Gewelddadig en rauw-realistisch, dat zijn de sleutelwoorden van regisseur Yvonne van Beukering voor de voorstelling Alleen met de goden naar de gelijknamige roman uit 2015 van Alex Boogers. De locatie bij Karavaan Festival is de Voedselbank Alkmaar, een plek die halverwege de voorstelling duidelijkheid krijgt. Jo, de moeder van de elfjarige Aaron, is volkomen aan lager wal geraakt: ze moet leven van de voedselbedeling. Haar man gooit zijn geld over de balk aan drank en vrouwen.

Zowel de roman als de voorstelling door Afslag Eindhoven gaan over de kracht van overleven, en dan moeten we kracht letterlijk nemen. Zoon Aaron (Steven Ivo) vecht zich dankzij kickboksen een weg door het leven. Zijn moeder Jo (Jose Kuijpers) heeft hem al als jonge vrouw gekregen. Ze scheldt hem voor rot, want hij heeft haar leven en haar toekomstdromen vernietigd. Dan is er de vader die geen echte vader blijkt te zijn, Leen (Marcel Roelfsema), die zijn leven heeft gewijd aan de opvoeding van de zoon: samen gingen ze bijvoorbeeld naar de schepen kijken op de Maas.

Kracht dus: Aaron is verslaafd aan vechtsport, zijn moeder scheldt en kankert, zijn vader slaat op een avond iemand dood en belandt in de gevangenis. Allemaal tekenen van drang om te overleven in ellende en rampspoed. De voorstelling heeft een enorme vaart. De spelers betreden de speelvloer, die bedekt is met zilverkleurig zeil, alsof het een boksring is. De verwikkelingen volgen elkaar snel op, en uiteindelijk is het inzicht dat zoon Aaron verwerft in dramatisch opzicht zó bijzonder dat het prijsgeven ervan jammer zou zijn.

Heeft zijn vader iemand doodgeslagen die van de vleesmaffia is? Aaron wil het graag geloven, maar het blijkt niet zo te zijn. Zijn moeder houdt de ware toedracht over zijn vader verborgen, ze zegt dat ‘niemand hem wilde hebben, behalve zij’. Met zijn geboorte heeft zij een vloek over haar leven uitgeroepen. Even denk je dat Aaron een vondeling is. Dat is niet zo, maar de suggestie maakt het drama spannend. Moeder Jo zegt ook: ‘Ik kon je toch niet alleen aan de goden overlaten.’ En hiermee is de boektitel en de titel van de voorstelling verklaard.

Het fysieke spel van vooral Steven Ivo als Aaron is ongekend krachtig. Zijn trainer (een sterke dubbelrol van Roelfsema) prijst hem om het geheim van zijn woede die in hem sluimert en al vechtend naar buiten komt. Jose Kuijpers als de moeder is schitterend in haar vertwijfeling. Zonder enige terughoudendheid verwenst ze haar zoon, maar ergens voel je ook dat ze van hem houdt. Zij en Leen hebben zich gehuld in een leugen over de werkelijke vader van Aaron, en dat geeft hun rollen diepte en reliëf. Het spanningsveld tussen vader, moeder en zoon is intens en liefdevol, en tegelijk geladen met gewelddadigheid en afkeer. Dat is fascinerend.

In de toneelbewerking van Frans Pollux ligt het accent op enkele te lange scènes waarin Aaron zijn seksuele genoegdoeningen nadrukkelijk en met veel gehijg en gespartel uitvent. Andere scènes daarentegen zijn daarentegen te kortaf. Hierdoor ontstaat een vreemde disbalans, alsof de voorstelling van hoogtepunt naar hoogtepunt wil springen, terwijl juist enige rust en reflectie in dit overweldigende geheel noodzakelijk zijn.

Dat neemt niet weg dat Alleen met de goden een meeslepende voorstelling is die de toeschouwers confronteert met duistere krachten van mensen als gelukzoekers in de barre woestenij van hun levens. Het decor (Elian Smits) is in alle eenvoud treffend met slechts enkele stoelen en een tafel.  De speelstijl is direct tot het publiek gericht, en dat werkt goed, want dat is de bokswereld. je maakt de toeschouwer deelgenoot van je strijd.

Foto: Moon Saris