Als je te lang werk doet dat tegen je gevoel in gaat, implodeert op een gegeven moment je verstand. Dat overkomt componist en tekstdichter Gordon in de charmante musical A New Brain van De Kernploeg.

‘Kikkers zitten vol met lente…’ Gordon Schwinn schrijft sullige, blije liedjes voor kikker Fred, een figuur in een kinderprogramma. Sesamstraat, zeg maar, maar dan truttiger. Dat werk druist in tegen zijn ambities: Gordon zou graag diepgaande, betekenisvolle liederen willen schrijven. Maar daarvoor wordt hij niet betaald en er moet wel brood op de plank komen.

Ergens midden in het maken van zo’n kikkerlied begeeft zijn brein het. Gordon wordt afgevoerd naar het ziekenhuis. Hij moet een hersenoperatie ondergaan, waarvan het maar de vraag is of die zal helpen; sterker: waarvan niet duidelijk is of hij die zal overleven. In het ziekenhuis is de kermis compleet. Het personeel is geschift, de moeder van Gordon bedelft hem onder haar zorg enn zijn vriend heeft pas tijd voor de zieke componist wanneer hij zelf klaar is met een decadent zeiltochtje. Het ziekenhuisbestaan van Gordon speelt zich af in een wereld waarin droom en werkelijkheid met elkaar om voorrang strijden.

De Kernploeg is een soort gelegenheidsformatie van musicalacteurs. Die zijn van plan vanaf nu elke zomer een onbekende musical te brengen uit het rijke Amerikaanse aanbod. En dan niet met de over the top grandeur waarmee musicals doorgaan gepaard gaan, maar kleinschalig, in bescheiden setting, zonder pretenties. Het initiatief is afkomstig van Erwin Aarts, voormalig musicalacteur en hoofd duty- en floormanagement van het Utrechtse Beatrixtheater. Met deze sobere, kale uitvoeringen wil De Kernploeg de ballast van de musicalverhalen afschudden om te komen tot de essentie van plot en muziek.

A New Brain moet dus de eerste worden in een reeks. De musicals is geschreven door William Finn (Falsettos, Little Miss Sunshine) en James Lapine (Into the woods, Sunday in the Park with George). De plot leunt op het eigen verhaal van Finn.

Erwin Aarts brengt zijn ploeg bijeen in de kale, minimalistische Scheepsbouwloods op het NDSM-terrein in Amsterdam-Noord. Hij heeft met onder anderen Freek Bartels, Lone van Roosendaal en Tony Neef  stevige musicalacteurs in huis. Zij tekenen ervoor in een volstrekt basale setting een onbekende musical acht keer te brengen voor tweehonderd toeschouwers. Het publiek zit aan beide zijden van het speelvlak tegenover elkaar op houten banken. Alle acht spelers doen puur uit liefde voor wat hier gebeurt mee, want geld levert het nauwelijks op. Ze worden ondersteund door een uitstekend orkest, zeven mensen sterk.

Het decor bestaat voornamelijk uit een zaalbrede strook ‘muziekpapier’ met noten erop, een stevige stapel boeken en een klapdeur zoals ziekenhuizen die kennen. Daarin spelen en zingen de acht spelers hun longen uit hun lijf. Vooral Freek Bartels als de zieke componist Gordon en Lone van Roosendaal – met krullenpruik en opgepompt decolleté – als zijn verstikkend bezorgde moeder maken indruk. Peggy Sandaal als zwerver gooit haar machtige stem in de strijd, al is haar personage nogal schimmig. Wat doet die dakloze in het verhaal? Stelt ze een soort waarschuwing voor: als je alles verliest, is dit wat er rest? Of verbeeldt zij de kern, de essentie van het bestaan, ontdaan van bezit en dierbaren? Heel erg duidelijk wordt dat niet, maar mooi is de zwerver van Peggy Sandaal wel, bijna steeds aanwezig op de achtergrond.

Merkwaardig is ook de symboliek van de stapels boeken in het decor. Die staan voor het oude, zieke leven van componist Gordon en hij moet er afstand van doen om een nieuw, gezond bestaan te kunnen opbouwen. Vreemde keuze (van schrijvers Finn en Lapine) om daar juist boeken voor te gebruiken en die weg te laten gooien.

Niet alles is even strak of scherp in A New Brain. Inzetten gaan mis, de choreografie rammelt hier en daar, de muziek overstemt nu en dan de zangstemmen. Dat laat onverlet dat dit een fijne voorstelling is. Uitgedrukt in punten: voor dans een 7, voor zang een 8, voor muziek een 9, en voor inzet een 10! Gaat dat zien.

foto Neeltje Knaap