Jongeren van de vooropleiding Garage TDI, een professioneel jeugdtheater uit Assen, spelen Achter de façade in voormalig Kamp Westerbork uit de Tweede Wereldoorlog. De gevel, ofwel de façade die de achtergrond vormt, is de achterzijde van het woonhuis van de kampcommandant Albert Konrad Gemmeker. Het houten, groen geschilderde pand met witte kozijnen staat er nog steeds, wegens kwetsbaarheid gehuld in een reusachtige, glazen vitrine.

De acteurs van Garage TDI (waarbij TDI staat voor theater, dans en industrie) konden zich geen beklemmender locatie wensen. De groep richt zich frontaal tot het publiek in een sober, doeltreffend bewegingspatroon. In vertellende stijl laten ze ons weten dat ze een tijdlang onderzoek hebben gedaan, gesproken hebben met voormalige gevangenen van de kampen en in de archieven zijn gedoken.

Westerbork was aanvankelijk een opvangkamp voor Joodse vluchtelingen uit Duitsland maar werd, eenmaal in handen van de nazi’s, hét angstaanjagende doorgangskamp voor deportaties naar de vernietigingskampen Auschwitz en Bergen-Belsen. Elke dinsdagochtend vertrok er een treintransport. Het functioneren van het kamp was door Gemmeker efficiënt georganiseerd.

Het concept en de regie van Achter de façade zijn in handen van Mika But en Maris de Jong. Musici van het Noord Nederlands Orkest begeleiden de tekst, met klezmermuziek en onder meer de bekende ‘Westerbork Serenade’ van het duo Johnny & Jones. Zij verzorgden de wekelijkse revue-avonden in het kamp.

Er schuilt veel feitelijke geschiedenis in de tekst. Data, jaartallen, aantallen, namen. Bijvoorbeeld dat 10700 vooral Nederlandse Joden vanuit dit kamp met 93 treinen zijn gedeporteerd. Het zijn veel feiten, maar dat is goed. Dat feitenmateriaal is op zich al verpletterend. De jeugdige theaterspelers vertellen dat zij op 27 januari van dit jaar, toen het tachtig jaar geleden was dat Auschwitz werd bevrijd, in het kader van Theatre of Remembrance tegelijkertijd speelden met gezelschappen in Polen, Duitsland, Nederland en elders. In het Nationaal Holocaustmuseum in Amsterdam werd die dag Zoals onder water gebracht door jongeren, evenals Achter de façade mede georganiseerd door Theater Na de Dam.

Van die duizelingwekkende feiten zoomen de spelers in op drie verhalen, van de families Heilbut, Krieg en Birnbaum. Juist door dit inzoomen krijgt de voorstelling dramatische kracht en betekenis. Het echtpaar Birnbaum en hun kinderen bijvoorbeeld zorgden in Westerbork voor weeskinderen, dat deden ze ook eenmaal op transport gesteld naar Auschwitz en in het kamp zelf; ze overleefden het en teruggekeerd in Amsterdam zetten zij hun werk voort.

Hans Krieg en Robert Heilbut waren musici. De eerste componeerde in 1947 het lied ‘Waar bleven de joden uit ons Amsterdam?’ Het lied werd min of meer genegeerd en raakte in de vergetelheid, men was er niet aan toe en het opende wonden. Totdat dochter Mirjam Krieg, zangeres, het op zolder vond en als eerbetoon zingt. Het staat op YouTube, met beelden erbij van kapotte huizen van de Joden. De musici van het NNO spelen het nu deels ook.

De plek, tekst en speelstijl van Achter de façade zorgen ervoor dat het publiek diep ontroerd raakt, ook ondergetekende. Dat de jongeren met energie, heldere dictie en een mooie afwisseling van stilstand en beweging, als een koor in een Griekse tragedie, het verhaal vertellen maakt het des te indringender. Tussen hen en degenen die de oorlog meemaakten zitten vier generaties, laten ze weten. Dat lijkt ver. Maar toch, in hun soms ingeleefde, dan weer gedistantieerde, vertellende stijl weten zij grote ontroering te creëren.

Het zijn de details die je de adem benemen, bijvoorbeeld over het Verloren Transport of de Trein der Verlorenen, een twee kilometer lange trein, afgeladen met 6.800 Joden, die aan het eind van de oorlog, tussen 6 en 11 april 1945, van Bergen-Belsen naar Theresienstadt reed, maar halverwege niet verder kwam vanwege door de geallieerden gebombardeerde bruggen, terugkeerde en een doelloze, afschuwelijke rit maakt.

Robert Heilbut overleefde het niet, hij vond op 26-jarige leeftijd de dood. De spelers vertellen het feitelijk, maar met zulke goed gekozen bewoordingen dat je de noodlotstrein en de gevangen Joden voor je ziet, en dan komt de dood van Robby die zijn kampgenoten met blijmoedige liedjes opvrolijkte hard aan. Een  jongerenvoorstelling als deze verdient alle waardering voor de moed van de spelers en hun zorgvuldigheid dit uitgezocht te hebben, en in een sterke vorm te hebben gegoten.

Foto’s: Jaspar Moulijn