22 WijkJury’s zijn er inmiddels in Nederland actief en drie in België. Op initiatief van en gedragen door Female Economy bezoeken de groepen ongeoefende ogen ieder jaar een flinke reeks voorstellingen en bekronen hun favoriet. Voormalig lid en ‘roedelchef’ Najat Kaddour gaat dit theaterseizoen op bezoek bij WijkJury’s door het hele land. Deze maand ontmoette ze de twee landelijke coördinatoren, Anne Heintz en Robin Tinkhof. (meer…)
22 WijkJury’s zijn er inmiddels in Nederland actief en drie in België. Op initiatief van en gedragen door Female Economy bezoeken de groepen ongeoefende ogen ieder jaar een flinke reeks voorstellingen en bekronen hun favoriet. Voormalig lid en ‘roedelchef’ Najat Kaddour gaat dit theaterseizoen op bezoek bij WijkJury’s door het hele land. Deze maand schoof ze met WijkJury-leden van voorgaande jaren aan bij een iftar.
Afgelopen zondag vierde ik een extra feestje: een Eid al-Fitr voor kinderen in jeugdtheater De Krakeling, met mijn voorstelling. De plek waar ik zelf mijn eerste voorstelling ooit heb gezien. Ik probeer mijn ogen te geloven als ik de poster zie hangen bij het theater want deze voorstelling is ook nog eens gebaseerd op mijn eerste eigen prentenboek.
Schijnbaar vanzelfsprekend hangt de poster daar, in deze ingewikkelde tijden, waarin ik laveer tussen een wereld die in brand staat en een eigen droom die uitkomt. Ik raak in de war van deze turbulente tijden, af en toe verlammen mijn gevoelens me, maar vervolgens realiseer ik me dat ik maar één ding kan doen: hier mijn licht over laten schijnen, woorden geven, in plaats van op te branden. Want er is veel bewijs van medemenselijkheid en connectie in de stad.
Eid al-Fitr wordt gevierd om de vastenmaand ramadan af te sluiten. Afgelopen maand was Amsterdam rijk aan iftars: de maaltijd waarmee het vasten wordt verbroken bij zonsondergang. Op sommige dagen in maart was het moment van het breken van het vasten on-Nederlands van kleur, door overgewaaid saharastof. En wat een groot geluk was het dat de WijkJury deze maand een exceptionele uitnodiging ontving van de Hartwig Art Foundation voor een iftar maaltijd voorafgaand aan een eenmalig concert van Tarek Atoui met musici uit Ourzazate, een stad en provincie aan de voet van het Atlasgebergte en de poort naar de Sahara. Omdat de huidige WijkJury’s niet mogen ingaan op uitnodigingen vanwege onpartijdigheid in hun jurering hadden wij, WijkJury leden van voorgaande jaren, het geluk om bij deze iftar aan te schuiven.
De naam van de componist trekt mijn aandacht: Tarek is afgeleid van het Arabische woord taraqa, hij die ‘s nachts op de deuren klopt. Zelf noemt hij het the Nightcomer: ‘At-Tariq, de gast die ’s nachts aanklopt op zoek naar kennis. In de Koran is er een vers over gastvrijheid, over het op elk moment van de dag openstellen van je deur voor At-Tariq. Dit is een heel belangrijk begrip in de definitie van gastvrijheid binnen de islamitische en Arabische cultuur.’
Zo heeft hij ook de musici ontmoet, hij klopte aan hun deur tijdens zijn onderzoeksproject The Sahara Chapter. Op deze avond opent At-Tariq voor ons, de oud WijkJury-leden, de deuren. Er zijn lange rijen met mensen die zich verzamelen voor het concert, terwijl wij aanschuiven aan de lange tafel voor de iftar-maaltijd. We zitten daar zij aan zij met kunstminnende, vastende en niet vastende moslims. Met alle regenboogkleuren van de lgbtq+, oud en jong, Amsterdammers en de Marokkaanse musici.
Wanneer ik een plaatsje vrij wil houden voor een mede WijkJury-lid omdat er iemand anders naast mij wil zitten, komt Tarek in zijn flamboyante fuchsia pak vertellen dat de dame plaats mag nemen, en tovert tegelijkertijd meer stoelen tevoorschijn. Zo ontmoet ik een gepensioneerde kunsthistoricus en feministe van het eerste uur. We praten alsof we ons in een gewatteerd sieradendoosje bevinden, zo glinsterend en delicaat. Samen nemen we tot ons wat de aarde ons heeft gegeven. Mijn lege maag maakt mijn zintuigen extra ontvankelijk.
Het optreden daarna voert me weg, van de stoeptegels en bakstenen, en ik voel hoe ik langzaam aan de onregelmatige grond aan de voet van een berg omhoog begin te lopen. Ik hoor geluiden vanuit de verte, geschuifel, om ineens een kampvuur in het vizier krijgen, op een binnenplaats. Tarek speelt en beweegt letterlijk met geluiden, zijn handen vibreren boven een elektronisch instrument dat ik niet kan zien. Bijgestaan door percussionist Susie Ibarra, muzikant Nancy Mounir, dj en producer Ziúr bereik ik die binnenplaats voor mijn geestesoog waar de traditionele Marokkaanse musici met hun zang en de opgewarmde trommels spelen.
De zangeressen doen me denken aan de chikhats die ik als kind bewonderde. Veertig jaar geleden, toen ik in Marokko op vakantie was, en mijn ouders elke avond aan de kleding trok om naar de optredens te gaan van deze onafhankelijke vrouwen. Zij zongen met een bloedserieus gezicht. En ook al kon ik ze niet verstaan: hun gezichten vertelden alle verhalen die ik wilde horen. Over verdriet, zwaar werk, de liefde en vrijheid. Het waren deze gezichten: die het lef hadden hun woede niet te verbergen, het lef hadden niet continu te glimlachen om minder gevaarlijk over te komen, niet glimlachten om hun kracht af te zwakken, om te laten zien dat mannen niets van hen te vrezen hadden, die zachte revolte was de balsem voor mijn kinderziel.
Zo fascineren ook de zangeressen die nu met Tarek meereizen. Wat een reis, zowel voor deze zangeressen als voor mij, hier in Amsterdam, in De Balie, midden op het Leidseplein. Terwijl de wereld in brand staat, en ik als oud WijkJury-lid en het kind dat ik ooit was me weer kan herinneren waar het in het leven over gaat: het lef om niet te glimlachen als je revolte voelt in je hart.
Foto: Leendert Vooijce – Najat Kaddour. De WijkJury is ook te volgen op Instagram.