In 1000 kilo watten van het Asser jeugdtheatergezelschap Garage TDI voeren het 15-jarig meisje Izzy en nachtagent Rik een verbaal gevecht dat van de eerste tot de laatste seconde knettert. In de beeldrijke taal van Danielle Wagenaar en de uitmuntende regie van Frederieke Vermeulen wordt in een psychologische steekspel een dubbelportret geschilderd van twee mensen die elk op hun eigen wijze worstelen met het bestaan.

Zij lijkt aanvankelijk niets anders dan een opstandige puber die slechts op megafoonsterkte wenst te communiceren. Snoeihard brult ze ‘Fuck you, police!’ en ‘Té-lé-fóón-tje!’ door de verhoorkamer. Haar gezicht zien we niet, dat gaat schuil in de grote capuchon van haar jas waar in koeienletters Bore me more! op gestikt is. Later zal dat blijken hoe symbolisch dat is. Izzy is niet in staat contact te maken met de wereld om haar heen, ze zit opgesloten in haar eigen. Al dat schreeuwen is over-schreeuwen.

Hij, ongeüniformeerd, is heer en meester in het hol waar hij de scepter zwaait. De scepter die kan veranderen in een knuppel. Als Izzy op een gegeven moment uitdagend ‘sla me dan’ roept is de eerste mep snel uitgedeeld. Het is nacht, er zijn geen pottenkijkers. Zij is aan zijn macht overgeleverd.

Izzy is opgebracht omdat ze op de rand van een hoog dak stond. Volgens haarzelf slechts voor de kick, maar hij zag er ordeverstoring in. Gaandeweg wordt duidelijk dat we ze allebei niet moeten geloven. In een kat-en-muisspel op het scherpst van de snede wordt duidelijk dat Izzy’s agressieve houding geen pose is, maar een grote leegte maskeert. Ze wilde niet springen en dat van die kick is ook maar ten dele waar. Ze deed vooral een poging iets te voelen. Want dat lukt haar niet meer, iets voelen. Alleen de pijn is er. Overal in haar lichaam, het leven doet haar pijn.

In een aangrijpend betoog probeert ze hem daarvan te overtuigen, maar dat is aan dovemansoren gericht. In al zijn arrogantie wist hij al lang wat voor vlees hij in de kuip had: ze is knap en niet dom dus is ze niets meer dan een verwend nest. Liever dan aandacht te schenken aan háár zielenroerselen is hij geïnteresseerd in die van hemzelf. Hij raakt in vervoering door naar klassieke muziek te luisteren want ‘dat brengt je dichter bij het universum’.

Esther Ymkje van Steenis als Izzy en Niek van der Horst als Rik zijn op alle fronten aan elkaar gewaagd. Hoe heftig hun krachtmeting ook is, door het subtiele spel wordt het nergens loodzwaar.

Hun confrontatie brengt ze uiteindelijk niet dichter bij elkaar, maar er ontstaat wel een soort evenwicht. Omdat ook Rik er niet aan ontkomt te erkennen dat hij eenzaam is en zijn nachtelijk onderkomen vooral een vlucht is uit zijn lege bestaan thuis.

1000 kilo watten is gemaakt in opdracht van Stichting Route Jack die aandacht vraagt voor oorzaken en gevolgen van depressies. Daarom is de voorstelling gekoppeld aan een lesprogramma en voorlopig alleen te zien op scholen. Het valt te hopen dat Garage TDI de mogelijkheid vindt om ook in theaters te spelen. Dat verdient deze aangrijpende voorstelling.

Foto: Moon Saris