De Werkspoorfabriek is een prachtige locatie voor 7, het derde deel uit een drieluik van de in Brussel residerende Radouan Mriziga. Alsof de voorstelling speciaal voor de oude loods gemaakt is, alsof ze nergens anders zou kunnen worden gespeeld. Dat is natuurlijk niet helemaal het geval, de voorstelling speelt al sinds 2017, maar is nu voor het eerst in Nederland te zien. En de voorstelling maakt schitterend gebruik van de mogelijkheden van de industriële ruimte in Utrecht. Als voorstelling die de relatie tussen dans en architectuur, tussen het menselijk lichaam en bouwwerken aftast, krijgt ze hier een uitgebreid buffet om naar believen uit te kiezen.

Het getal zeven heeft iets. Het loopt als een rode lijn van mythische en mathematische proporties door de geschiedenis. Rome werd gebouwd op zeven heuvels, de klassieke oudheid kende zeven wereldwonderen. Op die wereldwonderen inspireerde Mriziga zijn voorstelling voor zeven spelers, inclusief hemzelf en een speler van de kanun, een trapeziumvormig snaarinstrument uit het Midden-Oosten.

is het laatste deel van een trilogie, die begon met Mriziga’s solo 55 (2014) en een vervolg kreeg met 3600 (2016) met drie dansers. Getallen dus. Wie die voorstellingen heeft gezien weet dat de lijnen uit de eerste twee delen verder trekt, met bijvoorbeeld het lichaam als meetinstrument en geometrische vloerpatronen in tape en krijt. Maar die informatie is niet noodzakelijk om de esthetische kwaliteiten te voelen. De voorstelling is aangekondigd als het meest complexe én toegankelijke deel van het drieluik. Dat klopt als een bus. wil inderdaad van alles. Je kunt proberen alle mogelijke verhalen te ontleden, maar daar schiet je waarschijnlijk weinig mee op. Veel meer kun je op elk moment 7 bekijken in pure fascinatie.

Via de trap bereiken we de eerste verdieping van de loods in de Werkspoorfabriek, een open ruimte. We zoeken een plekje tegen de wanden en balustraden, rondom de danser die in het midden staat. Hij begint te knippen met zijn vingers en telt tot zeven als een mantra. Plotseling voegt zich een andere stem van achter mij bij hem, hun voeten samen ritmisch tikkend op de betonnen vloer. Zo doemen steeds meer stemmen, ledematen en gezichten op uit het publiek, totdat het zevenkoppige gezelschap voltallig is. Dat werkt verrassend, waardoor ik de rest van het publiek aandachtig blijf bekijken. Wie zou er nog meer bij horen? Uit welk lichaam komt de volgende stem?

De resonerende stemmen en stappen omringen je, begeleid door de kanunsnaren, waardoor de ruimte vreemd genoeg lijkt te worden afgebakend. Alsof je de muren en glazen wanden hoort, ook die je niet kunt zien. Of misschien is dat niet vreemd, want de weerkaatsingen tussen alle panelen en muren en materialen zijn, misschien sterker dan we doorgaans doorhebben, een van de zintuigelijke pijlers voor ruimtelijke oriëntatie.

Die tendens van verrassing, waarbij nieuwe elementen uit alle hoeken kunnen komen, blijft tot het einde aanwezig. Onder andere doordat het ruimtelijke speelveld steeds wordt uitgebreid en voelbaar wordt gemaakt met dans, muziek en licht. We draaien voortdurend onze hoofden, sommige bezoekers veranderen van plek of lopen naar de overkant om te kunnen zien waar de volgende lichaamsecho vandaan komt. Bijvoorbeeld wanneer een aantal van de spelers beweegt op de massieve metalen brug. Ik kan ze niet zien, hun stappen klinken als kanonnen in de diepte van de tijd. Of wanneer een van de dansers via de trappen naar buiten danst, waar het net is opgehouden met regenen. Met zijn veertigen proberen we alles te volgen, soms moet je daarvoor letterlijk de dansers achterna of juist opzij springen, de brug op, een andere ruimte in.

7 trekt vele registers open en dwingt een fluïde positie van het publiek af. Zo zijn niet alleen de dansende lichamen de maat der dingen, maar worden wij zelf een klein beetje op weg geholpen om nog eens bewust te ervaren wat het hebben van een perspectief eigenlijk betekent. De kanun legt bovendien een deken van mystiek over de bewegingen tussen lood en staal, terwijl de uitgebreide dans- en bewegingsvormen afwisselend verbluffen en de verbeelding openen.

Voor Mriziga is het denken niet verheven boven lichamelijke relaties, gevoelens, behoeften en reacties. Interessant genoeg zijn het precies die soms enigszins enigmatische, lichamelijke ontdekkingen die een aanzet voor het denken vormen. In een ruimte vol mogelijke referenties en beelden en betekenissen ontstaat een basale lichamelijke realiteit. Bijna een allegorie op ons alledaagse leven, waarin we de herkomst van de meeste dingen die ons omringen zelden kennen.

Foto: Bruno Simão