Door de verscherpte coronamaatregelen zijn veel grote en kleine theaters gesloten. Maar overal in het land blijven theaters ook wél open, zoals De Winsinghhof in Roden waarvan Natalie Straatman-Jeuring directeur en programmeur is. Welke gevolgen hebben de maatregelen op haar werk? 

Helemaal dicht gaan, was voor Natalie Straatman-Jeuring geen optie. ‘Dat heeft te maken met het feit dat wij sowieso al een kleine zaal zijn en met anderhalve meter afstand zaten wij al op een maximum van 36 verkoopbare stoelen. Veel geplande voorstellingen zaten nog net niet aan de 30 en dan er is geen reden om die af te blazen. Je kan niet zomaar eenzijdig een contract opzeggen.’

Afzeggingen van artiesten heeft De Winsinghhof niet gehad. ‘Sterker, de artiesten waarvoor we wel al 36 kaarten hadden verkocht, hebben er bij ons op aangedrongen het aantal terug te brengen tot 30 zodat er gewoon gespeeld kan worden. Dat was vorige week het geval bij Robert-Jan Stips, een verplaatste voorstelling uit april. Die zat op tweemaal volle bak. Het impresariaat stelde voor de laatst verkochte kaarten terug te nemen, maar dat vind ik not done. Het waren kaarten die al voor  april gekocht waren. Wat we uiteindelijk hebben gedaan, is op de lijst kijken naar mensen met wie we al langere tijd een goede band hebben en die hebben we persoonlijk benaderd en de situatie uitgelegd. Zo konden beide concerten toch doorgaan.’

Helemaal goed voelt Straatman-Jeuring zich niet bij het wel open zijn. ‘Los van of iets nou wel of niet rendabel is, vraag ik me af of je dit soort activiteiten niet moet meenemen in een lockdown om verspreiding van het virus te bedwingen. De intentie is nu immers dat iedereen zoveel mogelijk thuisblijft. Ik zie veel mensen de randjes opzoeken van wat nog mag, daar wil ik niet in meegaan. Maar ik heb geen enkele twijfel over de veiligheidsmaatregelen die wij hebben kunnen toepassen in ons theater: het was veilig en het is nog steeds veilig.’

Op dit moment heeft Straatman-Jeuring vrijwel dagelijks contact met impresariaten. Over wat er nog mogelijk is, maar ook over nieuw aanbod voor januari tot en met mei. Daarbij hanteert zij het principe dat De Winsinghhof maar één keer een voorstelling verplaatst. ‘Dat wordt me niet altijd in dank afgenomen, maar dat doe ik omdat ik niet een voorstelling wil laten zien die ooit in april of mei 2020 zou eindigen terwijl er relevanter nieuw werk gemaakt wordt. Elke verplaatsing kost je daarbij bezoekers.’

Voor het nieuwe seizoen heeft De Winsinghhof nog niets geprogrammeerd. ‘Daar ga ik pas in het voorjaar naar kijken. Het hele programmeren is totaal anders geworden. Er is niets positiefs aan corona, maar ik heb altijd al zo rond mei de voorstellingen voor het najaar willen boeken, en in het najaar pas voor het voorjaar daarop. Iedereen was altijd zo’n anderhalf jaar van te voren aan het plannen, dat wordt nu doorbroken en ik hoop dat we dat vast kunnen houden. Dat geeft makers ook veel meer de mogelijkheid om in te springen op wat er nu speelt.’

Deze week zijn zangeres Leonie Meijer, cabaretière Elke Vierveijzer en Theater Pannenkoek te zien in De Winsinghhof. Foto: Corné Sparidaens/Dagblad van het Noorden.