Welkom staatssecretaris Uslu voor Cultuur! U hebt de eer gekregen om een prachtige sector te vertegenwoordigen. De komende tijd zult u het kunstenveld hopelijk goed leren kennen. Maar er speelt veel en sommige punten dienen echt snel geregeld te worden. Met onderstaande actielijst, samengesteld door prominente makers en leiders, kunt u meteen aan de slag.

DE 4 GEBODEN VOLGENS WITTENBOLS
Staatssecretaris,
Gij zult uw handgeschreven liefdesverklaring aan de sector op de voordeur van het theater spijkeren.
Gij zult het aantal werkplaatsen uitbreiden, tenminste tot zoals het was in het pre-Halbeaanse tijdperk.
Gij zult, in navolging van de Museumjaarkaart, een Theaterjaarkaart invoeren.
Gij zult niet rusten vooraleer elke koffieautomaat in iedere artiestenfoyer vervangen is door iemand van vlees en bloed.

Peer Wittenbols, schrijver


  • Aandacht voor de mid-careers (zowel individuele regisseurs, acteurs als groepen/collectieven). Die dreigen nu tussen wal en schip te vallen.
  • Systeem Basisinstellingen moet dringend geëvalueerd worden. Er moet een heldere definitie komen en de subsidieperiode moet minimaal 6 jaar zijn en daar moeten Rijk en Gemeente samen in optrekken.
  • Systeem Fondsgezelschappen moet dringend geëvalueerd worden. De condities zijn alles behalve artistiek op dit moment.

Ivo van Hove, artistiek directeur Internationaal Theater Amsterdam


  • Het verlengen van het huidige beleidsplan. Met daaraan toegevoegd, een langetermijnvisie op corona en het open houden van de cultuursector.
  • Het opzetten van een interdisciplinaire instelling en een digitaal productiehuis.
  • Het is van belang dat er versterking en meer aandacht komt voor mbo-opleidingen als theatertechniek, productie e.a.
  • Zzp’ers moeten goed ondersteund worden door de coronatijd heen.
  • Als laatste; het versterken van de (financiële) positie van het Fonds Podiumkunsten.

Guy Weizman, artistiek directeur Noord Nederlands Toneel, Club Guy & Roni en NITE


Ik ben blij met de steun die ons gezelschap en de kunsten in het algemeen tot nu toe hebben ontvangen in deze moeilijke tijd. Ik hoop dat die steun voortgezet zal worden en zich zal uitbreiden naar alle freelancers in de culturele sector die tot nu toe buiten de boot vallen. Erkenning van het belang van kunst voor de samenleving en echte waardering voor de kunstenaars en allen die kunst mogelijk maken zijn essentieel voor een gezonde toekomst van ons land.

Ted Brandsen, directeur Het Nationale Ballet


De nieuwe staatssecretaris moet staan voor de cultuur, en dat gaat – los van alle financiële, sociale, sociaal-economische en beschavingsargumenten – uiteindelijk hierover:
Cultuur, in al zijn of haar vormen – in dans en cabaret, in toneel en popmuziek, in spoken word en poezie en jeugdtheater, in stiltes en lawaai – laat je nadenken over het leven en dood, de liefde, het verlangen, het verdriet, onze diepste driften en grootste geheimen, de hoop en de wanhoop.
Cultuur stelt grote vragen waar geen antwoorden op zijn, cultuur geeft antwoorden op vragen die je jezelf nog nooit gesteld had.
Cultuur laat je lachen en huilen en voelen en leven, en vooral: cultuur laat je zelf nadenken, over die grote vragen, over de keuzes die je hebt, over het leven, en het zou zomaar kunnen dat dat precies is waar de politiek toch een beetje bang voor is.
Dat is wat cultuur is, dat is waar zij/hij voor moet staan. Dan komt de rest vanzelf.

Dolf Jansen, cabaretier


Beste nieuwe staatssecretaris,
Ik heet u welkom, van harte.
Ik wens u wijsheid, vruchtbaarheid en inzicht
Ik wens u oog voor kunst,
voor cultuur en schoonheid.
Voor vrouwen, voor kleur
Voor verschillen en overeenkomsten.
Voor inzichten van anderen.
Ik wens u ruimte en kijk op
niet dominante groepen,
ruimte voor het nieuwe, het andere, het experiment.
Ik wens u kijk op het ambacht van kunst maken, het resultaat en de opbrengst.
Ik wens u ingenomenheid met de verheffing, het geluk en de inspiratie.
Ik vraag u openheid, daadkracht en solidariteit.
Ik vraag dat u voor ons gaat staan. Voor de grote en zeker voor de kleine.
Voor die in dienst en al helemaal voor die het zelfstandig doen.
Voor allen die zich ten doel hebben gesteld hun leven en werk te wijden aan het verheffen van de ander.
Ik vraag u open ogen, schone oren en een open hart.
Welkom in onze sector.

