‘Ubuntu! Broederschap, dat is de eerste stap’, zingt een Xhosa-chief de jonge Mandela toe. Het wordt de belangrijkste boodschap van de Zuid-Afrikaanse leider: een mens is geen mens zonder de ander. Verplaats je dus in elkaar. Lovenswaardig aan de biografische musical is dat het die gedachte ook echt in praktijk brengt. Een gemengde cast duikt in verschillende talen, speel- en muziekstijlen, ook al botst en schuurt dat nog weleens.

In Amandla!, Zulu en Xhosa voor kracht/macht, kijkt Mandela terug op zijn leven. We zien hoe hij als klein jongetje levenslessen van de Xhosa-chiefs krijgt (‘Als je ruzie hebt, ga je naar de raad en hoor je beide partijen!’), hoe hij carrière maakt als jonge advocaat, vierentwintig jaar lang gevangen zit op Robbeneiland en ten slotte de eerste zwarte president van Zuid-Afrika wordt.

De kostuums gaan mooi met de tijd mee, van veel bruin in de swingende jaren twintig tot veel kleur in de jaren tachtig. Het decor blijft betekenisvol zwart-wit. Zijn leven lang bleef Mandela onverstoorbaar strijden voor gelijke rechten van blank en zwart. Dat hij dat deed met een onverwoestbaar optimisme verwerkte schrijver en regisseur Koen van Dijk in een lichte tekst. ‘Wat is dat toch een mooie taal, dat Afrikaans. Jammer dat ze er zulke lelijke dingen mee zeggen’, zegt Mandela. Robbeneiland doopt hij ironisch om tot ‘ANC-universiteit’.

Acteur Kenneth Herdigein geeft Mandela met kaarsrechte rug veel waardigheid, maar doet ook wel heel erg zijn best om zen te blijven. Op een zuinige glimlach bij zijn vrijlating na, blijft zijn blik stoïcijns stijf. Ook zijn liedjes zingt hij met weinig passie. Met zwakke fluisterstem volgt hij schools de melodielijn, maar verraadt nauwelijks gedrevenheid, angst, woede of verdriet.

De productie durft nochtans echt de schaduwzijde van het heldenepos te tonen. ‘Doodvermoeiend en ergerlijk’, noemt advocaat George Bizos Mandela. Zijn vrouw Winnie verwijt hem meer van Zuid-Afrika dan van zijn eigen gezin te houden. Regisseur Van Dijk laat zelfs twee snoezig aangeklede meisjes met frêle stemmetjes ‘blijf in leven’ smeken.

De angst tijdens de zwarte opstanden wordt sterk invoelbaar als de blanke politie zijn wapens ook recht in het gezicht van de toeschouwers richt. Een kind doet aangrijpend verslag van de studentenopstand waarbij zevenhonderd scholieren werden gedood.

Doordat de acteurs zowel Nederlands, Afrikaans als Xhosa spreken en zingen, komt iets van de grote verwarring over. Al komt dat vanzelfsprekend de verstaanbaarheid niet altijd ten goede. Moeilijker ligt de mix van muziekstijlen, die samen maar niet gaan swingen.

Veel composities doen wel erg denken aan bestaande musicalmelodietjes of zijn aan de behoorlijk gezapige kant. Zelfs na de vrijlating van Mandela komt er bij het overwinningslied ‘Gerechtigheid’ nauwelijks energie los. Op enkele goede zangers na, zoals Joanne Telesford als Winnie Mandela en Ad Knippels als George Bizos, missen de solisten ook nog eens wat hoge noten.

Het speciaal uit Zuid-Afrika overgekomen Khayelitsha United Mambazo zoeloekoor kan er ook moeilijk mee uit de voeten. Ze weten de langzame melodielijnen in vreemde taal niet tot leven te wekken. Ondertussen moeten ze ook nog in een stijve choreografie alsmaar lijnen lopen.

Het geheel wordt daardoor een nogal pitloze lange zit, behalve op het ene moment dat de hele cast vurig het al bestaande ‘Free Nelson Mandela!’ zingt. Dan breekt het los uit alle brave pasjes en schoolliedjes, krijgen ze de hele zaal klappend mee en wordt ‘ubuntu’ heel even met kippenvel voelbaar.

Foto: Piek Fotografie