In het theater der dingen zien we vaak potjes en pannetjes door de lucht vliegen, veel plastic spulletjes krijgen een eigen adem, houten blokjes dansen, pingpongballetjes kijken je aan. Het zijn vaak dingen die ingepakt zouden kunnen worden. TAMTAM objektentheater koos voor zijn 45-jarig jubileum om alleen het inpakpapier an sich als materiaal te gebruiken, zonder schaar, lijm, nietjesmachine of plakband. Door alleen vouwen, scheuren en kreuken, groeien stroken papier uit tot dierlijke en mensachtige wezens.

De tafel ligt vol proppen papier. Marije van der Sande en Gérard Schiphorst maken de tafel leeg, kieperen de proppen in een grote kartonnen doos, de uiteindelijke plek van al het papier. Tabula rasa is de start van een uurtje speels, zacht theater. Een groot vel wordt van een papierrol afgescheurd. De twee spelers in het zwart scheuren stroken, verdelen papierstukken, kijken elkaar aan, maken ieder een vis, de ene is groter dan de ander. Een nieuw vel wordt van de rol getrokken en gescheurd. Een dierlijk wezen ontstaat naast een mensenfiguur, een groot masker wordt verkreukt en verandert in meerdere smalle Alberto Giacometti-mensen met lange benen en kleine hoofden.

Ze verbeelden scènes van liefde en lust, van vreugde en verdriet. Anekdotes glijden over in verhalen. Mooi vind ik de scènes waarin het papier zichzelf kan zijn. Gewoon papier. Papier dat wappert in de lucht, dat golft over de tafel, dat zacht wiegt. Papier dat schuift over de tafel, van rol tot afvaldoos. Zoals in het gedicht ‘Melopee’ van Paul van Ostaijen onder de maan de kano naar de zee schuift, zo schuift onder het lichtspel en de klanken het papier voorbij. En zoals het schuiven van de kano alleen maar kan gebeuren dankzij de roeiende man, zo kan het papier alleen maar schuiven dankzij de spelers in het zwart. Geliefden vloeien in elkaar, vogels verdwijnen in de lucht, een kruipende rups glijdt in de afgrond, alle proppen vallen in de papierbak.

Andere momenten maken de tot levende wezens gevouwen en gekreukte papierstroken een dansvoorstelling waarin ze hun eigen lichaam als thema onderzoeken, hun bewegingen analyseren, met hun moves experimenteren, hun lichaamslimieten zoeken. Strengen papier dansen ritmisch op de tafel, zweven door de lucht, tuimelen, los van de zwaartekracht. Ze tollen, schaatsen, maar vallen uiteindelijk toch als mensjes neer, in een scheurende spagaat die ook voor papier pijnlijk overkomt. Scènes glijden in elkaar over, een stad ontstaat met een skyline van harmonicagevouwen hoge flatgebouwen en met druk verkeer van rondrijdende papierpropjes.

Verbeelding en 45-jarig vakmanschap – in manipulatietechnieken, in dramaturgie, scenografie, compositie – gaan hier harmonieus samen in een aanstekelijk spel van papier. Bij TAMTAM geen voorspelbare gevouwen hoedjes, bootjes of origamifiguurtjes. A paper life is een vorm van poésie pure, van beeld, licht, klank én spelplezier. De computercomposities van Gérard Schiphorst met melodieën, pianoklanken, percussie, en allerlei geluidjes vullen de papieren handelingen organisch aan. Een bijwijlen melancholische sfeer zweeft over de tafel. Vertederd kijken we, vaak glimlachend, soms schaterlachend, steeds met verwondering naar de stukken papier die al dan niet herkenbare figuren en dingen uit de omringende werkelijkheid verbeelden, en hun eigen theatraal gangetje gaan.

Foto: Femke Teussink