Manoushka Zeegelaar Breeveld, actrice, schrijfster, zangeres en voorzitter ACT Acteursbelangenvereniging


We wensen een betrokken en bevlogen staatssecretaris met een hart voor cultuur en die de grote maatschappelijke waarde van cultuur inziet.
We wensen een nieuwe staatssecretaris die zichtbaar zal zijn in onze sector.
En dat hij/zij gaat staan voor de culturele sector. Dat hebben we de afgelopen jaren niet gevoeld.
Hij/zij moet blijven benadrukken dat theater een veilige omgeving is.
We wensen een prettige samenwerking. Zeker in deze tijd (sluiten, heropenen, gebrek aan perspectief) is dat ontzettend belangrijk. We gaan graag met hem/haar in gesprek over ons mooie vak.
We wensen perspectief op zeer korte termijn door middel van een heropeningsplan, waarbij de theaters bij de eerste lichting van sectoren zitten die straks weer open mogen. Stage Entertainment is bereid om daar, in samenwerking met de Vereniging van Vrije Theaterproducenten, aan mee te werken.
We wensen dat bij de aangekondigde compensatieregeling van het Ministerie van Onderwijs Cultuur en Wetenschap OCW/FPK ook rekening gehouden wordt met de omvang van de verschillende theaterproducenten, en deze dus niet generiek wordt. Tevens moet rekening gehouden worden met zzp-ers en zelfstandig ondernemende leveranciers in de sector.
De nieuwe staatssecretaris is vanzelfsprekend van harte welkom in onze theaters en bij onze musicals.

Walter Drenth, Managing Director Stage Entertainment


  • Gelijkwaardigheid: Er is al jaren een groot verschil in subsidiëring tussen de volwassen- en de jeugdpodiumkunsten. Een regulier BIS-gezelschap ontvangt structureel meer subsidie dan een gemiddeld BIS-jeugdgezelschap, terwijl er geen verschil is in output of professionaliteit, noch kwaliteit of impact.  Sterker nog, een gemiddeld jeugdtheatergezelschap heeft een groter maatschappelijk bereik doordat het zeker 50% van haar voorstellingen voor scholen speelt, mede daardoor ontvangt het een diverser en vaak groter aantal bezoekers en creëert het het broodnodige publiek voor de toekomst. Jeugdtheatergezelschappen werken met dezelfde CAO, dezelfde professionele acteurs, performers en dansers, met dezelfde decor-, licht- en kostuumontwerpers. Zij huren dezelfde lampen en betalen niet minder voor de huur van kantoren en repetitieruimtes. Zij bieden ruimte voor talentontwikkeling en zijn aanjagers in het cultuuronderwijs. De Nederlandse jeugdpodiumkunsten staan internationaal hoog aangeschreven. En toch moet deze groepen het vaak doen met 1/3 van wat een volwassen gezelschap krijgt. Wat is de inhoudelijke motivatie achter dit subsidiëringsverschil? De jeugd is de toekomst en het publiek vergrijst, het is hoog tijd voor gelijkwaardigheid.
  • Extra investering in educatie en cultuuronderwijs: Een kind dat voor zijn 14de levensjaar nog nooit een museum of theater heeft bezocht zal later als hij, zij of hen volwassen is niet geneigd zijn dat alsnog te doen. Terwijl het effect van kunst op de geestelijke ontwikkeling van een kind al meermaals bewezen is. Geef daarom cultuureducatie een veel grotere en belangrijkere rol binnen het curriculum van het basisonderwijs zodat elk kind in Nederland op een duurzame manier in aanraking komt met kunst en cultuur. En erken hierin de jarenlange investering van de jeugdpodiumkunstensector. Er is veel kennis bij de gezelschappen wat betreft kunstonderwijs en publieksopbouw, geef ons daarin een duidelijke rol.
  • Lagere eigen inkomsten: Zoals eerder genoemd, een jeugdtheaterproductie wordt niet goedkoper geproduceerd dan een voorstelling voor een volwassen publiek. Maar omdat wij voor iedereen toegankelijk willen blijven en dus kinderen met verschillende sociaal-economische achtergronden willen bereiken hanteren wij speciale toegangsprijzen. Deze gereduceerde tarieven voor kinderen vindt iedereen normaal. Maar dit zorgt er wel voor dat een jeugdgezelschap aanzienlijk minder eigen inkomsten heeft. Ook spelen we de helft van onze producties voor scholen die geen normale uitkoopsom kunnen betalen. Hoe meer wij spelen, hoe meer verlies we maken. Hou hier rekening mee met de eigen inkomstennorm of compenseer dit verlies.
  • Ruimte voor flexibiliteit; De Nederlandse cultuursector is toe aan herziening omdat de tijd daar dringend om vraagt. We kunnen – mede door het coronavirus – niet door op de oude manier van produceren en maar hopen dat de deuren open blijven voor ons en het publiek. Systemen van vraag en aanbod zijn aan verandering toe. We moeten korter op de bal kunnen spelen. Laten we opnieuw kijken naar zaken zoals spreiding, publieksopbouw en talentontwikkeling en laten we dat gesprek voeren met alle lagen van de sector. Daaruit voortkomend zouden ook de voorwaarden en eisen voor het toewijzen van subsidiegelden moeten veranderen. Wij hebben belang bij flexibiliteit, maar dan moet de hele sector daar in mee bewegen. En laten we vooral niet het belang van diversiteit en een veilige werkomgeving voor onze sector uit het oog verliezen. Ook daarin valt nog veel winst te behalen.

Tot slot wil ik graag nog kwijt dat het Nederlandse jeugdtheater al lang niet meer alleen voor kinderen is. Het een vorm van theater die gelaagd, vernieuwend, vaak multidisciplinair en in het beste geval verfrissend is. Dus zet je kinderhart open en kom kijken en ervaren.

