Sinds de opheffing van het Theater Instituut Nederland (TIN) vijf jaar geleden, wordt het Nederlandse theater zeer minimaal gearchiveerd, onderzocht en gepromoot. Yolande Melsert, directeur Nederlandse Associatie voor Podiumkunsten, kijkt met een jaloerse blik naar de filmsector en zijn florerende filminstituut EYE.

Vanuit mijn werkkamer op het NAPK-bureau kijk ik met een scheef oog naar EYE, het prachtige Filminstituut aan het IJ. Letterlijk scheef, want EYE ligt schuin tegenover ons kantoor, maar ook met een scheef oog van jaloezie.

Ooit (tot 2012) hadden wij ook zoiets in de podiumkunsten: Theater Instituut Nederland (TIN) en Muziekcentrum Nederland (MCN). Twee mooie instituten, gebouwen bomvol informatie, deskundigheid en belangrijke zaken rondom ons vak. Panden waar het bruiste van levendigheid, waar makers, onderzoekers en liefhebbers kwamen om scripts en partituren te zoeken, kennis te delen, inspiratie en geschiedenis te vinden en, niet onbelangrijk, elkaar te ontmoeten. Precies zoals het nu in EYE gebeurt.

Gezegend is de sector die zo’n plek heeft, waar vakgenoten, professionals en liefhebbers elkaar tegenkomen. Waar de geschiedenis wordt bewaard en programma’s worden gepresenteerd die dat in beeld brengen. EYE is een fantastisch instituut, dat zich met verve sterk maakt voor de filmkunst, dat waakt over het behoud, beheer en de ontsluiting van de Nederlandse filmjuwelen. Dat zorgt voor de reflectie, het debat en waar deskundigheid via de programma’s en exposities ook zorgt voor de promotie van deze kunst.

Maar wie waakt er sinds het opdoeken van TIN en MCN over het erfgoed van de podiumkunsten? Wie bewaakt onze canon? Wie zorgt voor het debat en de reflectie? Waar is de plek waar regisseurs, choreografen, componisten, ontwerpers, dramaturgen, beleidsmakers, zakelijk leiders, musici, zangers, dansers, acteurs en al hun professionele en amateur-collega’s terecht kunnen? Waar kunnen ze elkaar ontmoeten om zich te verdiepen, te laten inspireren door voorgangers, te putten uit verzamelde collectieve podiumkunstengeschiedenis?

De podiumkunsten werden zes jaar geleden zeer zwaar getroffen door de bezuinigingen. Behalve het verdwijnen van deze erfgoedinstituten, verdampte ook gemiddeld een kwart (voor sommige disciplines tot 40%) van de subsidies aan gezelschappen, orkesten en ensembles. Als sector zelf een instituut optuigen, lag en ligt ver buiten ons bereik.

Wel werden bij het verdwijnen van de podiumkunsteninstituten in arren moede een aantal taken opgepakt, zowel door organisaties als door eenlingen die besloten dossiers onder hun hoede te nemen om te voorkomen dat ze zouden verdwijnen. Er is gered wat er te redden viel. Delen van de podiumkunsten-erfgoedcollectie zijn zo gelukkig behouden en soms – in afgeslankte vorm – voortgezet. Maar de vorm, wijze van bewaren en kwaliteit daarvan wisselt nogal. Daarbij ligt de informatie verspreid en is die niet of niet zomaar toegankelijk. Er zijn echter ook wel degelijk zaken verdwenen. Het voornaamste dat is verdwenen, is de algehele verantwoordelijkheid, een centrale plek en dito coördinatie.

Hoe moet het nu verder met ons podiumkunstengeheugen? Hoe kan het dat een sector die lokaal, nationaal en zeker ook internationaal zo’n grote impact heeft, gespeend is van zo’n plek? “The farther backward you can look, the farther forward you are likely to see”, zijn befaamde woorden van Churchill.

Willen we over een vluchtige kunstvorm als de podiumkunsten – het kunstwerk bestaat immers alleen op het moment van opvoeren – ook naderhand nog iets kunnen zeggen, willen we in de toekomst nog iets kunnen citeren of ‘sampelen’, willen we ook dit deel van onze geschiedenis bewaren, dan zal er snel een deltaplan moeten komen om een duurzame en volwaardige oplossing voor het podiumkunstenerfgoed te organiseren. Het bestaansrecht van EYE is evident, leg mij maar eens uit waarom iets soortgelijks voor onze sector overbodig zou zijn.

Laten we ons dat realiseren nu de minister, de Raad voor Cultuur en de cultuurfondsen zich komend najaar buigen over de toekomstige structuur en ondersteuning van de kunsten.


Yolande Melsert is directeur Nederlandse Associatie voor Podiumkunsten. Het Nederlands Theater Festival (6 t/m 16 september) besteedt onder de titel “Het Nederlands Theatergeheugen” aandacht aan het erfgoed van het theater, met onder andere werksessies, debatten en interviews.