Misdadigers met psychische stoornissen verdwijnen in België gewoon in een gevangenis. Geesteszieken die een misdaad hebben gepleegd worden opgesloten, zonder psychische behandeling en opvang. Ze zitten een straf uit waaraan geen einde komt. Rechters uit eigen land, het Europese Hof en de Liga voor de Rechten van de Mens hebben de staat al meermaals veroordeeld, maar veel is er nog niet veranderd. Mieke Dobbels maakte en vertolkt het verhaal van een geïnterneerde vrouw die eigenlijk geholpen zou moeten worden, maar gevangen zit en niet weet of ze nog ooit gaat vrijkomen.

Actrice Mieke Dobbels kennen we vooral van The Broken Circle Breakdown featuring the Cover Ups of Alabama (2008), een voorstelling die ze samen met Johan Heldenbergh maakte en vaak opvoerde. Het stuk van twee country-muzikanten, een koppel, die proberen het verlies van hun kind te verwerken was een aangrijpende voorstelling die door merg en been ging. In de verfilming mocht zij echter niet meespelen (Heldenbergh wel) en werd haar rol overgenomen door Veerle Baetens. De film haalde vele prijzen en werd genomineerd voor een Oscar.

Mieke Dobbels zelf verdween een tijdje van de podia, maar nu is ze weer terug van weggeweest. Ze maakte op basis van getuigenissen een theaterstuk over het schrijnende lot van een vrouw die in een cel van een paar vierkante meters probeert het leven draaglijk te houden. Het is een vrouw die veel ruimte nodig heeft, die wil spetteren en écht leven, die uit de ‘vergeetput’ wil geraken. ‘Ik zou liever veroordeeld worden voor moord. Vijf jaar, tien jaar, twintig jaar. Dan kunde tenminste dagen beginnen afstrepen.’

Ze bereidt een speech voor voor de Commissie tot Bescherming van de Maatschappij, die moet oordelen of een gevangene mag vrijgelaten worden of niet. Het publiek vormt die commissie en dat zorgt voor veel interactie. Mieke Dobbels spreekt als personage Angelena de toeschouwers rechtsreeks aan, vraagt hun mening, nog vaker hun instemming. Ze vertelt over haar jeugd, haar misstappen, haar wandaden, over haar dromen, haar trauma’s, haar ups en downs, brutaal, direct, kwetsbaar. Ze wil uitbreken uit dit opgesloten leventje, ze wil uitzicht hebben op een leven met regelmaat, heel veel regelmaat, van ’s morgens tot ’s avonds, dag in dag uit. Een leven dat wij als sleur beschouwen.

Die wens zit onderhuids in haar verhaal, en is steeds voelbaar. Daarom is de epiloog, na het rondspringen op de klanken van Bohemien Rapsody van Queen, met de opsomming van dat soort leventje, te expliciet. Voor de rest zit Mieke Dobbels’ vertelling goed. Ze wisselt veel af met elektrisch gitaar spelen, zangstukjes, ze haalt in volks Vlaams haar jeugd op, verhalen over haar zusjes, haar moeder, over haar wens die ze haar hele leven al koestert om een katje te hebben, over haar mislukte relaties, haar misstappen, over haar zoeken naar redders, die ze steeds opnieuw gevonden meent te hebben, maar die haar – in haar belevingswereld dan toch – in de steek laten. Het schrijnende verhaal wordt niet sentimenteel gebracht, maar met de nodige humor, relativering, met directe aansterkingen en muziek. Deze terechte aanklacht kent een klassieke opbouw, ingeleefd spel en een muzikaal ritme, en is bij wijlen hilarisch, maar steeds met een tragische ondertoon. Een levensverhaal, ‘om te lachen en om te bleiten’.

Foto: Nyk Dekeyser