Rene Geerlings, artistiek directeur MAAS theater en dans


Trots.
Daar zou de nieuwe beleidsfiguur zich erg voor moeten inzetten.
De Nederlanders trots maken op al die mensen die dagelijks hun hartstocht en moed en doorzettingsvermogen inzetten om het culturele klimaat in Nederland een gezicht te geven.
Weg met de achterdocht. Weg met de beschimping of verdachtmakerij. Leven de live beleving van schoonheid en zaken die verbazen, ontroeren, bevragen en prikken.
Als elke voetbalwedstrijd in 0-0 eindigde is ook daar het publiek snel vertrokken.
Weg met grijs, leven de uitbundige kleur.
Maak ruimte om te falen. Te mislukken en te onderzoeken.
Laat jonge kunstenaars niet mee hoeven gaan in de misplaatste succeswedloop. Creëer plekken voor het experiment. Waar uitgeprobeerd kan worden en uitglijden geen falen is.
Nu verdwijnen jonge toneelspelers na hun opleiding in het niks omdat er geen kansen zijn om zich te ontplooien. Enkel die ene uitverkorene die opgeslorpt wordt door een groot gezelschap krijgt tijd om meters te maken. Zichzelf te vinden.
Geef geld aan hen met een idee. Die stamelend en hakkelend, maar gedreven en vol vuur hun dromen onder woorden proberen te brengen. Die durven zonder vuistdik boekwerk met daarin tot op de komma uitgewerkte plannen aan hun kunstwerk te beginnen.
Spendeer miljoenen om de toegangskaartjes voor iedereen betaalbaar te maken. Laat de prijs van een kaartje nimmer de drempel zijn.
Zet gedreven mensen op de managersposten binnen de theaters. Kunst is geen verdienmodel, dus weg met de rekenwonders op programmeerfuncties. Weg met de pragmatici op de directieplekken. Hemelbestormers hebben we nodig. Vrije geesten, ongepolijst en grillig.
Vertel de nieuwe staatssecretaris dat het woord elitair geen verdachte klank heeft.
En als dat niet meteen helder is, maak hem of haar of hen duidelijk dat duivenmelken in de zuivere betekenis van het woord dat ook is. Elitair.

Paul R. Kooij, acteur


Oprichten van een garantiefonds voor niet gesubsidieerde voorstellingen. Nu om de coronaproblemen te verzachten en structureel om niet gesubsidieerd aanbod veilig te stellen in de toekomst. Steeds meer regionale theaters hebben steeds minder geld om te programmeren en zouden hier enorm mee geholpen zijn.

Arjen Stuurman, producent, impresario en directeur van Korthals Stuurman Theaterbureau


Waardig Opperhoofd, vooraanstaande Staatssecretaris,

Mijn wens voor u is dat u de ministerpost voor kunst & cultuur werkelijk gaat (in)nemen, adopteren, indrinken, aangaan, kortom als territorium gaat bewonen.
Vanuit de intentie: ‘omdat jij mij ten diepste aangaat’.
Een woord dat ik leende uit het TurksBenimsemek’: het ‘toe-ikken’ van iets of iemand. Deze innerlijke beweging is niet bezittelijk. Gaat niet over het toe-eigenen maar gaat over het feit dat de ander, het andere, jou ten diepste aangaat.

Laat het in uzelf niet toe dat u onverschillig wordt jegens ons, dat wij minder urgent voor u worden, of in het ergste geval: dat u ons vernederd – wat ons al een aantal keren ten deel viel. Dus maak ons op die wijze niet van minder waarde. Sla acht op uw woorden en daden: laat u mede leiden door uw hart om uw keuzes te maken en laat niet de publieke opinie u verleiden, zoals in het hedendaagse leiderschap. Dat is ook niet eer doen aan het pracht beroep ‘minister’.
Kortom: de waarde erkennen. Op volle kracht. Hoor de fluistering van uw hart, de intelligentie van uw geest, het esprit van uw gevoel. En laat daarmee waarheid spreken. Waarmee ik bedoel: als (onze en uw) wensen op onderdelen niet waargemaakt kunnen worden, wél de intentie verwoorden. En daarnaast -dus: lós van die intentie, want die moet op zichzelf staan- verwoorden wat praktisch niet lukt.

En deze twee zaken niet vermengen, waardoor u ons bestaansrecht in twijfel trekt.
Want ik zeg u: try us!

Wij bestaan door elkaar.
Wij bestaan door elkanders aangezicht
Ik resoneer door U. U resoneert door mij.
Een mens geeft een ander mens waarde.
(Dat gaat niet over onze eigen waarde, dat vraag ik u niet, daar zorgen wij zelf voor.)
Elkaar waarde geven is een actieve handeling.
Zonder dat, raken landschappen vol mensen, delen van de samenleving, beschadigd als ze binnen een gekozen democratie hun waarde niet krijgen.

Want als die weg door de politiek gekozen wordt – via trage, opeenvolgende beschadigingen ons of welk mensenlandschap dan ook, tot een minor detail te maken – dan heeft onze voorkeur: heb de moed ons op te heffen. Dat is helder. En dan kunnen wij ons daartoe gaan verhouden – welke revolte-consequentie daar ook uit volgt. Dan staan we in die strijd open en transparant tegenover elkaar. En zullen we dat uitminnen.

Wij zien naar u uit. Wij heten u welkom!
Met gratie en de meeste hoogachting,

Adelheid Roosen, duo artistiek leider met Ola Mafaalani van theatergezelschap Female Economy


