ook weleens verweten. Het zou anekdotisch zijn, te realistisch. Hij heeft een voorliefde voor grote namen uit de Russische kunsten, zo maakte hij een ballet over de roman De gebroeders Karamazov van Dostjoveski en een ballet naar het leven van componist Tsjaikovski.

In Anna Karenina maakt hij nadrukkelijk, zoals de aankondiging luidt, gebruik van de Tsjaikovksi’s muziek, maar helaas vermeldt het programma niet welke stukken en wie de uitvoerenden zijn. Dat is, zover ik kan beoordelen, een ernstige omissie. Ik herkende stukken uit het vioolconcert, vervormde fragmenten uit Symfonie nr. 6 (‘Pathétique’) en ook uit zijn grote balletmuziekstukken, verder komt de bezoeker en muziekliefhebber niet. Dat is toch wel kwalijk.

In de openingsscène van Eifmans balletversie komt zijn vertellende stijl meteen al naar voren: het zoontje Serioja speelt met een speelgoedtrein die in een ronde spoorbaan om hem heen draait. Zijn moeder omhelst hem, maar echt innig is het niet. Als ze met gestrekte armen afscheid nemen, is dat behoorlijk dramatisch aangezet. Toch is het een mooi beeld. titelheldin Anna, superieur gedanst door Nina Zmiviets, gaat aan de zijde van haar man Karenin (Oleg Markov) naar een feest, waar zij haar grote passie zal ontmoeten, Vronksy (Oleg Gabyshev). Haar echtgenoot is consequent in het zwart gekostumeerd, Vronsky in het wit. Dat zal de hele uitvoering door zo blijven. Goed en kwaad, geluk en huwelijks ongeluk.

Eifman is een genereus choreograaf: grote ensembleballetten wisselt hij af met pas de deux en intieme choreografieën. De muziek schalt uit de luidsprekers. Hij weet de dansers tot wervelende passen te inspireren en in elke handeling, zonder gebruik te maken van mimiek, herken je de onderliggende psychologie: als Karenin erachter komt dat zijn vrouw verliefd is op officier Vronksi, dan weet danser Markov dat schitterend en sterk uit te drukken: een wegwuivend handgebaar, een opgetrokken schouder, armen die hij vertwijfeld om zich heen gooit. Anna’s passie uit ballerina Zmiviets in krachtige, vloeiende bewegingslijnen, vol energie. Maar ook bij haar slaat de vertwijfeling toe. Zij uit dat in werkelijk inventief en prachtige ballettaal, waarbij het lijkt of ze gewichtloos door de ruimte zweeft op vleugels van liefde.

Wanneer Vronsky uiteindelijk zich toch van haar afwendt, dan is haar wanhoop onmetelijk. Ze krijgt hallucinaties die een door het gehele ensemble gedanst worden op het scherp van erotiek en hysterische waan. Ze laat zich door mannen meesleuren in een wervelwind van gesmoorde erotiek. Soms zijn de groepsdansen wel wat te veel van het goede, maar daar staat tegenover dat de beide mannen in duet met Anna glorieus zijn: haar echtgenoot toont evenveel passie en pijn als zijzelf, en dat maakt hem tot een round character, dat is niet vaak het geval. Vronski wijst haar af. De zelfmoord van Anna aan het slot onder de trein is werkelijk schitterend uitgebeeld. Ik ga het niet prijsgeven. Een mooi vooruitwijzend detail is dat haar zoontje met treinen speelt. Als hij weg is, meegenomen door zijn vader, dan blijft de Anna van Nina Zmiviets alleen achterin een eenzame lichtbundel, waarin het sneeuwt. De echte Russische vertelling is rond.

Foto: Evgeny Matveev