Twee hoogbejaarde tweelingzussen, veilig vastgeroest in hun routines, verslijten al schakend en theedrinkend hun dagen aan de rand van een verlaten dorpje. Maar dan geeft een van hen de geest en laat de ander achter, ontheemd en verloren.

Manual Cinema heeft een voorliefde voor voorstellingen over de absurditeit van de dood. Drie jaar geleden zag ik, op het altijd alerte festival Noorderzon, voor het eerst een voorstelling van deze bijzondere Canadese groep. In die voorstelling, Mementos Mori, werd de Dood als personage opgevoerd, dat met haar smartphone haar slachtoffers verleidt. Een intrigerende voorstelling, die ondanks wat kanttekeningen altijd is blijven hangen. Toen ik zag dat de groep deze komende maand door Nederland en België zou toeren met een andere voorstelling, aarzelde ik ook niet lang om de voorstelling te bezoeken.

Ada/Ava werd twee jaar voor Mementos Mori gemaakt, maar is qua concept, sfeer en thematiek vergelijkbaar. Centraal staat een leeg doek, waarvoor een aantal overheadprojectors staat. Manual Cinema heeft het schaduwspel dat je vroeger als kind speelde tot professionele kunst verheven. Het verhaal wordt uitsluitend verteld door licht en schaduw. Met behulp van uitgesneden sjablonen op de overheadprojectors en door zelf voor het scherm te staan, komt het verhaal op zeer inventieve wijze over het voetlicht.

De oude vrouw probeert vorm te geven aan de leegte die het wegvallen van haar zus heeft achtergelaten. Maar waar ze ook gaat of staat in haar kleine leventje, overal wordt ze met haar zus, en dus met haar verdriet, geconfronteerd. Zelfs wanneer ze in de spiegel kijkt, ziet ze haar zus.

Al snel laat deze voorstelling de realistische referenties los. Als ze een doos met spullen van haar zus bij het afval zet, tuimelt ze zelf in de doos en valt ze door een metersdiepe stortkoker in een alternatieve werkelijkheid, waarin reusachtige schaakstukken haar proberen te vermorzelen. Later belandt ze in een spiegeldoolhof in de dorpskermis, waar ze geobsedeerd door de gelijkenis van haar spiegelbeeld onherroepelijk in verloren loopt. De metafoor is helder: je kan zo diep het doolhof in vluchten als je wilt, uiteindelijk wordt je onontkoombaar met jezelf geconfronteerd.

Deze vrouw heeft nog geen vrede met de plotse dood van haar zus. Pas als ze haar weer terugvindt, mee naar huis neemt en ze langzaam samen hun verval beleven, lijkt ze er rust in te kunnen vinden. Alsof het juist dat plotse was dat maakte dat ze er geen berusting in kon vinden; die genadeloze grilligheid van het noodlot, dat zich vaak niet aankondigt, maar willekeurig graait – als een grijparm op de kermis – en maar kijkt wat het meeneemt.

Het is een fragile plotje dat vooral uitnodigt tot associëren. Daar biedt Manual Cinema dan ook alle ruimte toe. Wat dat betreft vermoed ik dat het niet het grote scherm op de speelvloer is dat het meest intrigeert, maar de associaties in ieders hoofd. Maar het maakt de voorstelling tegelijk vrijblijvend. Zodra je door de inventieve vorm heen kijkt, wordt duidelijk dat Ada/Ava vooral een sfeertekening is. Het duurt daardoor met zestig minuten ook net te lang.

Je zou, kortom, willen dat Manual Cinema qua inhoud net zo dwingend, inventief en bijzonder zou zijn als in de vorm.

Foto: Yi Zhao