De voorstelling 1991 van ’t Barre Land begint heel licht, onschuldig bijna. Acteur Vincent van den Berg zegt, bijna terloops, heen en weer lopend over een bijna lege speelvloer: ‘In het jaar dat Kroatië zich onafhankelijk verklaarde, verschenen er op de markt van Zagreb een soort colablikjes met zuivere lucht erin. Het stond erop: zuivere lucht.’ Dit klinkt helemaal overtuigend: pure lucht, wie wil dat niet?

De titel van de voorstelling luidt 1991, in de literaire kunst is dat een palindroom, zoals ‘lepel’ dat is: de betekenis verandert niet als je het getal of woord van achteren naar voren leest. Het jaartal heeft ook nog eens een grote symbolische lading, waarbij de 1 staat voor het begin en de 9 voor het slot. ’t Barre Land brengt met 1991 geweldige teksten op de bühne, ontleend aan en geïnspireerd door de briljante essays van Dubravka Ugresic (Kroatië, 1949), die in 1993 haar land ontvluchtte en nu in Amsterdam woonachtig is.

Toen in 1991 de oorlog uitbrak in het voormalige Joegoslavië, een oorlog die zich toespitste én verhevigde in de strijd tussen Bosnië en Kroatië, keerde Ugresic zich tegen het nationalisme van beide landen. Maar ze bleef aanvankelijk nog in het Kroatische Zagreb wonen, de hoofdstad. Lang kon dat niet duren. Door haar verzet tegen de domheid en wreedheid van de oorlog en het verregaande, verstikkende nationalisme werd zij het doelwit van pers, politiek en publieke opinie. Ze werd gesmaad en gehoond, uiteindelijk bleef haar slechts één uitweg over: vluchten. Na omzwervingen kwam ze in Amsterdam terecht.

Met deze ‘vertoneling’ van Ugresics zorgt ’t Barre Land voor een mijlpaal in de huidige theaterpraktijk, waarin boekbewerkingen aan de orde van de dag zijn. De drie spelers, behalve Van den Berg ook Czeslaw de Wijs en Margijn Bosch, met Stef van Es op gitaar, brengen theatrale essayistiek, en dat is even gewaagd als zeldzaam. De metafoor van ‘zuivere lucht’ voert Van den Berg, gedragen door Ugresics woorden, tot het absurde door, waarbij ook het luchtruim boven Kroatië zuiver zou moeten zijn. Heel knap weet hij het moment in te bouwen dat het hele idee van zuivere lucht omslaat in het negatieve: het streven naar vaderlandse zuivere licht is niets anders dan het begin maken van etnische zuiveringsacties. Iedereen die kritiek uit op de jonge staat Kroatië loopt levensgevaar.

Haar essaybundel De cultuur van leugens (1995) legt haarscherp deze omwenteling uit. Als schrijfster verzette ze zich tegen de zuivering van taal en cultuur, tegen acties van boeken die uit bibliotheken verwijderd werden, ach, aanvankelijk alleen uit plattelandsbibliotheken, dat hindert niet echt. Gaandeweg uit alle bibliotheken, ook in grotere steden als haar woonplaats Zagreb. In een prachtige vertellende speelstijl, zoals we die ook kennen van Maatschappij Discordia, zetten de acteurs uiteen hoe stap voor stap het Kroatische nationalisme kritische reflectie uitschakelt.

De voorstelling is statisch en de articulatie kan beslist beter, af en toe is de woordenstroom té onophoudelijk. Het soortelijk gewicht van elke mededeling is hoog, want Ugresic schrijft indringend. De soms intieme, dan fijn jankende gitaarbegeleiding door Van Es accentueert de drie verschillende rollen die de spelers aannemen: Van den Berg heeft meer de rol van verteller, waardoor hij het dichtst bij de auteur staat. Bosch neemt persoonlijke statements voor haar rekening, zoals in die schitterende, cynische scène over Bosnische meisjes die er helemaal niet als meisjes uitzien en De Wijs reflecteert op Ungresics essayistiek. Hij voegt er zijn eigen zienswijze aan toe, zijn eigen essayistiek hoe snel en rücksichtlos een vooraanstaand schrijver gedegradeerd wordt tot landverrader.

Hiermee reflecteren de spelers hoe fictie en politieke satire, schijn en wezen, autobiografie en spel met taal (‘zuivere lucht!) in de dramaturgie van een voorstelling weliswaar uit elkaar gehaald worden, maar tegelijk innig met elkaar zijn verbonden. Amusant en licht-hilarisch wordt het ook als Van den Berg en De Wijs elkaars woorden en zinnen aanvullen of juist tegenspreken. Zo ontstaat een boeiend spel van spiegels en spiegelbeelden, zoals een palindroom dat ook is.

Dit is theater dat wars is van alle gebaande paden, zoals de de lichtvoetige en tegelijk scherpzinnige denkoefeningen van Ugresic dat ook zijn. En is de speelvloer helemaal leeg? Nee. Er ligt, als ik het goed zag, een tent op, zo’n bungalowtent gemaakt van lichte stof. Af en toe schudt Van den Berg het tentdoek op. In zo’n lichte tent, lijkt de voorstelling te willen zeggen, leven mensen die op de vlucht zijn, zoals Ugresic.

Foto: Sofie Knijff