  • De staatssecretaris geeft het startsein voor Deltaplan Publiek. Er is geen overaanbod, er is ondervraag. Er is een gigantisch latent publiek voor podiumkunsten. Bij Invest-NL of de Europese coronafondsen wordt geld gevonden voor een hoognodige, mega-publieks-investering die zichzelf op termijn terugbetaalt.
  • De staatssecretaris halveert de BIS-toneel. Alle middelgrote BIS-gezelschappen en de ontwikkelinstellingen inclusief het bijbehorende budget worden overgeheveld naar het Fonds Podiumkunsten, zodat daar kennis en expertise ontstaat om groter te produceren en het FPK mee kan helpen de schouwburg te vernieuwen met spannend en sprankelend aanbod.
  • De staatssecretaris creëert een stevig, landelijk netwerk van kwaliteitspodia voor het risicovolle aanbod. Schouwburgen en vlakke vloer podia, gefinancierd vanuit de gemeenten, hebben steeds sterker de neiging risicovol aanbod te vermijden. De staatssecretaris creëert met extra budget een nieuwe functie in de BIS waar podia op kunnen intekenen en garandeert zo een betere afname van het Rijks- en Fonds-gesubsidieerde aanbod.
  • De staatssecretaris start een oorlog tegen de administratieve overhead. Meer subsidie-euro’s moeten naar steengoede voorstellingen gaan, in plaats van naar administratieve rompslomp. Een taskforce krijgt de opdracht om zo veel mogelijk schotten weg te strepen en een einde te maken aan de té gedetailleerde verantwoordingseisen.
  • De staatssecretaris laat nu eens écht onderzoeken: waarom hebben we in deze sector zoveel zzp’ers? Willen die echt niet in dienst? Is het in het huidige systeem ook niet logisch om niet in dienst te gaan? We weten hier echt te weinig vanaf om ‘even’ beleid op te maken – hoognodig is het wel!
  • De staatssecretaris neemt één keer per maand een collega-staatssecretaris of -minister mee naar een voorstelling, concert of tentoonstelling. Waarna ze steevast napraten met de makers en spelers over wat ze zojuist hebben gezien, gevoeld, beleefd. We staan te popelen ze te ontvangen!

Eric de Vroedt, artistiek directeur van Het Nationale Theater


Beste staatssecretaris van Cultuur,
Welkom. U heeft een mooie en grote verantwoordelijkheid op uw bord liggen.
De cultuursector in Nederland hapt naar adem.
Door corona natuurlijk, zoals ook veel andere sectoren.
Maar ook door de ogenschijnlijk onverschillige en gelaten wind die onze sector nu al heel lang uit Den Haag voelt waaien. Dat het verstandig is om ’s buiten ons vakgebied te gaan kijken naar andere beroepen, waar ‘het’ wel werkt. Dat we niet moeten zeuren, maar tevreden moeten zijn met wat we hebben.
Zullen we voor de grap dergelijke opmerkingen ’s op andere sectoren leggen? Liever niet.
Liever hopen we intens op een nieuwe, bevlogen start. De sector heeft het na alle jaren (ook verbale) afbraak hard nodig. Een aantal punten die wat mij betreft zeer van belang zijn om deze afbraak tegen te gaan zijn:

1. Allereerst hoop ik dat ik er vanuit mag gaan dat u weet dat mijn vak (Acteur) een ambacht is. Evenals uw vak en dat van de bakker om de hoek. In mijn geval begon het met een droom. En die droom bleef zo hardnekkig aanwezig, dat ik alles op alles heb gezet om een goeie opleiding te vinden. Dat werd de Toneelschool in Amsterdam. Daar heb ik vier jaar gestudeerd, waarna ik (liefst dag en nacht) hard ben gaan werken om het vak onder de knie te krijgen. En mede daardoor mocht ik steeds mooiere rollen spelen. Een vak dus. Geen hobby. En dat brengt mij op het volgende punt.

2. Kijkt u naar het lastige parket waar nu afstuderende en net-afgestudeerde kunstenaars terechtkomen. In een leeg landschap. In mijn beroep (acteur) werkt het zo: na het behalen van een diploma begint de opleiding pas echt. Uren maken voor de camera en op het toneel. Kijken naar collegae. Eigenlijk zoals bij het rijbewijs: als het felbegeerde roze papiertje gehaald is, begint het autorijden pas echt; schakelen, kijken, sturen, praten en dat dan allemaal tegelijkertijd.
Daar is tijd voor nodig. Tijd en geld. Die tijd is er nu niet. Het geld vaak evenmin. Daarmee wordt deze hele generatie weggegooid.
Beste staatssecretaris, ik vraag u om te bedenken hoe deze jonge kunstenaars van de toekomst er bij kunnen blijven. Bij hun leerproces, hun vak, hun levensinvulling.
Ik stel een adoptie voor: geef alle Bis-gezelschappen de financiële mogelijkheid een aantal afgestudeerde acteurs in dienst te nemen. Ze kunnen dan meespelen met het ensemble, en krijgen de ruimte om uit te vinden wat en hoe ze kunnen bijdragen aan hun vak.

3. Waarschijnlijk gaat u tegenkomen dat er in onze sector heel veel beroepen zijn met soms misschien nét iets andere belangen. Mijn voorstel: Laat u informeren door de Creatieve Coalitie. In de Creatieve Coalitie zijn 45 belangenorganisaties verenigd. Allemaal werknemers in onze sector. Van acteurs, regisseurs, dansers, musici, theatertechnici, cameramannen -en vrouwen tot gidsen in musea, fotografen, journalisten, beeldend kunstenaars en circusartiesten. Sinds de coronacrisis is de Coalitie noodgedwongen zeer actief. Al deze werknemers maken de kunsten in Nederland tot wat het nu is. In ieder geval was. Want het zijn met name deze werkenden in de publieksgerichte sectoren (waarvan 70% zelfstandig is) die al twintig maanden lang de grootste klappen opvangen en als het zo doorgaat zullen veel van deze mensen zich genoodzaakt zien om ander werk te zoeken. Hoor deze mensen aan. En gebruik daarvoor deze bundeling van krachten.

