Op uitnodiging van de Cairo Acting School maakten Guido Kleene van Compagnie Dakar en Jochem Stavenuiter van Bambie een voorstelling in Egypte. Tijdens de repetities brak de revolutie uit, waardoor het repetitieproces met regelmaat werd onderbroken. Volgens de makers gaat de voorstelling niet  direct over de Arabische lente, maar is die er wel mee verbonden. Dat blijkt duidelijk uit Alouli Hinne dat een stuk of tien scènes telt die vlot aan elkaar zijn gemonteerd, maar niet allemaal even helder zijn.

De openingsscène op het erf is fraai. De boerenschuur heeft drie schuifdeuren. Beurtelings gaan ze open en stapt een acteur naar buiten. Vier mannen en twee vrouwen staan dan naast elkaar op het erf. Eentje wordt onwel en valt op de grond. De anderen bekommeren zich aanvankelijk om hem, maar staan al meteen ruzie met elkaar te maken over wat er moet gebeuren. Voor wie wel eens in Arabische landen is geweest, is dit een zeer herkenbare situatie.

Tolerantie is een belangrijk thema in de voorstelling. Zo zien we op een boerenkar een korte scène waarin een jongen zijn vriendin komt voorstellen aan zijn familie. Eén vrouw is gekleed in boerka en de ander in djellaba met hoofddoek. De jongen is trots op zijn vriendin die niet alleen gekleed is in een kort rokje maar ook haar haar laat hangen. Het is duidelijk dat de twee dames hier moeite mee hebben, maar dramatisch is deze scène niet. Komisch is evenwel dat de dames even later een koekje eten wat met zo’n gewaad aan bepaald ingewikkeld kan zijn.

In een andere scène spreken de spelers opgewonden over het nieuws uit de krant die ze in de hand hebben. Snel ontstaat een euforische sfeer van verzet. Allen tillen een stoel boven hun hoofd als wapen, onder het uiten van opgewonden kreten. De acteurs  schieten alle kanten uit over het erf. Een van de spelers staat daarbij op een hooiberg. In het weiland daarachter kijkt het schaap hem stoïcijns aan, wat een onbedoeld komisch effect sorteert. Altijd leuk, dit soort cadeautjes in het locatietheater. De laatste scène toont de zes spelers met een masker van een vuil kijkende Mubarak op. Een voor een worden de mannen afgevoerd en gemarteld.

Alouli Hinne is een sympathieke productie door het enthousiasme van de spelers, maar de kwaliteit van de verschillende taferelen is sterk wisselend. Voor de Egyptenaren moet het een bijzondere ervaring zijn geweest om zich vrijelijk te kunnen uiten. Bij sommige scènes blijft het echter te veel gissen naar wat de spelers ons willen vertellen. De regisseurs zijn er maar ten dele in geslaagd om Alouli Hinne tot een coherente voorstelling te maken.

(foto: Saris & Den Engelsman)

Zie ook het artikel ‘Theater in tijden van revolutie’ dat werd gepubliceerd in TM september 2011