Festival Over het IJ stopt na 32 jaar. Zowel bij het Amsterdams Fonds voor de Kunst als bij het Fonds Podiumkunsten werd de subsidie-aanvraag van het locatietheaterfestival afgelopen zomer afgewezen. Daarmee verliest het platform vanaf 2025 al zijn structurele subsidie. De directie onderzoekt een doorstart als Ontwikkel&Adviesplatform voor locatietheater.
‘Er was veel mis vroeger maar het was wel beter mis.’ In Alledaags verlies blikken Lineke Rijxman en Willem de Wolf terug op leven en werk. Een voorstelling vol melancholie, bekentenissen, zielenpijn en humor, in een volstrekt eigenzinnige mix van absurdisme, radicale eerlijkheid en krankjorume bespiegelingen. Twee acteurs die tasten naar de betekenis van alles én naar de vorm waarin ze dat tasten duidelijk kunnen maken.
Of er dan wel wat te lachen valt, vraagt de vriendin zich af in de trailer van Alledaags verlies – The Slow Accumulation of Ordinary Losses. Die titel, dat is bepaald geen binnenkomer. Het wordt toch niet te ingewikkeld hopelijk?
Het antwoord is geruststellend. Zeker valt er wat te lachen. Neem alleen al die eerste scène: een hilarische proloog waarin het tweetal een gesprek voert dat telkens weer ontspoort. Hoe heet die ook alweer, die man met die vrouw met dat ontplofte haar? (…) Waar hadden we het ook alweer over? (…) Dat Japanse ding, iets met hika, haku. Oh ja: haiku.
Lineke Rijxman en Willem de Wolf vormen een bijzonder duo. Allebei zo’n veertig jaar in het vak. Totaal verschillende persoonlijkheden, heel andere acteurs. Zij de gelauwerde actrice, hij een speler die voortdurend op zoek lijkt naar zichzelf, een verdwaalde reiziger. Ze hebben de afgelopen jaren een aantal voorstellingen met elkaar gemaakt: Quality Time (2006), Hannah & Martin (2009), Vermogen (2013) en Seks(e)(n) (2021). Meestal vanuit mugmetdegoudentand, waar zij artistiek leider was, in combinatie met Cie. De Koe (nu: De Hoe) waar hij kind aan huis is.
Na die geestige proloog verandert de toon van de voorstelling: melancholische pianomuziek klinkt. Inmiddels zijn ze zestigers en is er meer verleden dan toekomst. ‘The Slow Accumulation of Ordinary Losses’ neemt toe: de momenten dat je iets kwijt bent: een naam, de herinnering aan een ontmoeting, het gevoel van toen. Hoe erg zou het zijn als we elkaar voor het laatst zagen, vragen ze zich af.
Zij zingt: een lied van spijt en verlangen. Hij deint mee van de zijlijn, ja knikkend met zijn lange lijf. Hij praat graag over vroeger. Geef hem een half woord en hij barst los: zoveel wat nog verteld moet worden, over de straten van vroeger, over de overjas van zijn vader. ‘We moeten alles vertellen voor het te laat is.’ Zij houdt niet zo van het ophalen van herinneringen. In een aangrijpende scène wordt duidelijk waarom: een jeugd vol pijn, een gewelddadige vader.
Ze schakelen moeiteloos van vroeger naar nu en weer terug en uiteindelijk ook naar een verre toekomst, als negentigers. Ze zijn weer zes, zoals in Quality Time; ze spelen elkaars moeder die babbelen over hun acterende kinderen en laten zo zowel zien van waar ze vandaan komen als iets van de soms afgrondelijke kloof tussen (hun) ouders en kinderen.
Ze zijn ook ‘Lien’ en ‘Wim’, een vrouw en een man. ‘Het is misschien bijna gebeurd, ooit’, zegt zij. ‘Het is nooit gebeurd. Nooit.’ Of toch wel? Het is een spannende scène over seksuele aantrekkingskracht, waarin ze gewaagd spelen met wat echt is en wat spel, met controle en overgave, met angst en verlangen.
Zoals altijd in hun voorstellingen, gaat het ook over het onvermogen om elkaar of jezelf werkelijk te kennen. En over taal: vaak gaat het niet om wat er eigenlijk gezegd wordt maar om wat er tussen en achter al die zinnen nooit echt te kennen is en zeker niet vast te houden. Over de vage stemmingen en gevoelens die bijna niet uit te leggen zijn. Het gaat over de rol van herinneringen en hoe relatief alles uiteindelijk is of lijkt. Soms tenminste. ‘Al die eindes van wat ooit zo belangrijk was en waar ik nooit overheen dacht te komen.’ Zo zit de voorstelling vol observaties met betrekking tot allerlei herkenbaar gedrag.
Het is een terugblik vol melancholie naar het vroeger waarin alles ‘beter mis’ was, maar zeker geen nostalgisch zwelgen. Juist in de manier waarop ze, bijna hardop nadenkend, zoeken naar een vorm om zichzelf aan anderen te vertellen, persoonlijk en radicaal, raken ze iets wat voorbij hun individuele emoties en stemmingen gaat. Voorbij het alledaags verlies, roekeloos en liefdevol. “Ik verlang zoveel naar mateloos’, zegt zij. Dat brandende verlangen is iets wat niet voorbijgaat.
Foto’s: Bart Grietens
Prachtige voorstelling. Was bij de première. Ik gun ze volle zalen want het is echt de moeite waard. Een voorstelling waar je nog over na kan praten met elkaar. Dat is ook fijn.