4. Tenslotte vraag ik u om te denken aan het belang van inclusiviteit in onze sector. Representatie. Onze samenleving geniet van theater, film en tv. Het is van belang dat iedereen die in onze rijke en diverse samenleving leeft zich gerepresenteerd voelt. Zodat iedereen kan dromen over een toekomst vol mogelijkheden.
Het is daarbij belangrijk om ook achter de schermen en bovenaan de ketens meer inclusiviteit na te streven. Er zijn initiatieven om gedegen onderzoek te doen naar de positie in onze sector van vrouwen en mensen van kleur. Deze onderzoeken ontbreken in Nederland. Wij lopen daarin achter op andere Europese landen. Als deze onderzoeken gestimuleerd en bekostigd worden, kunnen we daadwerkelijk zien hoe we er in dat opzicht voorstaan.

Hartelijk dank voor uw aandacht.
Ik wens u wijsheid en betovering toe.

Malou Gorter, acteur en bestuurslid van ACT Acteursbelangenvereniging en De Creatieve Coalitie


Allereerst wens ik u veel wijsheid, lef, grinta en mazzel toe. Het is nodig, want: met mij gaat het goed, met ons gaat het slecht.
Nederland heeft ernstige nood aan onderling vertrouwen en een cultuur-van-delen.
Twee acties zouden daarbij kunnen helpen:

  1. Ontplooi een landelijk cultuurprogramma. Een sector-overstijgende missie, met een gemeenschappelijk narratief. Jaag samenwerking tussen verschillende sectoren (sport, cultuur, bedrijfsleven, zorg, technologie) aan. Het zal een beweging starten waarin sociale relaties tussen mensen en subgroepen worden versterkt. Het laat ons oefenen in democratische vermogens als luisteren, interesse hebben in anderen en dialoog voeren met respect voor meningsverschillen. Zie het als een paleis voor volksvlijt. Niet in steen gehouwen, maar een vrolijke uitbraak van dynamische interacties en culturele projecten.
  2. Tegelijkertijd kunt u de culturele infrastructuur herijken. Waarom zou u niet beleidsmatig toewerken naar een hernieuwde integratie van cultuur, sport en volksgezondheid? Kunst en cultuur maken en beleven, is gezond. Dat is voldoende legitimatie om er flink in te investeren. Om tot een duurzame herijking te komen, heeft u meer tijd en bottom-up werkwijze nodig. Dus, stel de huidige kunstenplanperiode uit, maak er een 6-jarige cyclus van. Zet vervolgens het ontwerpproces van boven af uit, maar laat het van onderaf bedacht worden. Zet burgerraden in om de legitimatie van kunst en cultuur in woorden en ideeën uit te drukken. Meer tijd en sociale interactie leiden tot meer diepte en duurzaamheid in kunst- en cultuurproducties.

Ik weet het. Het klinkt simpel. Op papier.
Toch, een van mijn toneelvaders zei het goed: mooi idee, nou nog doen.
Bon. Mocht u een meedenker nodig hebben, u weet me te vinden.
Succes!

Caspar Nieuwenhuis, directeur HKU Theater


  • Maak de huidige machtsstructuren binnen het kunst- en cultuurveld bespreekbaar. Het is nu te veel een taboe. Laat het culturele veld zelf met plannen komen om diversiteit meer over alle lagen van het veld te spreiden, en een open gesprek te voeren over samen meer plek creëren. Plaatsmaken betekent namelijk niet: weglopen. Het betekent: vertrouwen, delen, durven.
  • Investeer in internationale uitwisseling. De grote thema’s en uitdagingen van deze tijd (uitsluiting, klimaat, economische ongelijkheid) overstijgen de landsgrenzen. Navelstaren is het laatste dat we nu nodig hebben. Ontmoeting, inspiratie opdoen en concrete solidariteit wijzen de weg uit de crisis. Denk bij internationale uitwisseling niet alleen aan producten (kunstwerken, voorstellingen), maar juist ook aan processen (uitwisseling tussen mensen en kennis). Op de lange termijn hebben we daar meer aan. Act local, think global.
  •  Investeer in programmeringsbudget voor theaters in alle regio’s, moedig samenwerking tussen lokale en landelijk opererende (podium)kunstenaars aan.
  • Dereguleer. Ga in gesprek met de landelijke fondsen en vraag hen hun regelgeving te herijken. Kloppen de kaders nog wel met de huidige ontwikkelingen in kunstvormen en thema’s? Er zijn veel nieuwe potentiële deelnemers en toeschouwers, alleen passen zij vaak nog niet in de hokjes die we voor onszelf hebben bedacht.

Farnoosh Farnia & Tobias Kokkelmans, directie Amsterdam Fringe Festival & Nederlands Theater Festival


  • Neem rekenschap van het hele veld en ga ook met het hele veld in gesprek, van dramaturg tot mid-career regisseur, van net afgestudeerde danser tot talent-ontwikkelaar, van broedplaats tot technicus en van HiphopHuis tot Nationaal Ballet. Vorm een compleet beeld en neem daar gedegen de tijd voor.
  • Zorg voor een overkoepelende visie op de keten van talentontwikkeling, van net afgestudeerde danser of acteur, tot aan de top van de keten in de BIS-gezelschappen. Spreek je uit over een sector die een gedeelde verantwoordelijkheid heeft om elkaar te voeden, kennis te delen en samen te groeien.
    Ter aanvulling: zie de Staat van de dans die ik in 2019 uitsprak.
  • Verleng de kunstenplanperiode voor zowel BIS- als Fondsinstellingen met een periode van twee jaar, zoals eerder door de Raad voor Cultuur werd aanbevolen. Op deze manier is er voldoende tijd voor de secretaris en het veld om gezamenlijk een nieuw beleid en subsidiesythematiek vorm te geven, hopelijk een duurzaam en toekomstbestendig systeem. Ook geeft dit instellingen rust om hun, door Covid, zeer beïnvloedde plannen, uit te voeren en geeft het hen de ruimte om artistiek een nieuwe stap te omschrijven en om te zetten in ambities voor 2026 – 2030.
  • Parallel hieraan is het volgende noodzakelijk. Ontwerp een tweejarige overbruggingsregeling om instellingen die als nieuwe spelers willen intreden in zowel de BIS- als de Fonds-regelingen, hier gedegen aanloop in te laten nemen. We willen de doorstroom en doorbloeding van het veld niet op achterstand zetten met een kunstenplanverlenging.

