De naam van het gezelschap Action Zoo Humain is een programmaverklaring: regisseur en stichtend lid Chokri Ben Chikha is al zijn hele carrière lang bezig met het onderzoeken van de historische en hedendaagse zoo humain – de manier waarop de blik van de veelal witte, westerse mens op de ‘Ander’ of het ‘andere’ (nogal vaak in de gestalte van een gekleurde medemens) via de geschiedenis doorwerkt op het heden.

Aanvankelijk gebeurde dat in het gezelschap Union Suspecte, dat voor Vlaanderen een laattijdige primeur was: in 2007 was het het eerste structureel gesubsidieerde gezelschap met makers van niet-westerse origine in de rangen. In 2008 verliet Ben Chikha Union Suspecte om zich toe te leggen op zijn doctoraat in de kunsten met als titel: ‘Wat is de kritische waarde van het gebruik van stereotypen als theaterteken? De zoo humain als (onder)zoek(s)instrument.’ Uit dat praktijkgerichte doctoraatsonderzoek ontstond in 2009 het nieuwe gezelschap Action Zoo Humain, dat de in oorsprong eerder autobiografische en direct-activistische insteek van Union Suspecte verruilde voor een poëtica waarin naast de interculturele vraagstukken ook het onderzoek naar formats tussen waarheid en fictie een grotere rol ging spelen.

In De Waarheidstrilogie, waarvan Amne(st)ie het laatste deel is, is dat onderzoek met wisselend succes geconcretiseerd. Opener De Waarheidscommissie (2013) en tweede luik Join the Revolution (2015) probeerden allebei een bepaalde westerse ‘waarheid’ te deconstrueren (in casu het discours rond de zoos humains tijdens de Gentse Wereldtentoonstelling van 1913 en dat rond de Tunesische revolutie van 2010) door ze in een hybride setting te plaatsen: op locatie in een justitiepaleis met een ‘echte’ waarheidscommissie op de banken of in een operafoyer met een crowdfundingsactie door ‘geëngageerde artiesten’. Hoewel Ben Chikha in beide voorstellingen behoorlijk wat spijkers met koppen had te slaan, bleek de theatervorm niet helder genoeg uitgewerkt om de mededeling tot bij het publiek te krijgen. In Amnes(t)ie is dat overtuigend wél het geval. De inhoudelijke boodschap, het gekozen theaterformat en de metatheatrale reflectie die dat format oproept versterken elkaar tot een slimme en krachtige theatervoorstelling.

Het publiek wordt ontvangen op de set van een gloednieuw televisieprogramma – ‘Samen door één deur’ – met alles erop en eraan: een showband van kindmuzikanten, het koor ‘Quelle Chanson’ dat voor muzikale intermezzi mag zorgen en een studiopubliek op tribunes aan weerszijden van het toneel. Cameraman Adolphe Mutoni en ‘televisieregisseur’ Chokri Ben Chikha staan klaar, maar de ster van de opname is de Vlaamse comedian Bert Gabriëls, die optreedt als talkshowhost.

Het programmaconcept zou zo uit de koker van een of ander productiehuis kunnen komen: Gabriëls ontvangt gasten die hij confronteert met de zwarte bladzijden uit hun persoonlijke geschiedenis, met door hen nog ongekende nieuwe feiten daarrond én met elkaar. Bedoeling is de gasten tot excuses te brengen tegenover elkaar en tegenover de samenleving, zodat iedereen weer ‘samen door één deur’ kan – het knullige showdeurtje dat vergiffenis moet symboliseren staat al opgesteld.

