De nieuwe Vlaamse Regering zet het mes in de uitgaven voor kunst en cultuur. Minister van Cultuur Jan Jambon (Vlaams-nationalistische N-VA) kondigde vrijdag grote besparingen aan voor 2020: alle structureel gesubsidieerde organisaties uit de cultuurnota moeten 6 procent inleveren. Het grootste slachtoffer zijn de projectsubsidies: die dalen met liefst 60 procent. De Vlaamse cultuursector is verontwaardigd en kondigt acties aan.

Cultuur is in België een aangelegenheid van de gemeenschappen, van Vlaanderen en Wallonië dus. Er zijn nauwelijks nationale kunstsubsidies, op enkele enkele federale instellingen na (zoals Opera De Munt en Koninklijke Musea voor Schone kunsten).

Voor veel Vlaamse cultuurorganisaties is de aangekondigde besparing dus serieus. Ze zullen de plannen voor 2020 moeten bijstellen. De drie stadstheaters, Toneelhuis (Antwerpen), KVS (Brussel) en NTGent, krijgen nu jaarlijks elk tussen de 2 en 3 miljoen euro van Vlaanderen; zij zullen die knip van 6 procent stevig voelen. Ook alle andere meerjarige gesubsidieerde Vlaamse theater- en dansgezelschappen moeten 6 procent besparen.

De zeven erkende grote Vlaamse Kunstinstellingen (De Singel in Antwerpen, concerthal AB in Brussel, Antwerp Symphony Orchestra, Kunstencentrum Vooruit in Gent, Concertgebouw Brugge, Opera Ballet Vlaanderen en Brussels Philharmonic/Vlaams Radio Koor) hebben, net als de BIS-instellingen in Nederland, een aparte status in Vlaanderen. Zij vallen buiten het zogenaamde  ‘Kunstendecreet’ (cultuurnota) en worden rechtstreeks door de Vlaamse regering gefinancierd. Op hen maakt de Minister ook een uitzondering. Zij moeten het minst inleveren: 3 procent op hun begroting van 2020. Zo stond het in het regeerakkoord: deze Vlaamse Regering wil – net als de vorige – de grote spelers versterken. Bovendien worden de bedragen voor zowel de cultuurorganisaties als Kunstinstellingen niet geïndexeerd.

Maar de grootste besparing is er in de ‘Projectenpot’: dat zijn de tijdelijke subsidies voor een looptijd van één project tot maximum drie jaar. De hoeveelheid geld die daarin zit, veranderde in het verleden al sterk: onder de vorige cultuurminister Sven Gatz (Open Vld) fluctueerde het jaarlijks beschikbare budget tussen 5 en 11 miljoen euro. In 2019 was er nog 8,4 miljoen euro beschikbaar. Daar zet Jambon nu de schaar in: in 2020 er nog 3,3 miljoen van over, ofwel een daling van 60 procent. ‘Selectiever kiezen moet leiden tot een betere ondersteuning’, scheef Minister Jambon, die tevens Vlaams Minister-President is, in zijn laatste beleidsbrief. ‘De prioriteit moet gaan naar projecten met internationale uitstraling.’

De projectenmiddelen dalen, en die waren al overbevraagd. Bij de recentste ronde van voorbije zomer werden 520 aanvragen positief beoordeeld door de beoordelingscommissies, maar slechts 90 aanvragen gehonoreerd: een historisch laag percentage van 17 procent. Voor de Vlaamse verkiezingen van 26 mei riep belangbehartiger Overleg Kunstorganisaties nog op tot een verdubbeling van de Projectenpot, maar die kwam er dus niet.

Dat is slecht nieuws voor de vele gezelschappen en individuele kunstenaars die subsidies en beurzen ontvangen via de Projectenpot. Onder meer groepen zoals Hof van Eede en Compagnie Barbarie of festival Batârd ontvingen tot nu jaarlijks geld uit deze pot voor nieuwe producties of festivals. Andere kunstenaars vroegen eenmalig aan. Veel gezelschappen die nu meerjarig gesubsidieerd zijn, begonnen ooit met projectbudget.

Het hele beleidsdomein Cultuur krijgt een lineaire besparing opgelegd, maar er wordt ook geschoven binnen de cultuurbudgetten. Zo krijgt de cultureel-erfgoedsector (een beetje) meer geld. Ook de (qua Vlaamse subsidies) achtergestelde provincie Limburg mag rekenen op een kleine inhaalbeweging, althans beeldende kunstplek Z33 in Hasselt, cultuur- en congrescentrum Alden Biesen en belevingsdomein Bokrijk. Ook voor de cultuurfondsen zoals het Vlaams Audiovisueel Fonds (film en tv) en Literatuur Vlaanderen (het vroegere Vlaams Fonds der Letteren) zijn er meer subsidies, maar zij zullen daarmee wel ‘de Vlaamse identiteit’ moeten versterken – een stokpaardje van de nieuwe Vlaamse Regering, zie ook de eisen die het oplegt aan de openbare omroep VRT.

Het besparingsnieuws leidde afgelopen weekend tot veel verontwaardigde reacties bij de cultuursector en het brede publiek. ‘De gevolgen van deze beslissing raken iedereen’, zegt directeur Leen Laconte van Overleg Kunstorganisaties (OKO). ‘Als kunstenorganisaties moeten besparen, hebben ze een aantal opties. Snijden in het aanbod, bijvoorbeeld. Of extra inkomsten zoeken. Aangezien de besparingen al ingaan in 2020, is dat laatste niet meer mogelijk. De engagementen voor die periode zijn al lang gemaakt.’ Bovendien, zo voegt ze eraan toe, besparen de kunsten al tien jaar. ‘Op die tijd is er al 25 miljoen euro uit de sector gehaald, met daarbovenop nog eens indexeringen die niet aangepast zijn. Dat laat verzwakte spelers achter.’

Ook de politici van (linkse) oppositiepartijen als PVDA, Groen en S.pa keuren de besparingen af, vooral omdat ze vermoeden dat er een ideologische agenda achter zit: het monddood maken van de ‘kritische’ kunstwereld, nadat eerder ook al het pas vorig jaar opgerichte Vlaams Journalistiek Fonds, dat kleine mediaspelers fondsen verleent, werd opgedoekt. ‘Deze regering houdt niet van de kritische kunsten en het lastige socioculturele middenveld’, zegt Vlaams Parlementslid Stef Pelckmans van Groen. ‘Culturele initiatieven die het Vlaamse karakter mee uitdragen worden beloond, kritische zoekende stemmen of innoverende makers worden ontmoedigd en zelfs ronduit afgeblokt. Het aloude adagio blijft intact: cultuur als glijmiddel voor het grote Vlaamse Gelijk.’

De kunstensector is bereid tot actie. Vanavond is er een bijeenkomst gepland in Brussel, georganiseerd door actiegroep State of the Arts, onder het motto: ‘Onze tijd heeft een nieuwe Actie Tomaat nodig!’. Daarom roept het alle ‘freelancers, muzikanten, schrijvers, lichtontwerpers, beeldend kunstenaars, actrices en acteurs, theaterstudenten en studenten cultuur allerhande, cultuurwerkers, spelers en dramaturgen, decorbouwers en sociaal-artistieken, regisseurs zonder vaste scène, mensen die spreiden en programmeren, liefhebbers, collectieven, experimentelen allerhande’ op om te brainstormen voor acties tegen het besparingsbeleid van Jan Jambon.

Foto: NTGent