Rustige kamermuziek klinkt als de vier spelers vanaf de vloer de kleine zaal van Frascati zien volstromen. Behalve schrijver, regisseur en speler Bo Tarenskeen zijn daar Amarenske Haitsma, Jurjen Zeelen en Lowie van Oers. (meer…)
Al aan het begin van de voorstelling Anatomy of a Suicide bekruipt je een claustrofobisch gevoel. Het wordt donkerzwart in de zaal en een aanzwellende grondtoon dreunt indringend je oren in. Het intergenerationele trauma van drie vrouwen dat zich daarna op het toneel voltrekt lijkt een onontkoombaar noodlot. Maar de levendige enscenering van regisseur Erasmus Mackenna laat ook lichtpuntjes zien.
‘Sorry’, zegt Carol met zachte stem tegen haar man. ‘Het was een ongeluk. Maar, ik voel me prima, écht.’ Ze komt net uit het ziekenhuis, omdat ze heeft geprobeerd haar polsen door te snijden. De oplossing die haar familie aandraagt: een kind krijgen. Ze verveelt zich immers als huisvrouw en dan heeft ze tenminste iets om voor te leven. Had ze dat advies maar niet opgevolgd, want een volgende suïcidepoging lukt wél. Haar energieke dochter Anna raakt vervolgens heroïneverslaafd en ook kleindochter Bonnie blijft alleen achter door de doodswens van haar moeder. Bonnie kiest een beroep dat goed bij haar verleden past: hoofdarts bij de spoedeisende hulp. Maar ze verdraagt het niet als iemand van haar houdt en ze wil zich laten steriliseren. ‘Ik moet weten dat het na mij stopt, dat er geen verdere lijn is’, zegt ze. Dat geeft haar de rust om door te leven.
Het bekroonde toneelstuk Anatomy of a suicide van Alice Birch laat haarfijn zien hoe een trauma van generatie op generatie wordt doorgegeven. Om dat idee te versterken trekken gebeurtenissen uit de drie levens gelijktijdig voorbij. Collectief LENZ speelt het stuk voor het eerst in Nederland en de enscenering is raak gekozen. Bijna onzichtbaar is een transparant voordoek geplaatst waarachter de scènes zich afspelen. Het toneelbeeld is basic, met volle kledingrekken tegen de achterwand waar de acteurs van outfit wisselen, of blijven staan tot hun volgende scène begint. De vloer is de gehele voorstelling lang in rook gehuld. Het is een geweldige vormgevingsvondst dat de rook afkomstig lijkt van de sigaretten van Carol. Roerloos zittend op een houten stoel steekt ze de ene peuk met de andere op. Zo hult ze iedereen om haar heen in een mist, net zoals ze haar psychische problemen aan haar dochter en kleindochter doorgeeft.
De drie vrouwen worden gespeeld door de jonge actrices Romy Vreden (Carol), Sabine van Kuipers (Anna) en Marit Hooijschuur (Bonnie). Romy speelt de rol van Carol mooi ingetogen, haast verstild, terwijl Sabine als de energieke verslaafde Anna juist over het toneel stuitert. Een mooi contrast. Bonnie lijkt zo op het oog een evenwichtig personage, maar actrice Marit laat treffend zien hoe haar problemen oplaaien als een vriendin emotioneel dichterbij probeert te komen.
Dat de levens van de vrouwen op het toneel dwars door elkaar heen spelen, versterkt het idee dat hun problemen op elkaar ingrijpen. De ene keer zijn de acteurs gegroepeerd in tableaux vivants, een andere keer klinken alle dialogen in bewegelijke scènes dwars door elkaar heen. Zo zien we de net bevallen Carol in het ziekenhuis voor zich uitstaren. Eindeloos herhaalt ze het woord ‘kind, kind, kind’. Simultaan vertelt dochter Anna haar eigen noodlottige levensverhaal aan een filmmaker die het met zijn camera opneemt.