In de keuze van de gasten zit de ‘inhoudelijke laag’ van wat Ben Chikha en co-regisseur Tom Dupont willen vertellen: ze plaatsen de wat labiele, kwetsbare Lutgard Ramout (Marijke Pinoy), dochter van een Oostfronter, tegenover de sterke, strijdbare Nadia Laachraoui (Dahlia Pessemiers-Benamar), moeder van een jonge Syriëstrijder. De historische parallel is duidelijk: ook zeventig jaar geleden maakten Vlamingen (weliswaar van ‘autochtone’ afkomst) extreme keuzes in het spoor van hun idealen – zij zaten fout maar konden terugkeren en kregen uiteindelijk amnestie. Nu er opnieuw Vlamingen (zij het van niet-westerse afkomst) in het buitenland vechten voor hun ideologie, worden zij op een heel andere manier behandeld, is Vlaanderen deze ‘zonen’ liever kwijt dan rijk. Over het dwaalspoor waarop zij zitten bestaat geen twijfel, maar de omgang met hun misstap lijkt verdacht veel op onversneden racisme.

Het contrast tussen beide vrouwen is erg mooi getekend: Pinoy zet een emotioneel beschadigde, makkelijk manipuleerbare vrouw neer, die aanvankelijk in haar ruwe onbehouwenheid de trotse, geëmancipeerde en beheerste Laachraoui schoffeert. En toch herkennen beide vrouwen – ergens off screen in een prachtige kleine scène tussen twee takes in – elkaars lijden, en daarmee elkaars menselijkheid. Hun discours start ongemakkelijk, maar mikt op begrip en nuance en dat is precies wat ook Ben Chikha wil aanreiken. Ondanks hun onderlinge verschillen blijkt de echte ‘vijand’ niet tussen hen te huizen maar zit hij tegenover hen, vergenoegd te glunderen om zijn eigen ongepaste grapjes.

Talkshowhost Bert Gabriëls is de verpersoonlijking van de ‘media’ in hun meest wrede gedaante. Waar de vrouwen aarzelend zoeken naar verbinding, doet Gabriëls – die nochtans beweert ‘het onverzoenlijke te verenigen’ en ‘de kringloop van lijden te doorbreken’ – niets dan polariseren, zijn gasten tegen elkaar opzetten en hun kwetsbaarheid misbruiken ten behoeve van een verlekkerd kijkerspubliek. Dieptepunt is een therapeutische sessie waarbij de vrouwen hun verdwenen familieleden moeten aanspreken – het is een degoutante proeve van psychologisch exhibitionisme, waarbij zelfs de sterke Laachraoui voor de bijl gaat, en het ergste is dat je beseft dat er inderdaad televisiemakers zijn die zo ver zouden gaan. Dat de opname finaal ontspoort en het uiteindelijk Ben Chikha en Gabriëls zijn die niet meer door één deur kunnen, biedt nauwelijks troost.

Waar de eerste delen van De Waarheidstrilogie misschien niet ver genoeg gingen in hun ontmaskering van vernederende praktijken en niet zuiver genoeg waren in het doortrekken van het gekozen theaterconcept, vraag je je in Amnes(t)ie voortdurend met plaatsvervangende schaamte af hoe veel verder deze televisieshow nog zal durven te gaan. Het slimme is dat Ben Chikha’s politieke mededeling en het secuur uitgewerkte format zo naadloos ineenvloeien dat ze vanzelf deze gêne genereren. Naast een helder pleidooi voor historisch bewustzijn en genuanceerde meningsvorming wordt Amne(st)ie zo ook een vlammende kritiek op een sensatiebeluste mediapraktijk die niet reflecteert maar polariseert. De echte extremisten blijken voor de televisie te werken – het zijn zij die over lijken gaan.

Of is dat te kort door de bocht? Het is terecht dat aan het eind het zaalpubliek tot een collectieve verontschuldiging moet komen, want uiteindelijk handelen de Gabriëlsen van deze wereld in functie van ons, televisiekijkend Vlaanderen, met onze onstilbare hang naar sensatie. Het zijn ook wij die dit soort programma’s aanvuren. Dat is een inzicht dat er behoorlijk inhakt.

Foto: Kurt van der Elst