De drie grote stadstheaters van Vlaanderen willen ‘Kunstinstelling’ worden. Daarvoor pleiten de artistiek en zakelijk directeuren van het Toneelhuis, NTGent en de KVS in een gezamenlijke opinietekst. Met het nieuwe statuut zouden de drie huizen structurele steun van de Vlaamse overheid krijgen, zonder elke vijf jaar een nieuwe subsidieaanvraag te moeten indienen.

Momenteel telt Vlaanderen zeven ‘Kunstinstellingen’: grote cultuurhuizen of organisaties die een nationale en internationale uitstraling moeten hebben en een belangrijke symboolwaarde in het Vlaamse cultuurbeleid. Onder meer De Vooruit in Gent, deSingel in Antwerpen en OperaBallet Vlaanderen hebben dat statuut. De Vlaamse gemeenschap ondersteunt ze structureel, terwijl de andere kunstinstellingen zonder die officiële titel om de vijf jaren opnieuw beoordeeld en gesubsidieerd worden.

Volgens de drie stadstheaters (Toneelhuis in Antwerpen, NTGent en de KVS in Brussel) vervullen ze reeds alle functies die van Kunstinstellingen verwacht worden. ‘De voorbije decennia hebben de stadstheaters zich ontwikkeld tot plekken met zowel lokale en nationale als internationale uitstraling, tot kruispunten in een hecht netwerk van culturele en sociale organisaties in de respectieve steden.’

Een plek in de culturele basisinfrastructuur is volgens de stadstheaters nodig ‘om ons lokaal nog steviger te verankeren, onze internationale plannen meer kracht bij te zetten, en onze prachtige infrastructuur beter te kunnen beheren’. Er is volgens hen ook een belang voor de rest van de theatersector. ‘Vanuit een grotere stabiliteit zullen wij, als kunstinstelling, onze verantwoordelijkheid naar kleinere spelers en individuele kunstenaars met meer verve en meer generositeit kunnen invullen en waarmaken.’

De drie Vlaamse stadstheaters vragen de Vlaamse politieke partijen om hun erkenning als Kunstinstelling op te nemen in hun verkiezingsprogramma’s en, na de verkiezingen op 26 mei 2019, in het volgende Vlaamse regeerakkoord.

Foto Toneelhuis: Koen Broos