Jasper van Luijk, choreograaf/artistiek leider van SHIFFT


  • Duidelijkheid scheppen op korte termijn in relatie tot corona, maar ook een lange termijn visie daarop.
  • Sowieso een langetermijnvisie over de weerbaarheid van de sector en de duurzaamheid van relaties binnen de sector.
  • Imago van kunst en het belang daarvan verbeteren. Dat begint bij hoe er in de politiek over gesproken wordt. De letterlijke woorden en benamingen die eraan gegeven wordt. En het begint bij kunsteducatie. Daar moet meer geld heen! Cultuurbeoefening in de breedste zin aanmoedigen.
  • Bestaanszekerheid voor iedereen die in de kunsten werkt. Meer vaste contracten. Meer transparantie van de instellingen. Meer empathie en solidariteit.
  • Meer zichtbaar voorstellingsbezoek / repetitiebezoek / werkbezoek. Echte verdieping in de realiteit en praktijk van de werkenden.

Rosa Asbreuk, de Theatertroep, de Spelersfederatie, Platform Aanvang!, l’eau pour l’art en Theatercafé de Richel


  • Wees betrouwbaar en betrokken als burger, beleidsmaker en -bepaler.
  • Waardeer de werkelijke waarde van wat wij maken: maak het mooie en het medemenselijke mogelijk en meet minder met kwantitatieve en kapitalistische maatstaven.
  • Wees waakzaam voor de wensen die vóór de wereld wankelde al aanwezig waren: eerlijke betaling, ruimte voor experiment en ontwikkelkansen voor álle lagen in de sector, inclusief de lagen die nu nog buiten beeld blijven.
  • Activeer anderen als een ambitieuze ambassadeur van de kunsten en verdedig uw visie vurig en volhardend. Durf te duiken in het diepe en daag anderen uit dit ook te doen.

Janneke Defesche, zakelijk directeur bij Festival Cement


  • Zorg voor de zzp’ers. De mensen met de minste zekerheid en de meest lullige contracten. Wiens spaargeld inmiddels op is en die nu ook weer voorstelling na voorstelling uit hun agenda kunnen strepen. En, niet spelen betekent vaak: niet betaald krijgen (zie lullige contracten).
  • Check de eisen van #Nietmijnschuld, u hopelijk al welbekend. Als u iets concreets wilt doen voor mijn generatie theaterwerkers, compenseer alle studenten dan het geld dat ze verloren hebben door te studeren onder het leenstelsel. Beginnen met werken na je studie is al spannend, in tijden van corona al helemaal, dan nog een studieschuld van 40.000 euro erbovenop… nouja, u begrijpt het wel.

Hanneke van der Paardt, acteur en medewerker ENT – Ensemble Nieuwe Theaterwerkers


  • Bezoek repetities, spreek het veld – leer ons direct kennen en hoe we werken.
  • Meer geld direct naar freelancers en kunstenaars – ondersteun diversiteit van stemmen.
  • Meer geld voor experiment en onderzoek, kleinschalig en groot – ondersteun diversiteit in manieren van denken en werken.

Andrea Božić, choreograaf TILT


Een serieus pakket aan steunmaatregelen voor door de coronacrisis getroffen zzp’ers in de cultuursector. Tot nu toe worden schrijvers bijvoorbeeld gevraagd om, als ze kans willen maken op steunmaatregelen, een nieuw plan te pitchen bij de Auteursbond. Uit 114 inzendingen worden er 17 gehonoreerd. Of je wordt verzocht om (gratis) een Klokhuisscène te schrijven, in de hoop dat je bij die happy few zit die er wel voor betaald worden. ‘De plek is blijkbaar geliefd’, zegt de dramaredacteur van Het Klokhuis in de Volkskrant. Niet: ‘de nood is blijkbaar hoog’.
Niks ten nadele van de goede bedoelingen van de Auteursbond of Het Klokhuis: noodsteun moet nooit een wedstrijd zijn. Of je recht hebt op steun zou niet afhankelijk moeten zijn van de vraag of je de tone of voice van Het Klokhuis een beetje onder de knie hebt.

Daan Windhorst, scenarist, toneelschrijver en satiricus


  • Verlenging van de subsidieperiode 20 – 24 met minimaal 2 jaar. Niemand is nog aan zijn plannen toegekomen en moet al bijna weer een nieuwe aanvraag doen. Denk ook na of de periode van vier jaar niet te kort is. Een structurele wijziging van subsidierondes 4 naar 6 jaar lijkt ons noodzakelijk.
    Goed dat er nu structureel meer geld bijkomt. Hulde daarvoor.
  • Het verschil tussen de subsidies die gaan naar de randstad en de regio zijn te groot. Dit verschil ondermijnt de steun voor de subsidies voor cultuur. En is ook eigenlijk niet uit te leggen.
  • En ja, een eerlijke boterham voor iedereen die werkzaam is in de cultuur. Ook de zzp’er.
  • Wij zijn 1 sector. Behandel ons ook zo. BIS, meerjarig gesubsidieerden, projectgesubsidieerden, vrije producenten samen zijn wij deze sector. Stem regelgeving op elkaar af.
  • Corona heeft een grote impact. Maar heeft ook nieuwe artistieke dynamiek en vrijheid opgeleverd. Behoud dit en keer niet terug naar afrekensystemen en prestatiedwang. Het in te veel regeltjes gevatte wantrouwen van de overheid over al dan niet welbestede subsidiegelden is vaak fnuikend voor de artistieke prestaties.

