Na een geslaagde productie van Sweeney Todd in 2014 schiet de Nederlandse Reisopera opnieuw in de roos met een musical van Stephen Sondheim, A Little Night Music. Alles is goed aan deze voorstelling: een voortreffelijke zangerscast, schitterende decors en dito kostuums, kostelijke enscenering en een uitstekend spelend Gelders Orkest onder leiding van Ryan Bancroft. Regisseur Zack Winokur buit de mogelijkheden van het cynisch-humoristische libretto van Sondheim slim uit en krijgt de lachers geregeld op zijn hand.

Gebaseerd op de film Glimlach van een zomernacht van Ingmar Bergman, zoomt Sondheim een kleine drie uur lang in op een scala aan driehoeksverhoudingen van het type ‘de ene wil een ander, maar die ander wil die ene niet…’ uit het bekende lied van Ramses Shaffy. Deze vinden een muzikaal equivalent in een keur aan walsen, polonaises en andere dansen in driedelige maatsoorten.

Spilfiguur is Desirée Armfeldt, een actrice op leeftijd die een affaire heeft met de jaloerse – maar getrouwde – militair Carl-Magnus Malcolm. Maar eigenlijk houdt zij nog altijd van de ietwat saaie advocaat Fredrik Egerman, de (onwetende) vader van haar dochter. Fredrik is inmiddels getrouwd met de achttienjarige Anne, die ondanks elf maanden huwelijk nog altijd maagd is. Wanneer Fredrik zijn gerief komt halen bij Desirée vlamt haar oude liefde weer op en om hem terug te winnen organiseert ze op het landgoed van haar moeder een ‘Weekend in the Country’.

Na een eindeloze hoeveelheid verwikkelingen – met onder andere een Russisch roulette en een zelfmoordpoging – komt alles keurig op zijn pootjes terecht. Moeder Armfeldt reeg net als haar dochter de ene minnaar aan de andere maar verlangt op haar oude dag terug naar die ene versmade geliefde. Onder het debiteren van humoristisch-weemoedige levenswijsheden aan haar kleindochter laat zij tot slot blijmoedig het leven en is de musical af. Dit is een glansrol van Inez Timmer, die met perfecte dictie en onderhuidse ironie de vileine teksten van Sondheim spreekt en zingt. ‘Druk je borsten niet tegen de leuning van mijn stoel, dat remt hun groei.’ Bernadeta Astari is met haar onafscheidelijke hondje en kwikzilverige verschijning de ideale kleindochter.

Al even overtuigend is Susan Rigvava-Dumas als Desirée Armfeldt. Wanneer ze ontdekt dat Fredrik toch de prille Anne boven haar verkiest zingt ze met grote inleving de evergreen ‘Send in the Clowns’. Met haar ingehouden, soms bijna gefluisterde vertolking maakt ze haar schaamte en verdriet zeer invoelbaar. Menigeen – uw verslaggever incluis – pinkte hierbij een traantje weg. Fenomenaal is ook Paul Groot, die als Fredrik de ene rake oneliner aan de andere koppelt. Job Greuter overtuigt als zijn kwezelige zoon, die heimelijk verliefd is op Anne, zich zonder succes laat verleiden door dienstmeid Petra en zichzelf ook nog eens geweldig begeleidt op de cello.

Sanne Franssen is een ondeugend-hoerige Petra, die Henriks gulp dichtknoopt met de woorden ‘Give it a rest, and you’ll be surprised how perky it will be by morning’. De sopraan Laetitia Gerards zingt uitstekend, maar zou de naïveteit van Anne wat sterker over kunnen brengen. Geestig is Jessica Aszodi als de bedrogen echtgenote van Carl-Magnus, die ietwat houterig wordt gespeeld door de bariton Hadleigh Adams. Het koor van vijf zangers en zangeressen vertolkt met aanstekelijk enthousiasme de niet uitgesproken gevoelens van de personages en levert snedige commentaren.

Regisseur Winokur houdt de vaart er goed in door de scènewisselingen onderdeel te maken van het verhaal. De protagonisten slepen zelf de rekwisieten het podium op, dat zij met een simpele handgreep veranderen in een boudoir, een balzaal of een nachtelijke tuin. De eerste akte baadt in een weldadig rood licht, de tweede akte is gezet in zilvergrijze tinten. Uitzondering is Desirée, die in haar knalrode jurk alle aandacht naar zich toezuigt.

Eigenlijk is A Little Night Music overigens meer een toneelstuk met muziek dan een musical/operette/opera. Er is veel gesproken tekst – met opvallend goede Engelse uitspraak en acteerwerk – en de muziek is uitgesproken dienend. Aanstekelijke walsen en terugkerende melodieën werken als leidmotieven die het toch wat wijdlopige libretto samenhang geven. Sondheim is een begenadigd instrumentator. Hij kleurt de actie in met subtiele soli van piano, hout- en koperblazers en neemt gas terug als de zangers aan het woord zijn.

Het is even schrikken van de door microfoons versterkte zang. Dat schept enige afstand, maar daar ben je snel aan gewend. Het komt bovendien de verstaanbaarheid zeer ten goede en geeft de zangers de kans ook heel zacht en intiem te zingen. Met als absoluut hoogtepunt het boven genoemde ‘Send in the Clowns’. Het publiek in het Wilminktheater barstte na afloop van de première los in een stormachtig, minuten durend applaus. Opnieuw is de Reisopera erin geslaagd een topproductie neer te zetten in een genre dat je niet snel in een operahuis verwacht. Dit smaakt naar meer.

Foto: Marco Borggreve