Manifestaties van de vrijheid des geestes – Een liberale kijk op cultuur en sport’ is de titel van een verkenning die de Teldersstichting heeft uitgebracht. In dit geschrift verkent het wetenschappelijk instituut van de VVD de grondslagen van een liberaal cultuur- en sportbeleid.

Opmerkelijk is dat de liberale denktank in een en dezelfde studie sport en cultuur met elkaar vergelijkt, waarbij wordt vastgesteld dat de overheid op het terrein van de sport ‘de rol van aanjager en voortrekker’ krijgt toegewezen. Terwijl op het terrein van de cultuur de overheid terugtreedt, haar teruggeeft aan de burger en ruimte maakt voor het particulier initiatief.

Volgens de liberale denkers gelden beide activiteiten voor de ‘gemiddelde burger’ als ‘een  vorm van vermaak’ en worden beide door de overheid gebruikt als middel om maatschappelijke en economische doelstellingen te bereiken. In Manifestaties van de vrijheid des geestes verwerpt de VVD-denktank vier vaak gehanteerde argumenten ter legitimering van rijkssubsidie: volksverheffing, cultuur als publiek goed, prijsbeheersing en positieve economische effecten. Hij concludeert dat op deze instrumentele waarde van cultuur niet teveel nadruk moet worden gelegd. Het maakt de cultuursector kwetsbaar. De legitimatie van overheidsbemoeienis moet gelegen zijn in het belang van kunst en cultuur zelf. ‘Van het hele culturele spectrum kan alleen van erfgoed met recht worden gezegd dat het een publiek goed is,’ schrijven de samenstellers. Tot dat erfgoed rekenen zij ook de podiumkunsten. ‘Bij de podiumkunsten is het onmogelijk om de traditie van opera, dans of klassieke muziek los te zien van de daadwerkelijke productie of uitvoering van stukken in het hier en nu. [..] In de podiumkunsten zijn de kunstenaar en de kunstvorm die hij beoefent onverbrekelijk met elkaar verbonden. [..] Tsjaikovski’s Zwanenmeer onderscheidt zich in dat opzicht niet wezenlijk van Van Goghs Zonnebloemen.’

Wat betreft innovatieve, baanbrekende kunst erkent de denktank dat overheid noch deskundigen deze goed kunnen beoordelen of voorspellen. Desondanks komt zij als immaterieel erfgoed op het domein van erfgoedbeheer te liggen, ervan uitgaande dat subsidiëring van podiumkunsten kan worden opgevat als een bijdrage tot het behoud van waardevolle culturele tradities.

Minder geslaagd, erkent ook dit geschrift van de Teldersstichting, zijn de btw-verhoging voorde podiumkunsten en de Geefwet. ‘Zowel de Geefwet als de verhoging van de btw zondigen tegen liberale principes als gelijkheid en neutraliteit,’ concludeert de Teldersstichting.