Albert Lubbers en Jos Van Hulst, artistieke en zakelijke leiding Theatergroep Suburbia


  • Aanvaard dat corona de volgende jaren er nog zal zijn en bedenk met zijn allen voorspellende maatregelen die ingezet kunnen worden bij stijgende cijfers.
    Innovatieve, kwetsbare kunst staat op het punt te verdwijnen. Er is een bottleneck aan voorstellingen en vooral de publieksvriendelijke voorstellingen worden gekozen.
  • Investeer om het kunstenveld als potentiële werkplek op het netvlies van opleiding tot productieleider, marketeer, technicus te krijgen.
  • Red de zzp’ers in de kunstensector, ze staan op het punt om te verdwijnen en niet door natuurlijke selectie.
  • Ruim baan voor alternatieve presentatievormen inclusief financiële mat/ondergrond/borging.
  • Herzie systeem van prestatieafspraken, m.a.w. vertrouw de sector en de mensen die het doen, i.p.v. op basis van druk vanuit de overheden waardoor de mentale en fysieke balans zoek raakt aan de kant van de uitvoering.
  • Herrijk het programmeringsseizoen. Als de r in de maand komt stijgen de cijfers, zoveel weten we ondertussen. Dat betekent dat we wellicht om moeten denken en juist de lente, zomer en herfst moeten gebruiken om te programmeren in het theater i.p.v. in de winter.

Sophie Lambo, zakelijk directeur Het Zuidelijk Toneel


Ik denk dat ik de staatssecretaris met name zou willen meegeven dat hij/zij/hen voor de kunst moet staan en dat het onlosmakelijk verbonden is aan ons mens-zijn. Kunst is een eerste levensbehoefte en onderscheidt ons van andere dieren. Het is niet een economisch of maatschappelijk vehikel, met kunst duid je de wereld om je heen, je maakt van niets iets en zonder kunst is de wereld leeg en kaal. De nieuwe staatssecretaris zou het intrinsieke belang van kunst moeten voorstaan – zowel voor de makers ervan als de bezoekers. In kunst onderzoeken we wat het betekent om mens te zijn en hoe we de wereld zien. Dat zou de nieuwe  staatssecretaris te vuur en te zwaard moeten verdedigen ten alle tijden. Zoals Churchill zei toen er tijdens WO II gesuggereerd werd om op de kunsten te bezuinigen: ‘Then what are we fighting for?’ Als de staatssecretaris daarvan doordrongen is en voor gaat staan, dan komt de rest wel, denk en hoop ik!

Eve Hopkins, artistiek directeur De Nieuwe Oost, straks Theater Bellevue


Laat de nieuwe staatssecretaris zich hard maken om het kunstenbudget te verhogen naar één procent van de Rijksbegroting. Niet alleen een terechte wens vanuit de kunstenwereld, maar ook een (veel te late) erkenning van de betekenis van de cultuur in ons cultuurmoeras. Daarmee zijn meerdere noodzakelijke ingrepen mogelijk: ander subsidiestelsel, duidelijkere richtlijnen vanuit de overheid ten aanzien van de weinig overgebleven toneelgezelschappen om bij alle vernieuwingen niet uit het oog te verliezen dat binnenkort een nieuwe generatie die al in hun schooltijd nooit hoorde over Sophokles of Shakespeare, ook nooit in hun leven een onversneden Hamlet te zien zal krijgen. Schoolvoorstellingen van klassieken terug op de agenda, om jeugd een alternatieve abstractere manier van kijken, beleven, aan te bieden. En tegelijkertijd toneelspelers in de gelegenheid te stellen zich te bekwamen in nu totaal vergeten speelstijlen. Op het ministerie betrokkener ambtenaren met groter kennis van zaken als adviseurs van de minister.

Hans Croiset, acteur


Ik heb maar één wens, en dat is dat het ‘nieuwe’ kabinet eindelijk eens veelvuldig hardop met liefde en respect over de waarde en het grote belang van kunst en cultuur gaat praten.

Nico Baars, directeur WestlandTheater De Naald


  • Repareer de arbeidsmarkt in de culturele sector. We zijn in negatieve zin voorloper geweest qua arbeidsmarktontwikkelingen (zie o.a. SER Verkenning van tijdje terug); inmiddels is het een breed maatschappelijk probleem dat speelt in vele sectoren. Laten we opnieuw voorloper zijn, maar dan in het oplossen van die problemen. Schuw daarbij onorthodoxe maatregelen niet.
  • Wie de C ook in de portefeuille krijgt: laat het een minister of staatssecretaris voor Kunst, Cultuur & Erfgoed zijn. Wat de nieuwe minister of staatssecretaris daarbij zo snel mogelijk voor elkaar moet hebben is een heldere eigen werkdefinitie van respectievelijk kunst, cultuur & erfgoed. Alledrie zijn belangrijk, alledrie zijn ook zeer verschillend. De eigen werkdefinitie vooraf helder expliciet maken en zowel intern als extern communiceren is m.i. dé sleutel tot het succesvol kunnen aansturen van de beleidsambtenaren en een vruchtbaar dialoog voeren met het veld. Er is nu te vaak een babylonische spraakverwarring die voor slecht beleid en veel wederzijds onbegrip zorgt.

