De gehele wereldgeschiedenis, inclusief die van het universum, op het toneel brengen, kan dat? De Vlaamse regisseur Alexander Devriendt ging eraan staan en creëerde een inventieve en speelse voorstelling, die appelleert  aan de collectieve herinnering. A history of everything  is een coproductie van zijn gezelschap Ontroerend Goed en de Sydney Theatre Company van actrice Cate Blanchett en haar echtgenoot Andrew Upton. De voorstelling vat dertien miljard jaar samen in amper honderd minuten, in de omgekeerde volgorde weliswaar.   

Tijdens de openingsmonoloog beschrijft actrice Charlotte de Bruyne haar leven van achter naar voor. Hoe ze elk dag vies onder de douche vandaan komt, moe opstaat, geen ouders heeft maar krijgt, en aan het einde van haar leven in de buik van haar moeder kruipt, net zoals haar moeder kroop in de buik van haar oma. Iemand leest een overlijdensadvertentie van de actuele dag, 31 maart 2012. Dan begint de tijd op de achterwand terug te tikken en is het is de beurt aan de wereldpolitiek. Die begint met het nog verse nieuws van de afgelopen week en gaat dan steeds verder terug en sneller. De omgekomen kinderen in de Zwitserse tunnel passeren evengoed als het ongeluk van prins Friso, de opstand in Syrië, Gaddafi, Obama, Michel Jackson, de moorden op Theo van Gogh en Pim Fortuyn en niet te vergeten alle highlights van Apple, van iPod tot iPad.

Op de vloer ligt een witte papieren wereldkaart met alle werelddelen zorgvuldig uitgesneden. Zeven acteurs memoren in ras tempo een ongekende hoeveelheid relevante namen en gebeurtenissen en spelen ze soms kort na. Gewiekste citaten en kleine rekwisieten illustreren het spel. Uit kleine geweertjes rolt bij een schot de tekst ‘bang’, een watersproeier verbeeldt de tsunami, houten kruizen transformeren in buksen en bijlen. Zwarte bordjes met ‘War’ worden op de kaart geplaatst alsof het tafelreserveringen zijn en het einde van koloniën wordt aangekondigd met vaandeltjes. Afrika staat geruime tijd vol met vlaggen.

A history of everything is vooral de geschiedenis van een West-Europese samenleving, gemaakt vanuit het perspectief van de spelers, per voorstelling aangepast aan de plaats van uitvoering. Een uitgebreid verslag van de Eerste Wereldoorlog zet het hollende tempo van de feiten even stil. Sommige gegevens confronteren, zoals bijvoorbeeld het toegenomen aantal wereldburgers na de industrialisering. Gaandeweg draait de tijd sneller terug en kent de voorstelling steeds minder tekst. Met witte kragen creëren de acteurs kundig een schilderij van Rembrandt, zwarte schedels markeren het einde van de pest en een bijna komische groepspose verbeeldt een grottekening. Mooi is de monoloog over de laatste gedachte van de mens, net als bij de openingsmonoloog ontstijgt de voorstelling op dat moment zichzelf.

Regisseur Devriendt is zeer precies geweest en brengt ook de evolutietheorie compleet in beeld. Omdat dit onderdeel van de geschiedenis weinig houvast biedt aan bekende feiten, maar wel zijn tijd opeist, vraagt het laatste deel van de voorstelling meer van de kijker. Niet in de laatste plaats omdat de details ook klein zijn. Toch is die consequentie ook de kracht van A history of everything. Wie een einde verwacht met een heuse oerknal en veel effect komt bedrogen uit. Met eenvoudige theatrale middelen en veel spitsvondigheid geeft Devriendt niet alleen een intrigerend overzicht van de geschiedenis, maar laat hij ons ook voelen hoe nietig en tegelijkertijd waardevol elk gegeven en dus ook elk leven is.