De Toneelschuur gaat vanavond niet open. Als gevolg van de verscherpte coronamaatregelen is het theater in Haarlem in ieder geval tot en met 19 januari gesloten. Dat betekent dat ook Madelief Geus, medewerker publieksdienst, vanavond thuisblijft.

Madelief Geus (1994) begon drie jaar geleden als barmedewerker bij de Toneelschuur, maar staat de laatste twee jaar als medewerker publieksdienst op de werkvloer. Op een reguliere avond zijn er doorgaans twee medewerkers publieksdienst aanwezig: één focust op de filmactiviteiten, de ander op de theatervoorstellingen. Geus’ werkdag begint dan om zes uur ’s avonds, twee uur voor de aanvang van de eerste voorstelling. Ze maakt eerst even een praatje met het gezelschap dat die avond speelt: ze spreken af hoe laat de deuren opengaan, hoe het publiek naar de tribune wordt geleid en deelt consumptiebonnen uit aan de artiesten.

Meestal checkt ze om tien voor acht nog even of de acteurs er klaar voor zijn. Als dat zo is dan belt ze met haar collega in de foyer. Die roept vervolgens om dat de deuren van de zaal open gaan en de voorstelling gaat beginnen.

Die collega treft ze vervolgens bij de ingang van de zaal, waar ze beiden aan een kant van de deur kaartjes controleren en de mensen binnenlaten. ‘Een volle benedenzaal, dus 280 toeschouwes, hebben we meestal wel in vijf á zeven minuten erin.’ Als iedereen binnen is, steekt ze haar duim op naar de technici. Een belangrijke cue: die doven dan namelijk het zaallicht, waarna de voorstelling kan beginnen.

Nee, dan is het geen pauze, want vaak begint de voorstelling in de bovenzaal een half uurtje later. Dus begint het hele riedeltje weer vrolijk opnieuw: Geus checkt of iedereen er klaar voor is, haar collega roept om dat de deuren opengaan, de kudde komt in beweging, samen controleren ze de kaartjes en ze steekt haar duim opnieuw omhoog.

Terwijl de voorstellingen bezig zijn, zorgen Geus en haar collega dat de foyer weer aan kant is, en helpt ze met het binnenlaten van de filmzaalbezoekers. ‘Op een drukke weekenddag hoef je je tussendoor echt niet te vervelen.’ Meestal is de voorstelling in de grote zaal beneden als eerste weer afgelopen. Vlak voor het einde gaat Geus alvast naar binnen – de ingang zit achter de tribune – en wacht ze daar tot ze slotapplaus hoort. Dan opent ze deuren van de zaal.

Het Toneelschuur-publiek blijft doorgaans uitgebreid hangen. ‘Zeker als ze de voorstelling goed vonden’, vertelt Geus. ‘Dat merk je meteen aan de sfeer in de foyer.’ Als medewerker publieksdienst maak je na afloop vaak ook een praatje met de toeschouwers. Oók als ze een voorstelling minder goed vonden. Het gebeurt dat mensen teleurgesteld of zelfs boos de voorstelling verlaten. ‘Dat kan gebeuren en dat is meestal helemaal niet erg. Zolang het maar respectvol blijft. Soms gaan mensen echt snauwen, bijvoorbeeld als er iets misgaat met de kaartverkoop. Mensen hebben dan vaak echt niet door hoe onbeschoft ze zijn. Maar daar staat tegenover dat de meeste bezoekers in ons theater vooral heel lief zijn.’

Als medewerker publieksdienst is ze er verantwoordelijk voor dat het publiek in goede handen is in het theater. ‘Het is al een paar gebeurd dat iemand tijdens de voorstelling onwel is geworden. Ik heb al vaker de ambulance en de brandweer moeten bellen.’

Wacht, de brandweer? ‘Een mevrouw was te laat en toen waren de zaaldeuren al dicht. Vervolgens heeft ze het brandalarm ingedrukt, waarschijnlijk omdat ze dacht dat de deuren dan open zouden gaan. Maar dan gaat het automatische alarm af, sluiten de rolluiken en wordt de brandweer gebeld.’ Aan Geus de taak om het hele pand – inclusief alle mensen in de voorstelling die al begonnen was  – te ontruimen. ‘Iedereen moest het gebouw verlaten.’ Lachend: ‘Best wel een drama, hoor.’ Toen bleek dat er niets aan de hand was, konden alle bezoekers weer naar binnen en is de voorstelling hervat. Of de dame in kwestie mee de zaal in is gegaan, weet ze door alle consternatie niet. ‘Het was nota bene mijn eerste werkdag als medewerker publieksdienst.’

Tijdens de eerste theatersluiting dit voorjaar heeft Geus, die aan de Gerrit Rietveld Academie is afgestudeerd, min of meer per ongeluk een heuse ‘mondkapjes-business’ opgestart. ‘Toen zat ik maanden vrijwel alleen maar in mijn atelier mondkapjes te naaien. Daar was toen ook nog een groot tekort aan.’ Nu de theaters opnieuw dicht zijn, houdt Geus vooralsnog gewoon even kerstvakantie. ‘Voor nu stiekem ook wel even lekker’, geeft ze toe, al hoopt ze vooral dat ze eind januari weer vol aan de bak mag.