Als de Engelse toneelschrijfster Penelope Skinners haar stuk Angry Alan drie jaar later had geschreven dan had ze ongetwijfeld een plekje ingeruimd voor de complottheorieën die rond gaan met betrekking tot het coronavirus. Maar in 2018 zaten er nog geen chips in vaccins, had bijna niemand van 5G gehoord en moesten de berichten van QAnon nog een groot publiek bereiken.

Nu focust ze zich op het kwaad dat het feminisme de wereld heeft aangedaan. Althans in de ogen van personage Robbert. In een monoloog van ruim een uur zien we hem veranderen van een ‘doorsnee’ verongelijkte man in een radicale activist. De overeenkomst tussen Robbert en veel principiële antivaxers is de bubbel waarin ze door enkele muisklikjes terecht zijn gekomen.

Robbert is een gescheiden dertiger met een zoon van veertien die hij amper ziet. Dat is het eerste pijnpunt. Hij mag wel de alimentatie betalen maar de voogdij ligt bij zijn ex. Daarbovenop komt het feit dat hij is ontslagen bij de bank waar hij werkte. Zijn huidige shitty job bij een elektronicazaak vervult hem met afschuw. Mislukt als echtgenoot en vader, mislukt als carrièreman, mislukt als, tja, man eigenlijk. Maar erken dat maar eens.

Acteur Michaël Bloos speelt Robbert, geholpen door de spitse tekst van Skinners, met een blijmoedigheid die daardoor aanvankelijk vooral mededogen oproept. Arme kerel, wat heeft het leven jou te pakken. Dat verandert als hij met diezelfde blijmoedigheid onzinnige dingen gaat verkondigen. Opvattingen die afkomstig zijn van een site van iemand die zich Angry Alan noemt. Deze Alan overtuigt hem ervan dat hij zijn persoonlijke verhaal in een breder perspectief moet plaatsen. Het is de schuld van het feminisme! Dat heeft hem gekooid en om uit die kooi te breken moet hij zich aansluiten bij een beweging voor mannenrechten. Die kooi wordt (iets te letterlijk) verbeeld in de aankleding die bestaat uit een open kubus waarvan de ribben kunnen oplichten.

Het zaadje van Alan valt bij Robbert in een vruchtbare akker. Het knappe van Skinners’ tekst is dat ze de radicalisering van Robbert volstrekt aannemelijk weet te maken. Dat is ook de verdienste van regisseur Eva Meijering die Robbert een sympathiek personage laat blijven, ondanks zijn onder de oppervlakte kolkende woede – die af en toe in een flits verbeeld wordt door het podium te hullen in paars licht en Robbert een gepijnigde grimas te laten trekken.

Die rol is bij Bloos in goede handen. Hij oogt zelden verbitterd en is bij tijd en wijlen ronduit hilarisch. Het gevaar van die benadering is wel dat we hem niet serieus genoeg nemen. Bij de voorstelling die ik zag werd er vooral heel hard gelachen en ging de tragiek enigszins verloren.

Angry Alan is een uiterst belangwekkend en actueel stuk dat veel meer speelbeurten verdient dan dat handjevol dat Akkers en Velden heeft weten te regelen. Het moet toch mogelijk zijn om meerdere theaters hiervoor te interesseren: het is een solo met een tamelijk eenvoudig decor. Er is ook een Friese versie (waarin Robbert gespeeld wordt door Lourens van den Akker) dus er ook nog een keuzemogelijkheid.

Foto: Moon Saris