Toen het woord ‘verstripping’ viel, slaakten sommige Drs. P-liefhebbers een zucht van ontzetting. Je diende van de teksten van Drs. P af te blijven, want die zijn wonderschoon en hebben geen grafische opsmuk nodig. Het stripboek La bande dessinée van cartoonist Frits Smid bewijst echter dat het werk van Drs. P juist zéér geschikt is om in tekentaal om te zetten.

Drs. P (Heinz Hermann Polzer, 1919-2015) is niet alleen een taalfenomeen. In zijn brede oeuvre treffen we ook het boekje Verschrikkelijke, vermakelijke, verderfelijke, kunstminnelijke en soortgelijke kaarten aan, een geweldige verzameling deels getekende ansichtkaarten. En Drs. P heeft als reclamecopywriter (onder meer vanuit Jakarta voor het bedrijf Lintas, met Unilever als grootste klant) veelvuldig zijn eigen slogans van fantasierijke tekeningen voorzien. Polzer (het was nog jaren voordat Willem Duys de artiestennaam Drs. P had bedacht) vond reclame ‘een uitmuntende discipline, want het dwingt je om met beperkte woordenschat opwindende dingen te vertellen over stomvervelende producten’.

Dus strips en de liedteksten van Drs. P vormen eigenlijk een natuurlijke combinatie. Daarbij meldde Frits Smid bij de presentatie van het boek ook nog dat de Zwitser Roldolphe Töpffer (1799-1846), in Nederland vooral bekend als de geestelijke vader van Mijnheer Prikkebeen, als de eerste moderne striptekenaar wordt beschouwd. En dat zou de Zwitser Heinz Polzer (hij heeft nooit een Nederlands paspoort aangevraagd) tot voldoening strekken. Met La bande dessinée is dus volgens Smid, de cirkel eigenlijk rond.

Smid, cartoonist van het Noordhollands Dagblad, heeft in de coronatijd tien liedteksten van Drs. P onder handen genomen Hij heeft daarbij voor elk nummer een passende tekenstijl gebruikt en laat in vrijwel elk getekend lied het hoofd van Drs. P opduiken. Als onschuldig ogend jong ventje, in jaren vijftig korte broek, dat zich erover verbaast dat er om de haverklap een dode juffrouw in het trapportaal ligt. De inwonende commensaal weet daar duidelijk meer van. Het echtpaar heeft lang consideratie met de man, hij is ten slotte zo rustig en beleefd en betaalt de huur op tijd, maar toch moet hij na de zoveelste dode vrouw in het trapportaal vertrekken, want ‘zo’n juffrouw hoort in het kanaal, en niet bij ons in ’t trapportaal’. En bij dat laatste zinnetje zien we het jochie rustig vissen in het kanaal, terwijl er een half ontklede, bebloede dame in het water drijft.

Fijn dat Smid vooral nummers heeft uitgekozen waar Drs. P zijn morbide gevoel voor humor toont. In Het Speelgoedmannetje, dat moord en verderf zaait, hanteert Smid een kinderlijke tekenstijl, voor De Gezusters Karamazov, die elkaar de mooie jurken van de overleden tante Mathilde niet gunnen, heeft Smid ‘houtsnedes’ getekend zoals Escher die maakte voordat hij zich aan de geometrische vormen had overgegeven. In De Veerpont (de boot zakt aan het slot weg in de tekst ‘Heen en weer’) herkennen we de klare lijn van Joost Swarte en Keplingkepling, eveneens vol moord en brand, is een vrolijke verzameling ‘Middeleeuwse’ prentjes geworden.

De Dodenrit, waarbij een voltallig Russisch gezin door de wolven wordt opgepeuzeld, is een zwart-wit komisch horrorverhaal geworden. Als toetje bij dit lied heeft Smid een matroesjka-serie voor het Kremlin getekend met de zes ongelukkige sneeuwreizigers die Omsk niet hebben gehaald en de tsarenfamilie die de Revolutie van 1917 niet heeft overleefd.

Zet de liedjes van Drs. P op en blader gelijktijdig door het boek en je beleeft een magisch half uur.

Wim T. Schippers ontvangt de Drs. P Trofee
Na de presentatie van La bande dessinée in het Amsterdamse café-restaurant Zeppos werd voor de tweede maal de Drs. P Trofee uitgereikt: de prijs voor een auteur of kunstenaar met een frivole geest, die zich op zeer oorspronkelijke wijze van de Nederlandse taal bedient. Eerdere winnaar was Midas Dekkers. Dit jaar koos de jury voor omnikunstenaar Wim T. Schippers. Hij ontvangt een replica van de Polzer-kop en een geldbedrag van € 2022-.

Juryvoorzitter Paul Ilegems zei in zijn lofrede dat je geen ollekebollekes of Zwitserse sonnetten hoeft te schrijven om de Drs. P Trofee te winnen.

Het volstaat als je op vernieuwende of originele wijze omspringt met de taal. Schippers is geboeid door de wartaal die ontstaat bij controleverlies, dus uit opwinding, onzekerheid, woede, angst of haast, met als resultaat versprekingen, misverstanden, overdrijvingen, tegenstrijdigheden, idiote dialogen en binnenstebuiten gekeerde logica. Hij blijft ook graag stilstaan bij de rare dingen die mensen zeggen, en waarom ze die zeggen. ’t Is morgen weer vroeg dag,’ of ‘Ik zal blij zijn als het vijf uur is.’ ‘Overmorgen is het ook vroeg dag’, bedenkt hij dan, ‘elk dag eigenlijk’, en waarom zou je blij zijn als het vijf uur is? ‘Zeg groenteman, is er leven na de dood? Nou mevrouwtje, ik denk het wel, maar ik geloof niet dat ik het nog zal meemaken.’ Overpeinzingen van filosofische aard zitten ook in de klaagzang van Sjef van Oekel over zijn ouderdom, of in Going to the Dogs: ‘Kunnen honden wel gelukkig zijn? Blijven er niet altijd vragen knagen?’ Voorts zijn er nog de beroemde kreten, slagzinnen en stopwoordjes van Sjef van Oekel, waaronder ‘Ik word niet goed’ of ‘Wordt het toch nog gezellig’. Maar in het zeer uitgebreide oeuvre van Wim T. Schippers is nog veel meer te vinden, het is een nog grotendeels onontgonnen goudmijn.

La bande dessinée de Drs. P van Frits Smid, Uitgeverij Concertobooks, 71 pagina’s, gebonden editie met zwartwit- en kleurenillustraties € 24,99 (Luxe-editie, met litho € 55,-).