In een volgende scène bevalt Anna van haar dochter, en speelt er tegelijkertijd een heftige ruzie tussen Bonnie en haar vriendin. Zo is alles verweven in één groot levenstapijt, dat niet alleen de ellende verknoopt maar ook humor, lichtheid en levenslust laat zien. Vooral de droge grappen zijn een verademing, zoals de arts die tegen Anna zegt dat ze geen vrienden zijn, omdat ze hem heeft bestolen. Of de vrouw die Carol in het ziekenhuis bezoekt en zegt dat haar taille alweer zo mooi slank is.
Een nadeel van het simultane spel is dat je als toeschouwer soms essentiële dialogen mist. Ook dekt de titel van het Alice Birch’s stuk Anatomy of a Suicide niet helemaal de lading. De oorzaak van het intergenerationele trauma dat begint bij Carol komt niet echt bloot te liggen. We zien en horen dat haar omgeving verkeerd reageert op haar depressie en doodswens. Ook begrijpen we dat een leven als huisvrouw beklemmend kan zijn en hoe de samenleving vrouwen klem kan zetten. Maar je zou graag meer te weten willen komen over haar persoonlijke achtergrond en wat haar is overkomen, om te begrijpen waarom ze mentaal zo in de knoop is geraakt dat ze haar polsen doorsnijdt. De doorwerking hiervan grijpt je bij de keel. De energieke jonge cast van LENZ zorgt ervoor dat je nooit meer vergeet hoe het is om als kinderen geboren worden met trauma’s van hun ouders.
Foto’s: Bart Grietens
Prachtig in woorden gevat, Anita. Wil er graag heen door je tekst.
OP zich is de voorstelling best welwillend ontvangen, maar ik merk dat recensenten en toeschouwers soms nog worstelen met de vorm. NRC vond dat de simultaan gespeelde scènes “muzikaliteit” misten. Volgens de Volkskrant vergt de vorm “wat veel van het publiek”. De Theaterkrant tekent op dat “de toeschouwer soms essentiële dialogen mist”. Op zich is dat allemaal waar, maar het is wel eens jammer dat voorstelling meteen na de première worden gerecenseerd. Het zou best kunnen dat “Anatomy” na een paar speelbeurten zijn definitieve vorm én muzikaliteit vindt. Het talent is zeker aanwezig en in het buitenland heeft de tekst zich ook bewezen. Ik zocht even terug hoeveel try-outs LENZ had gehad. Misschien heb iets over het hoofd gezien, maar ik zag er twee staan. TWEE try-outs voor een gelaagd en veeleisend stuk als dit is buitengewoon weinig. Spelen voor publiek werkt voor een theaterproductie als schuurpapier. Je vijlt de oneffenheden er eraf: de spelers voelen avond en avond beter aan hoe de pauze’s moeten vallen, de afspraken vallen gaandeweg op hun plek, het ritme wordt gevonden. Natuurlijk kan deze groei ook uitblijven, maar zelf heb ik het idee dat het er in zit. Daarnaast is er nog iets… In het begin van “Anatomy” is best lastig te volgen zijn, maar gaandeweg vielen er bij mij kwartjes. Vage contouren werden heldere lijnen. Binnen de twee uur die het stuk duurde werd alles vrij keurig ontrafeld. Je moest er misschien een beetje op wachten, maar die trage ontrafeling is ook een kwaliteit. Het begin intrigeert, kietelt je hersenschors.
Misschien zijn we door al het massa-amusement ons on heen gewend geraakt aan een snelle bevrediging. Dat je binnen de eerste minuten al een antwoord krijgt op de vragen “wie, wat, wanneer???” Maar kom op, LEINZ opereert in die hoek van de theatersector waarin vraagtekens minstens zo belangrijk zijn als antwoorden. Voor wie van plan is om te gaan: neem gewoon een gepaste dosis geduld mee. Ik vond het bevrijdend om de tijd zijn werk te laten doen.
Eens met Marc Veerman. Ik zag het gisteravond en vind het onbegrijpelijk dat deze voorstelling relatief zuinig ontvangen is. Zo theatraal, en waanzinnig knap en precies gemaakt en gespeeld. Overdonderd. Gaat dat zien!