De twaalfjarige Ali heeft een poëtische geest. Op een hete zomerse dag zit hij op zijn stadse balkonnetje te mijmeren over de schoonheid van zijn geboorteland dat hij acht jaar eerder heeft moeten ontvluchten. In zijn herinneringen lopen fantasie en werkelijkheid door elkaar, een dichter mag dat. Voor zijn geestesoog wordt zijn vaderland een idyllisch oord met goudgele woestijnen en een diepblauwe zee.

Zijn nieuwe buurmeisje Nino (fris van de lever gespeeld door Wendy Briggeman) is in alles zijn tegendeel. Het is een springveer, een wilde hittepetit. Afgezien van het feit dat ze vaak hebben moeten verhuizen, hebben ze weinig gemeen. Maar ja, buren hè. Dus tot elkaar veroordeeld, zeker op zo’n snikhete dag als deze waar het leven zich vooral buiten afspeelt. In dit geval op twee belendende balkonnetjes.

Ali & Nino (tekst en regie Freek den Hartogh en Rosa Peters) van het Rotterdamse RAAF Muziektheater kon dit weekend, na anderhalf jaar wachten, eindelijk zijn première beleven. De tekst bevat elementen uit het leven en het gelijknamige boek van Kurban Said, al zijn die nauwelijks te ontwaren.

In de voorstelling zien we de twee prepubers snel over hun eerste schroom heenstappen. Want ze hebben nóg iets dat hen bindt: muziek. Ali (mooi ingetogen vertolkt door Amro Kasr) speelt gitaar en Nino moest van haar ouders bij de fanfare. Daar schaamt ze zich nogal voor. Wie wil er nou in zo’n apenpakje door de straten marcheren? Maar nu komt het goed uit dat ze trompet speelt.

Zo groeit er iets moois tussen die twee wat uitmondt in een uitbundig duet waarin ze elkaar op de melodie van Stromae’s Formidable onweerstaanbaar en hun vriendschap onomkeerbaar noemen. Nou nou.

Tot dit punt is de voorstelling uiterst luchtig, misschien wel iets té. De live muziek is mooi geïntegreerd in de vertelling (compositie ook Freek den Hartogh), maar de personages zijn wel erg eenduidig. Zijn dit ‘de twee meesters in de metamorfose’, zoals het later in de voorstelling klinkt? Daar is weinig van te merken.

Zoals er in dat eerste deel ook weinig te merken is van de dreiging die vanaf het begin boven het hoofd van Ali hangt: hij verwacht een brief van de IND over een eventuele verblijfsvergunning. Die komt en de uitslag is negatief. Ali moet het land uit. De reactie van Nino is zoals je die van iemand van haar leeftijd mag verwachten: heftig verontwaardigd. Er zit niet anders op dan dat Ali moet onderduiken.

De afwisseling van de scènes gaat in een hoog tempo, waardoor er amper ruimte is om stil te staan bij al die thema’s die aan de orde komen. Ga maar na: het gaat over ontluikende vriendschap, over jezelf ergens thuis voelen, over dreigende uitzetting, over het zoeken naar je identiteit. En dan moet de muziek ook nog een plekje krijgen.

Zo is Ali & Nino een propvolle voorstelling geworden. Wat onbevredigend in de uitwerking van al die grote onderwerpen, maar met genoeg handvatten om over na te praten, dat zeker.

Foto: Casper Koster