Festival Karavaan organiseert met Expeditie Poldermeesters een theatrale fietsroute door het Noord-Hollandse polderlandschap. Onderweg zijn er twee locatievoorstellingen te zien die zowel in vorm als in kwaliteit ver uit elkaar liggen: een moderne Faust-vertelling en een kolderieke levensles waarvan het de vraag is hoe serieus we die moeten nemen.

Met een routekaart in mijn zak en een flinke wind in de rug stap ik bij het festivalhart in de binnenstad van Alkmaar de fiets op. Ik fiets langs het Alkmaarse kanaal de stad uit en de polders in. Na drie kwartier kom ik ruim op tijd aan bij de eerste locatie: het Juliana Gemaal. Hier wordt de waterstand van de omliggende polders gereguleerd en speelt de voorstelling Antifaust van Zephyr Brüggen.

In een glazen kooi midden in het weiland staat Johanna Faust (Dinda Provily). Ze kent de geneeskunst, de rechtsleer, de theologie en heeft bijna alle kennis van de wereld tot haar beschikking. Behalve die van de zwarte magie. Ze roept met een spreuk een magische kracht op en daar verschijnt Mephisto (Martijn Nieuwerf): niet als een helse duivel, maar eerder als een toevallige polderwandelaar die op zijn gemak achter haar komt staan. Hij verleidt haar tot het verkopen van haar ziel aan zijn meester, Lucifer. In ruil daarvoor zal Mephisto 24 jaar lang al haar wensen in vervulling laten gaan.

Vervolgens vraagt ze hem alles waar ze zin in heeft. Ze laat het volk dansen om haar op te warmen en als het water opraakt houdt ze dat voor zichzelf. Ze laat het volk onrijpe vruchten voor haar verkopen, de rijpe eet ze zelf op. Ze valt de golven die aanspoelen met bommen aan omdat ze die als indringers van haar land beschouwt. Ze vraagt alles wat haar hart begeert, en verliest daarbij elke vorm van empathie naar haar medemens en de natuur. In deze vlammende monoloog van Provily wordt behendig voelbaar gemaakt hoe macht in een mum van tijd een mens kan transformeren tot tiran.

De vaste regiehand van Brüggen focust op de contrasten tussen de personages: door Faust in een kooi te zetten zien we iemand die vastzit in haar intellect, verlangen en ambities. Mephisto beweegt daarentegen als een vrije ziel in het polderlandschap om haar heen en spoort haar vooral aan om in het nu te leven en niet te veel na te denken. Dat gegeven blijft gedurende de hele voorstelling doorwerken: Fausts wereld wordt naarmate haar wensen in vervulling gaan kleiner en kleiner.

Provily speelt Faust gefrustreerd, hoekig en machtsbelust. Haar wanhoop en verdriet op het einde gun je haar dan ook toe: ga maar eens goed op de blaren zitten die je zelf hebt veroorzaakt. De parallel naar machthebbers die in onze huidige wereld alles naar hun eigen hand zetten is gauw gemaakt. Nieuwerf speelt Mephisto als een speelse maar sluwe handlanger. Hij zet de gedragen teksten schijnbaar moeiteloos naar zijn hand. Misschien is zijn duivelachtige raad een verhulde profetie. Het is aan ons hoe we naar zijn woorden handelen.

Pas tegen het einde van de 24 jaar komt Faust erachter dat ze misschien naar liefde op zoek had moeten gaan. Maar dan is het al te laat: ze heeft nog maar vijf minuten en dan komt Lucifer haar ziel innen en haar naar de hel brengen. Maar de hel is hier op aarde, waar ze nu staat. Ze moet in haar glazen kooi blijven, die inmiddels volstroomt met het polderwater uit het gemaal. De natuur neemt wraak op de mens die dacht de natuur naar haar hand te kunnen zetten. Met een beetje verbeelding zien we het water de polder zélf terug inlopen. Zo geeft Brüggen dit oeroude verhaal in het decor van het Hollandse polderlandschap een urgente lading.

Hierna vervolgt onze weg naar het dorpje Driehuizen, waar studenten van ArtEZ Muziektheater onder begeleiding van BOT de voorstelling Tot hier maakten. Een groep performers, gekleed in werkbroeken en paarse t-shirts die doen denken aan het uniform van een animatieteam, stelt ons via een aantal theatrale scènes een nieuwe manier van leven voor. Ze starten buiten op het erf en maken een klassiek Hollands beeld met een absurde twist. De ene performer zit op handen en voeten in het gras en blaat als een geit, de ander fietst zwaaiend over het weiland en weer de andere stofzuigt het grasveld. In een volgend tableau zien we drie leden van het team in het hoge gras een versnelde tai chi oefening doen met op de achtergrond een visser die uit de sloot een ronde kaas opvist.

Dan leiden ze ons een schuur in, waar ze de nieuwe manier van leven aan de hand van drie pilaren, of drie huizen, uiteenzetten: vertragen, vertrouwen en verbinden. Aan de hand van deze woorden volgt een eclectisch samenraapsel van materiaal. Alle acts hebben een hoog show-achtig gehalte: de choreografieën en liedjes worden met een geforceerde big smile uitgevoerd, waardoor er geen ruimte wordt gecreëerd voor een oprechtheid naar de boodschap die ze verkondigen.

Het moeilijk te grijpen wat deze makers beweegt. Ze lijken hun eigen driehoeksdogma eerder op de hak te nemen dan dat ze er zelf het belang van inzien. Omdat er totaal geen voeling is met deze levenswijze, die ook niet erg wordt uitgewerkt, voelen de scènes inwisselbaar en komt de focus van de voorstelling vooral op het plezier van de spelers te liggen. Die zingen het ene moment een mooi meerstemmig koorstuk terwijl ze vertraagde schaatsbewegingen maken, en dansen het andere moment een jazzballet-choreografie ter ondersteuning van een Franse chanson. Doordat daarbovenop constant de moraal over hoe-te-leven wordt gesleept, voelt het geheel nogal ongemakkelijk kolderiek aan.

Het eindbeeld is als een gesuikerde kers op een wel heel luchtige slagroomtaart. Onder twee kartonnen wolken waartussen een grote bol kaas als zon schijnt, slingert plots een engel met orgel en al door de schuur. Het is een heerlijk hilarisch over de top beeld, waardoor ik toch niet met een volledig leeg gevoel de fiets weer opstap.

Gezien: Expeditie Poldermeesters, 27 mei 2022. Foto Antifaust: Moon Saris

Kijk bij DeClaus Theatertekstkritiek voor een bespreking van de tekst van Antifaust.