Toneelregisseur Johan Doesburg is vrijdagmiddag op 69-jarige leeftijd overleden. Hij was ruim 20 jaar regisseur en artistiek directeur bij het Nationale Toneel in Den Haag. ‘Does’, zoals veel acteurs met wie hij werkte hem liefdevol noemden, gold als markant, invloedrijk en breed gewaardeerd theatermaker.

Al vanaf zijn afstuderen aan de Amsterdamse regieopleiding in 1988, bestormde Doesburg (Den Haag, 1955) op tumultueuze wijze het theaterveld. Zijn beoogde afstudeervoorstelling Het vuil, de stad en de dood van Rainer Werner Fassbinder veroorzaakte veel ophef: Joodse demonstranten verhinderden de opvoering vanwege het vermeend antisemitische karakter van het stuk en acteur Jules Croiset deed uit protest alsof hij was ontvoerd. Uiteindelijk studeerde Doesburg af met Bedrog van Harold Pinter. Harry Mulisch zou later zijn Boekenweekgeschenk Het theater, de brief en de waarheid (2000) aan de affaire wijden.

Het bleek de aftrap van een stormachtige carrière, waarin ophef en breed gedragen waardering hand in hand gingen. Tussen 1988 en 1994 werkte Doesburg onder meer bij Teneeter, Toneelgroep Amsterdam en het Ro Theater. Daarnaast maakte hij in eigen beheer enkele stukken.

Maar zijn geboortestad Den Haag bleef lonken, en in 1993 maakte Doesburg met Decadence van Steven Berkoff zijn eerste voorstelling bij het Nationale Toneel. Een jaar later trad hij er aan als artistiek directeur. Hij regisseerde in de daaropvolgende twee decennia talloze klassieke en moderne toneelwerken, zoals Hamlet (1988), Blasted (1999) en King Lear (2001). Daarnaast bracht hij verschillende boekbewerkingen op de planken, zoals Elementaire deeltjes (2005), Tirza (2010) en Het stenen bruidsbed (2013). In 2011 droeg hij de artistieke directie over aan Theu Boermans. Hij bleef nog enkele jaren als huisregisseur aan het gezelschap verbonden.

Zijn regies kenmerken zich door een nauwgezette choreografie, snel gemonteerde scènes, minimalistische scenografie en een zwart-humoristische, soms duistere blik op de menselijke tragiek. Hij was gefascineerd door extremen en meerdere moraliteiten tegelijkertijd, zei hij in 2018 in een interview bij Nooit meer slapen.

Doesburg stond te boek als een regisseur die zijn acteurs tot grote hoogten kon stuwen. Over zijn liefde voor acteurs zei hij 10 jaar geleden in de Volkskrant. ‘Ik hou van acteurs. Los van de nukken en de gebruiksaanwijzing die ze allemaal hebben, zijn het sensitieve, talige mensen, met gevoel voor humor en een rijke verbeelding. De kwetsbaarheid die het gevolg is van deze melange van eigenschappen doet mij vaak ontdooien.’

Bij zijn afscheid bij het Nationale Toneel in 2015 kreeg Johan Doesburg de Prijs van de Kritiek voor zijn hele oeuvre en specifiek voor zijn afscheidsvoorstelling Genesis, een 6 uur durende marathonvoorstelling, gebaseerd op het eerste Bijbelboek. De critici omschreven het als ‘groots en meeslepend  theater, een uitroepteken achter een imposante carrière’. Voor deze voorstelling ontving hij tevens de Regieprijs. Bij zijn afscheid werd hij benoemd tot Ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw.

Na zijn vertrek uit Den Haag regisseerde Doesburg voorstellingen bij vrije producenten als Senf, Hummelinck Stuurman en DeLaMar Producties. In totaal was hij betrokken bij meer dan zeventig theaterproducties.

Zijn laatste regie was Gif (2022) van Lot Vekemans, bij Korthals Stuurman Theaterproducties. Doesburg overleed vrijdagmiddag in Den Haag aan de gevolgen van longkanker. Hij koos voor euthanasie. Op zijn rouwkaart wordt Hamlet geciteerd: ‘Bereidheid, daar gaat het om. Aangezien geen mens, wanneer hij gaat, iets weet van wat hij achterlaat, waarom dan niet bijtijds gegaan?’

‘Toneel in al z’n puurheid, over echte mensen met echte emoties. Zonder al te veel opsmuk. Hartverscheurend en tijdloos.’ De Telegraaf over Gif (2022), foto: Annemieke van der Togt

Judas is buitengewoon knap gemaakt en het kijken ernaar een indringende ervaring. De ruim 500 pagina’s van het boek zijn teruggebracht tot twee uur losse scènes, die naadloos in elkaar overgaan.’ Trouw over Judas (2018), foto: Bob Bronshoff

‘Zijn regie is door de snelheid, de soms bijna kluchtige humor en de uitmuntende acteurs de genadestoot voor wie misschien ooit nog een sprankje hoop in dit toneelstuk zag.’ De Volkskrant over Wie is er bang voor Virginia Woolf (2017), foto: Ben van Duin

‘Johan Doesburg geeft zijn acteurs in deze enscenering de volle laag van de aandacht. Om hen gaat het.’ NRC over Venus (2016), foto: Leo van Velzen

‘Het maakt Genesis wervelend, veelomvattend, fascinerend en feestelijk; de afscheidsvoorstelling van Johan Doesburg bij het Nationale Toneel is een prestatie van formaat.’ NRC over Genesis (2015), foto: Kurt van der Elst

‘Wie nog durft te beweren dat er geen goede toneelteksten voor de grote zaal worden geschreven, moet deze actuele, kritische satire op het moderne kunstbedrijf gaan zien. Wat een scherpte, wat een humor, wat een brille!’ Het Parool over Blauwdruk voor een nog beter leven (2014), foto: Kurt van der Elst

‘De storm is, met zijn malle magie en jachtige verwikkelingen een even wonderlijk als weerbarstig stuk, waar Doesburg een vermakelijke theateravond van weet te toveren. De voorstelling kent een paar vrolijk-theatrale erupties.’ NRC over De storm (2014), foto: Kurt van der Elst

‘Regisseur Johan Doesburg maakt van Mulisch’ canonieke roman nu een zorgvuldige toneelversie.’ Theaterkrant over Het stenen bruidsbed (2013), foto: Carli Hermès

‘Doesburg concentreert zich op het acteren en dat werkt voortreffelijk, mede dankzij de sterke cast. Het maakt Strange Interlude tot een waar acteerfeest.’ Theaterkrant over Strange Interlude (2013), foto: Carli Hermès

‘Belangwekkende poging van Johan Doesburg om de financiële wereld te doorgronden.’ NRC over De prooi (2012), foto: Carli Hermès

Foto boven: Sabrina Bongiovanni