Chokri Ben Chikha, de Belgische regisseur die in Nederland vooral furore maakte met de ongelukkige afsluiting van zijn Staat van het Theater, hernam zijn succesvoorstelling Amne(st)ie met een groep vierdejaars acteurs in Barcelona. Ook in de herwerkte versie draait het om het opbiechten en erkennen van fouten voor de camera. Dat pogen pijnpunten en blinde vlekken in het eigen verhaal of de eigen geschiedenis prijs te geven, vraagt normaliter om veel fijngevoeligheid. Maar Ben Chikha bewandelt een andere weg: hij benadert de pijn, de schande en het onrecht met humor en hyperbolen.

De Catalaanse variant van Samen door een deur heet Say Sorry. In een losse regie laat Ben Chikha de studenten zichzelf spelen: op zoek naar werk dat er niet is, besluiten ze een YouTube-kanaal te beginnen, waar ze mensen overhalen of in de gelegenheid stellen om sorry te zeggen of dat van anderen te eisen. Dat de studenten werken met gigacamera’s op wielen en niet met smartphones, dat ze ook meteen voor het meest gelikte en brute tv-format gaan – het is allemaal zeer ongeloofwaardig, maar maakt de gedachtenoefening niet minder interessant.

De toeschouwer krijgt opnieuw een vergelijking tussen verschillende collaborateurs of verraders voorgeschoteld, wat voor het niet-Spaanse publiek door de boventiteling en rap sprekende acteurs niet altijd makkelijk bij te houden is, onder meer vanwege de ingewikkelde geschiedenis van Léon Degrelle (een Belgische fascistenleider, die na de Tweede Wereldoorlog in Spanje asiel kreeg).

Tijdens de interviews met de verschillende klagers ligt de nadruk op outsiders die om gelijke behandeling vragen. De zussen van een jihadist willen dat hun broer wordt teruggehaald naar Spanje voor een eerlijk proces, de kleinkinderen van een Belgische fascist willen eerherstel voor hun grootvader, die volgens hen part noch deel had aan de dictatuur van Franco. En dit alles in onvervalst Catalaans.

Van interviews gaat de voorstelling over op (familie)opstellingen, waarbij ook het publiek wordt ingezet. Waar de acteurs eerder al voortdurend vlotjes van rol wisselden, eigenlijk alleen voor de camera serieus werden, maar verder met het publiek en elkaar vooral heel ‘gewoon’ deden, is met de komst van verschillende toeschouwers op het toneel, bijvoorbeeld in de rol van grootvader Degrelle of de moeder van de jihadist, de verwarring compleet. Wie moet zich nu in wie verplaatsen en wat is de algemene orde waar we ons op beroepen? Eén ding is zeker: de spontane realiteit van de live-show regeert, daar kan in ieder geval iedereen in mee.

Laverend tussen de televisie-aanpak van The Nation en het oeuvre van Milo Rau, waarbij acteurs en getuigen zich dramatische (politieke) geschiedenissen toe-eigenen, weet Ben Chikha te intrigeren met alle idiote vertaalslagen die, hoewel verre van diepzinnig, toch aan het denken zetten over wraak en vergiffenis, insluiting en uitsluiting in relatie tot verhalen over, en de maatneming die hoort bij, nationaliteit.

Ben Chikha zet zijn publiek vooral aan het werk, letterlijk en figuurlijk. Wie op zoek is naar een dieper gevoel over de lotgevallen van verraders en collaborateurs, hun familie en de effecten van onverwerkte trauma’s op de maatschappij in brede zin, komt bedrogen uit. In een vrolijke scène, die de overgang van interviews naar opstellingen vormt, laat hij iedereen met iedereen dronken worden en vrijen. Een Nazivlag prijkt naast de Spaanse en de Catalaanse en er wordt gedanst in bh en hoofddoek.

Dat iedereen met iedereen naar bed gaat en porno kijken van alle tijden en alle gezindten is, levert nog lang niet een bevredigend antwoord op de vraag wat nu te doen met de jongens die op zoek naar identiteit en eigendunk zich aansloten bij IS en gruweldaden begingen.

Het is de oppervlakte, het wikipedianiveau, de vernetwerking van verhalen en referenties, van vlaggen en identiteiten, van porno en politiek, die AMNÈ(I)S(T)IA behoorlijk bij de tijd maken. Waar de voorstelling in zijn schematische opzet aan een speekbeurt doet denken, is de luchtige manier waarop een commerciële mediastrategie gekoppeld wordt aan traumabehandeling, behoorlijk raak.

Foto: Kurt van der Elst