Met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid is de nieuwe voorstelling van het Gentse trio Hermitage dit seizoen het meest sfeervolle en beste wat er muzikaal en Nederlandstalig in de theaters te genieten valt. Maar de voorstelling met de raadselachtige titel 1 2 4, of de zoektocht naar de derde man is slechts door zestien theaters in huis gehaald. Hulde voor die programmeurs, maar kom op zeg…, de rest van het gilde heeft toch geen vuil in de oren?

Op basis van hun vorige concertreeks Alleen de liefde kan u redden en de puike recensies daarover, zou je toch minstens zestig verwachten. Maar ja, het betere lied – rijk en poëtisch –schijnt een lastig genre te zijn. Hermitage past naadloos in het rijtje Theo Nijland, Alex Roeka, Jeroen Zijlstra, Gerard van Maasakkers en zelfs wijlen Maarten van Roozendaal. Muzikale grootheden waar recensenten hun vingers vol liefde over stuktikken en -tikten, maar voor wie de zalen niet vollopen. En dat betekent financiële risico’s.

Dat zal allemaal best, maar de roependen in de woestijn vinden dat dit absoluut een groter publiek verdient. Punt. Een goed lied van drie minuten kan vaak meer zeggen, meer raken en schuren dan menig gesproken tekst van een kwartier. Dat bewijst Hermitage met dit rijke palet aan teksten en muziek van dichter-zanger David van den Hende (Divan) en zijn companen Filip Verheecke (percussie) en Carlo Vandenhende (snaren).

Zelf hebben ze zich 1, 2 en 4 genummerd. Die zogenaamd derde man is tijdens elke voorstelling een gast die ze muzikaal bewonderen. Met wie ze op het podium zowel een nieuw lied als een klassieker uit het Nederlandse taalgebied zingen. Maar Hermitage zoekt die derde man ook in het publiek: na een korte workshop liedteksten schrijven, krijgt dat in de pauze de kans een eigen tekst te maken, waarvan de besten als couplet in een Hermitagelied worden ingepast. Een heel wat leukere publieksparticipatie dan de obligate ‘meezinger’, al moet het niet te lang duren, zoals tijdens de première.

Het geluid van het trio is, sinds we voor het eerst kennismaakten met Hermitage tijdens het Amsterdams Kleinkunst Festival, een stuk dieper en gevarieerder geworden. Meer instrumenten, meer gebruik van elektronica, meer stijlen. Hun presentatie is volwassener; de frontman – altijd een beetje ijdel en een tikkie koket – geeft Verheecke en Vandenhende voortdurend de ruimte. En dat is gezien de kwaliteit van de twee terecht. De melodieuze nummers, fijne nieuwe exemplaren als De Juf heeft zich vergist, Belogen, Jij en Ik en Bang van de herfst afgewisseld met een paar ‘oude meesters’ als Eskimo en Clausules, staan als een huis. En wat mooi is, hoeft niet allemaal van henzelf te komen. Dat onderstrepen ze met een hertaling van Janis Ian’s In the winter en Ooit was ik een soldaat, van de Gentse zanger en liedschrijver Luc de Vos.

Loop eens binnen bij uw theater en vraag eens naar Hermitage. Misschien helpt het.

Foto: Madelien Waegemans