Behalve de slachtoffers van de Holocaust, herdenken we op 4 mei ook alle andere doden die sindsdien gevallen zijn in vredes- en oorlogsoperaties. In het kader van Theater Na de Dam greep theatermaker en journalist Khadija Massaoudi de kans om de onderbelichte slachtoffers van het naoorlogse Nederland te onderzoeken. Haar documentaire Alles in mij maakt het onmogelijk om langer weg te kijken van het generatie-overschrijdende trauma dat ons land heeft voortgebracht.

In de documentaire Alles in mij interviewt Massaoudi vier vrouwen met verschillende achtergronden over hoe de Nederlandse geschiedenis hun familie en henzelf getekend heeft. De kolonisatie van Suriname en Indonesië, de Holocaust en het binnenhalen van de gastarbeiders mogen dan wel inmiddels geschiedenis zijn, de gevolgen hiervan zijn nog dagelijks voelbaar. Wat doet het met een mens wanneer je in zulke situaties gevormd wordt en vervolgens in een periode van vrede je kinderen opvoedt?

Zo vertelt actrice Sam Ghilane over haar Joodse grootmoeder, die in de Tweede Wereldoorlog zonder haar ouders in een apart gezin ondergedoken zat en na de oorlog een angstige vrouw werd die haar kinderen weinig fysieke liefde kon tonen. Als reactie daarop, suggereert Ghilane, was haar moeder juist heel knuffelig tijdens Ghilanes opvoeding. Het is één van de eerste verhalen, maar het toont gelijk de kracht van deze documentaire: tamelijk complexe en academische begrippen als ‘intergenerationeel trauma’ worden door middel van het persoonlijke tastbaar en helder gemaakt. Hoe trauma overgedragen wordt en zijn sporen nalaat over de generaties heen, wordt een stuk minder abstract wanneer je het kan uitleggen als ‘een getraumatiseerd individu draagt hun trauma altijd mee in hun persoon en dus ook in de wijze waarmee deze hun kinderen opvoedt.’

Ook een thema als het dekoloniseren van verschillende aspecten van onze maatschappij wordt in Alles in mij behapbaar en concreet gemaakt. Historicus Lara Nuberg vertelt over hoe haar voorouders, een witte, Nederlandse kolonist in voormalig Nederlands-Indië en een Sumatraanse vrouw, elkaar door middel van een onderdrukkend systeem hebben ontmoet. In diezelfde Indonesische tak van haar familie werden vrouwen ook tot seksslaaf gemaakt, een kant van onze vaderlandse geschiedenis die veelal verzwegen blijft. Nuberg verzucht: ‘Waarom staat de VOC-man wel in de boeken, maar de vrouwen die hij verkrachtte niet? Terwijl dat ook mijn voorouders zijn.’ Dekolonisatie gaat niet over het herschrijven van de geschiedenis, het gaat over het uitbreiden en aanvullen van de geschiedenis met verhalen die soms eeuwenlang verzwegen en verdrongen zijn.

De gesprekken worden afgewisseld met muzikale intermezzo’s van Massaoudi, onder begeleiding van Lucie de Saint Vincent. Het zijn schitterende, melancholieke liederen uit de moederlanden van de verschillende personages, en dat van Massaoudi zelf, Marokko. De intermezzo’s storen nooit en geven de documentaire genoeg ademruimte om de verhalen te laten bezinken of juist kracht bij te zetten, zoals ‘Mama, ’t is je dochter. Help me’, wat volgt op het huiveringwekkende verhaal van Nubergs voorouders. Massaoudi maakt met haar hartverscheurende uithalen de pijn van deze vrouwen krachtig voelbaar.

Khadija Massaoudi ontkracht met Alles is mij de hardnekkige mythe dat dekolonisatie en doorwerkend trauma geïmporteerde fenomenen zijn uit de Verenigde Staten die helemaal niets met Nederland te maken hebben. De geschiedenis van ons land is ook de gewelddadige kolonisatie van Indonesië, het tot slaaf maken van Surinamers, de Jodenvervolging, en gastarbeiders als tijdelijke, tweederangs burgers behandelen. Dit is mensen en families aangedaan en overkomen. We kunnen daar niet langer van wegkijken. Met Alles is mij toont Massaoudi dat we geen academische termen of polemiek nodig hebben om het over deze kant van de geschiedenis te hebben, als we maar luisteren naar de verhalen van de families wie dit is overkomen.

Alles in mij is tot en met 11 mei te zien via de websites van Theater Na de Dam en Frascati. Foto: still uit Alles in mij