In het archief van Harry Mulisch (1927-2010) vond zijn dochter Frieda een onvoltooid toneelstuk uit 1952, Het twaalfde huis van monsieur Zimballst met als ondertitel Gesprek met de stilte. Gisteravond vond een licht-geënsceneeerde lezing plaats op initiatief van regisseur Ursul de Geer en dochter Frieda Mulisch in het DeLaMarTheater, Amsterdam. Op het podium staat een tafel, gedekt voor één persoon. De Geer heeft Anne Lamsvelt, Peter Bolhuis en Waldemar Torenstra bereid gevonden de hoofdrollen te spelen, bijgestaan door twee leerlingen van de toneelschool van Syrische afkomst.

In een korte toelichting zette De Geer uiteen dat Mulisch vermoedelijk met schrijven aan Het twaalfde huis van monsieur Zimballst is gestopt na de eerste opvoering van Wachten op Godot door Samuel Beckett (geschreven in 1952, Parijse première 1953; Engelse vertaling 1954) in Nederland door Toneelgroep Theater in 1955. Die voorstelling werd aanvankelijk verboden. In de pers is er destijds uitvoerig over bericht. In het boek De toekomst van gisteren (1972) komt Mulisch terug op het onvoltooide stuk en noteert dat Wachten op Godot eerder een ‘aansporing’ had moeten zijn dan een belemmering.

De gelijkenissen tussen Godot en Monsieur Zimballst zijn opmerkelijk. Jan Tobias (Bolhuis) zegt in dienst te zijn van ene meneer Zimballst, een miljonair die overal ter wereld huizen heeft. Niemand heeft hem ooit gezien, hij is niet gefotografeerd. Wel vaardigt hij missiven uit en moet huishoudster Martha (Lamsvelt) de tafel dekken. De dreiging van de oorlog is volop aanwezig, ook in de voorstelling. Militair geschut, bombardementen. Opeens verschijnt een oppergeneraal (Torenstra) die Tobias aanklaagt en met de dood bedreigt. Martha voelt zich tot de generaal aangetrokken; de erotiek bloeit op.

Het zijn vooral de onzichtbare personages die beide stukken met elkaar verbinden: Godot en Zimballst. Ze zijn met raadsels omgeven. Bestaan ze wel? Vormen ze geen hersenschim? Ontspruiten ze slechts aan de verbeelding van de andere personages? In Godot resoneert ‘God’ en in de naam Zimballst klinkt cimbaal mee, een muziekinstrument dat een symbolische betekenis heeft in een dodenmis.

Het stuk houdt betrekkelijk abrupt op, na ruim een uur spel. De reden van deze theatrale lezing was om schrijvers te inspireren het stuk te voltooien. In de zaal waren er auteurs aanwezig, al werd het – op een enkele uitzondering na – niet duidelijk welke precies waren uitgenodigd en waarom. Echt tot een concrete bevlogenheid kwam het nog niet gisterenavond, wel werd er in een nagesprek al volop gespeculeerd over de mogelijke afloop of verrassende wendingen.

Zo verdwijnt Jan Tobias opeens en ligt het dramatische accent op de opbloeiende liefde tussen de militair en de huishoudster. Komt Jan terug? Volgens Mulisch-kenner Marita Mathijsen wel. Schrijfster Ingrid Hoogervorst suggereerde een ‘destructieve liefde tussen Martha en de generaal’. Ook ligt de vraag open, onder meer verwoord door literair criticus Arnold Heumakers, of de generaal ‘misschien monsieur Zimballst is’.

De meest concrete suggestie kwam van acteur Torenstra. Hij opperde het idee om het avontuurlijke collectief Nachtgasten het stuk te laten opvoeren en al improviserend te laten voltooien, elke avond een andere versie. ‘Dan heb je meteen ook het idee hoe de mogelijke voorstelling er theatraal uit gaat zien.’ In september zouden de aanvullende versies binnen kunnen komen, zodat een eventuele tournee in het volgende seizoen gepland kan worden. Ursul de Geer toonde zich verheugd dat producent Inge Bos van Bos Theater Producties in de zaal aanwezig was en belangstelling toonde.