Eigenlijk zou zijn nieuwe voorstelling over digitalisering en robotisering van de samenleving gaan, maar nu de vluchtelingenproblematiek raakt aan zijn persoonlijke geschiedenis kiest Emilio Guzman ervoor om deze twee verhaallijnen te vervlechten. De structuur is licht herkenbaar vanuit zijn vorige programma Een dunne dekmantel, maar door de venijnige ondertoon lijkt er nu iets meer pit in te zitten.

Nee, je zult Emilio Guzman (1981) niet snel kunnen betrappen op haantjesgedrag en zelfingenomenheid. In plaats daarvan toont hij zich altijd kwetsbaar en vertwijfeld, in een wereld die juist vraagt om stelling te nemen. Om deze interne dialoog tastbaar te maken, heeft hij zijn pratende robot Emilio meegenomen. Van een dergelijke constructie maakt Guzman wel vaker gebruik: eerder fungeerde actrice Pepita Steins Bisschop als zijn morele geweten en kon daarmee zijn eigen gedachten toetsen. Het is een methode die blijkbaar werkt, want eerder won Guzman er de Neerlands Hoop (2014) mee.

Ook inhoudelijk laat Guzman zich van zijn beste kant zien. De thema’s die Guzman kiest zijn actueel en hij bedient zich van fraaie retorica ten aanzien van de vluchtelingencrisis in Nederland. Niet alleen ‘het volk’ kan op enkele oorvijgen rekenen, ook vooraanstaande politici krijgen er flink van langs wanneer ze er zomaar wat uit ‘geflapt’ hebben en even later laf excuses maken. Guzman weet vanuit welk vaatje hij tapt, gezien zijn roerige jeugd zonder vader, verhuisd vanuit Spanje naar Nederland. Zo vertelt hij over zijn tijd in Ouderkerk aan den IJssel, waar hij als jongetje opnieuw zijn plek moet zien te vinden. Door het gereformeerde karakter van het dorp lijkt dat nog niet zo makkelijk. Waar hij denkt in de hel te zijn beland, lijkt het toch een paradijs te zijn.

Doordat de vorm tamelijk sober is, maar zijn verhaal zowel in kracht als invalshoek gelaagd is, toont Guzman zich een intelligent kunstenaar. Hoewel zijn verleden in stand-up comedy ligt, zijn veel van zijn grappen nooit echte dijenkletsers en schuift hij steeds meer op naar cabaret. Daarbij illustreert hij zijn vertwijfeling en vermeende beleefdheid in kleine, licht onschuldige anekdotes, zoals over een Amsterdamse metro en een bezoek aan een theatervoorstelling. Maar net zoals het programma langzaam maar zeker op stoom komt, raakt Guzman steeds dichter bij de onbeschaafde kant van hemzelf. Op een gegeven moment, wanneer robot Emilio de échte Emilio naar een scène met Halbe Zijlstra vraagt, stijgt de voorstelling naar energieke hoogte. Anno 2016 is dergelijke engagement een verademing om naar te kijken.

Foto: Sander de Goede