Rutger Gernandt, zakelijk directeur De Warme Winkel


  • Op korte termijn meer geld voor innovatie en vernieuwing van de sector. Dat daar grote behoefte aan is, blijkt wel uit de enorme overvraging van de open call voor de innovatielabs. We moeten zoeken naar duurzame veranderingen binnen onze sector, daar is tijd, geld en experiment voor nodig.
  • Extra middelen voor de komende jaren om tijd te hebben de publieksaantallen weer te kunnen laten groeien na de noodstops van de afgelopen jaren.
  • Extra middelen en maatregelen om fair pay ook daadwerkelijk mogelijk te maken.

Tineke Maas, directeur De Goudse Schouwburg


De komende jaren zullen mensen u willen overtuigen van de verbindende kracht van de kunst, zij zullen praten over het tegengaan van polarisatie en sociale vervreemding.
Zij zullen onze creaties voorstellen als een maatschappelijk wondermiddel. “Wijken leven erdoor op”, zeggen ze met vuur in hun stem, “urgente thema’s komen op de agenda”. Deze mensen jagen ons, kunstenaars, aan ons beter voor te doen dan we zijn. Zij zorgen ervoor dat we onze subsidieaanvragen larderen met gemeenplaatsen en simplificaties, dat we onze knollen voor citroenen gaan verkopen. In dat klimaat gaat de dubbelzinnigheid om zeep.
Anderen zullen volharden in hun argwaan richting de kunsten. Ze zullen u suggereren dat ondersteuning moet worden afgezet tegen de hoeveelheid bezoekers en de loftrompet van publiek en pers. Kunst moet vooral iets opleveren, het liefst in de portemonnee, desnoods een gevoel van trots. Deze mensen jagen ons, kunstenaars, aan te pronken met bezoekerscijfers en succesjes. Degenen onder ons die zich ruimschoots hebben bewezen zijn verzekerd van een klap geld, maar zichzelf radicaal te vernieuwen durven ze in dat klimaat niet meer. Veel van uw adviseurs zullen over van alles praten, behálve over kunst, omdat ze het vocabulaire, het lef en de fantasie daartoe missen. Omdat ze kun vingers niet willen branden aan wat ongewis is praten ze over wat ze weten of kunnen meten.  Mijn wens: kom langs en kom met regelmaat.

Dries Verhoeven, theatermaker en beeldend kunstenaar


A. Eerst visie dan beleid. (geen cherry-pickking vooraf en reperaties achteraf)
B. Laat niet iedereen door dezelfde hoepel springen. Vergroot het onderscheidend vermogen en de diversiteit in de sector:

  1. Erken dat kunstenaars en cultuurmakers geen betere versies zijn van de ‘mens’, maar worden geleverd in allerlei soorten, maten, opvattingen en smaken.
  2. Zorg actief dat kunst een representatieve afspiegeling wordt van de grootstedelijke samenleving vanuit een intrinsieke waarde en niet als afvinkexercitie bij aanvragen en verantwoordingen.
  3. Laat niet iedereen door hetzelfde hoepeltje springen. Verbouw de etalage aan eenheidsworsten tot een dynamisch pallet van kunst- en cultuutaanbod. Niet iedereen hoeft en kan aan alles voldoen. Het moet in de integrale afweging kloppen.
  4. Geef de inclusieve kunst een volwaardige plek in het bestel. Het zijn de artistieke producties die gezamenlijk worden gemaakt door mensen met én zonder een beperking.
  5. Verruim de blik tot het totale aanbod en investeer in dat wat toevoegt, beschermt of laat schuren. Erken dat het aanbod op de podia ook wordt gemaakt door vrije producenten. Neem dat besef mee in beleidsontwikkeling.

C. Maak een nieuw bestel:

  1. dat zorgt voor zekerheid, dynamiek, doorstroming. (Leer van corona)
  2. gebruik passende termijnen:
10 jaar voor instituten van nationaal belang die feitelijk een vaste waarde zijn (Rijksmuseum etc.)
6 jaar voor BIS-gezelschappen
4 jaar voor fonds-gezelschappen
dynamische en korte looptijden voor projectaanvragen bij Fonds Podiumkunsten
  1. laat voor meerjarige aanvragen intekenen op een functie of taakstelling in de domeinen:
a. artistieke ontwikkeling
b. publieksbereik
c. vitaal houden van cultureel erfgoed
en reken daar prestaties op. (dus bezoekcijfers en eigen inkomsten alleen daar waar dat relevant is)
  1. Breek met de seizoencyclus. Geef gezelschappen, podia en fondsen financiële ruimte en taakstelling om gedurende het hele jaar doorlopend en dynamisch te presenteren en te programmeren.
D. Stop het financiële getouwtrek:
  1. praat niet over subsidies, maar over investeringen
  2. fixeer het budget en strijdt voor 1% van de rijksbegroting
  3. zorg dat plannen op alle niveaus op financiële waarde worden gehonoreerd. Kunst vraagt nu eenmaal om een investering. Liever minder op werkelijke waarde geschat dan velen met een beetje geld.
  4. Maak zzp-ers onderdeel van het financieringsmodel. Het aanbod drijft niet alleen op instellingen.

E. Doe het niet alleen. (Ga naar openingen, prijsuitreikingen, premières en neem collega-ministers mee.)

Christiaan Mooij, regisseur, artistiek adviseur en artistiek coördinator Theater de Meervaart

Foto: Joost van den Broek/ANP