Het Europese theater is niet vrij, stelt theatermaker en filosoof Thomas Lamers. ‘De stilte van de grote instellingen in Nederland is verontrustend.’

Laat me beginnen met een positieve noot: in Centraal- en Oost-Europa wordt de maatschappelijke impact en het politieke potentieel van theater stevig onderkend. Waar in Nederland theatermakers en beleidsmakers graag ritueel om elkaar heen dansen op de frequenties van het buzzword du jour, terwijl zij zich beiden in paperassen uitputten om hun intuïties over wat de kunst vermag te staven met klinkende voorbeelden en statistische onderzoeken, weten de machthebbers in Polen en Hongarije beter. Wie wil dat zijn wereldbeschouwing niet uitgedaagd wordt, sluit de theaters en scholen of laat er stromannen de dienst uitmaken.

Vorige week werd in Polen een afzettingsprocedure gestart tegen artistiek leider Krzysztof Głuchowski van het Juliusz Słowacki Theater, een imposant opera- en theaterhuis in Krakau. Głuchowski wordt er zogenaamd van verdacht fouten te hebben gemaakt in openbare aanbestedingen. Maar de ware, nauwelijks verholen aanleiding is een kritische enscenering van regisseur Maja Kleczewska van het Poolse ‘nationale toneelstuk’: Dziady (vrij vertaald: ‘Voorouderverering’). Voor wat meer achtergrond: The Europeans Podcast besteedt in hun aflevering Let them entertain us van deze week (vanaf minuut 12 ongeveer) aandacht aan waarom het toneelstuk zich zo goed leent voor politieke interpretaties.

Tweeënhalf jaar geleden zette de rechts-nationalistische Hongaarse premier Viktor Orbán de toneel- en filmschool SzFE in Budapest onder toezicht van een aan zijn partij Fidesz gelieerde stichting. Het beleid van de nieuwe toezichthouders, gericht op het opleiden van vaderlandslievende, family positive en katholiek-conservatieve theatermakers, leidde ertoe dat de docenten de school verlieten, soms na een decennialange staat van dienst. Het grootste deel van de studenten stapte na een maandenlange bezetting van het schoolgebouw over op een nieuw initiatief, geboren uit de protestbeweging: #FreeSzFE.

Helaas zijn dit geen incidenten of uitwassen. Het zijn welbewuste stapjes in een steeds gedetailleerder uitgewerkt playbook van illiberale politici die, verhuld als democraten, steeds vaker en steeds beter strategisch uitgerust meedingen naar de macht in Europa. Er worden directies ontslagen. Er worden scholen gesloten, verjaagd of overgenomen. Subsidies worden gekoppeld aan conservatieve inhoudelijke voorwaarden. Er zijn zwarte lijsten van gezelschappen, makers en festivals die geen aanspraak meer kunnen maken op overheidssubsidie, omdat zij te kritisch of te internationaal georiënteerd zijn. Amnesty waarschuwde al twee jaar geleden voor een nieuw ingestelde cultuurraad in Hongarije. Cultuur wordt gecanceld.

Naast dat de regering bij de meeste theaterinstellingen de poppetjes vervangt door hun vrienden, wordt vaak ook de organisatievorm zelf gewijzigd, om het zo moeilijker of onmogelijk te maken voor een volgende regering om deze stappen weer ongedaan te maken. De nieuwe stichting achter SzFE is daarvan een voorbeeld: onder het mom van een privatisering wordt de school duurzaam onder een privaatrechtelijk bestuur van Fidesz-aanhangers geplaatst, in plaats van onder een ministerie of publiek lichaam. De onafhankelijkheid van het theaterlandschap wordt daarmee definitief ontwricht. Orbán en zijn partij hebben hiermee maximale invloed, met minimale controle op de belangrijkste toneelschool van het land, zelfs al zou hij de aanstaande verkiezingen in april zou verliezen.

Natuurlijk gaat dit rechtspopulistische playbook, waarvan de best practices internationaal volop enthousiast uitgewisseld worden, verder dan alleen het theater en kunst: vrije journalistiek en (geestes-)wetenschap liggen al evenzeer aan banden. Maar ook ‘niet-traditionele’ gezinnen, ‘niet-Europese’ inwoners, vluchtelingen, lhbtq+’ers en Roma wordt het leven moeilijk of onmogelijk gemaakt door extreem discriminerende maatregelen.

Zowel Polen als Hongarije grenst aan Oekraïne. Het valt te bezien of de verschrikkelijke Russische inval daar, wellicht een pro-Europese wending veroorzaakt bij Fidesz en PiS. Maar feit blijft dat de rechts-nationalistische regeringen zich op een glijdende schaal begeven richting autocratie, en op die schaal loopt Hongarije volgens Freedom House, de Amerikaanse democratie-, vrijheids- en mensenrechtenmonitor zo’n tien jaar achter op Rusland. Over Poetins regering werd toen gesproken als een hybride regime, een democratie met autocratische trekjes. In dezelfde bewoordingen laten zij zich nu uit over Hongarije. Ook in Rusland is het theater een kanarie in de kolenmijn.

Katalin Novák, de voormalige minister van familiezaken en nu de aanstaande president van Hongarije, zegt ronduit dat vrouwen niet zouden moeten willen werken. En als pasgetrouwde stellen op voorhand een contract tekenen dat zij minstens drie Hongaarse kinderen ter wereld zullen brengen, krijgen ze van de bank een lagere hypotheekrente. Elke week druppelen er dit soort nieuwe wetten door het parlement. Deze familiewaarden moet het theater uitdragen, op straffe van sancties.

De opgeschroefde druk leidt ertoe dat theatermakers en kunstenaars beginnen uit te wijken naar steden als Wenen en Berlijn: er is sprake van een art drain. En wie kan het ze kwalijk nemen, als ze daar meer zuurstof en meer erkenning voor hun kunstenaarschap vinden? Het resultaat is alleen wel, dat in hun landen van herkomst de progressieve stemmen nu al steeds zachter klinken. En laat dat nu precies zijn waar de regeringspartijen met hun intimiderende maatregelen op inzetten: verstommende kritiek.

In Nederland hebben de kunsten, ondanks de moeilijkheden van de afgelopen twee jaar, nog volop een platform om hun meest kritische, idealistische of visionaire wereldbeelden uit te dragen. Maar ik mis ons koor van verontwaardiging; onze blijken van solidariteit. Toen SzFE in Budapest overgenomen werd door de partij, ging #FreeSzFE, buiten Nederland althans, viral. Scholen, gezelschappen en kunstenaars over de hele wereld schreven de hashtag op hun hand en plaatsten selfies. Zo ook de nu zo door ons om zijn engagement bewonderde Édouard Louis.

Verschillende opleidingen door heel Europa boden 150 studenten van FreeSzFE aan dat zij hun studiepunten zouden overnemen, zodat zij (eventueel op afstand) hun opleiding konden afmaken in samenwerking met de ontslagen docenten, en zo alsnog een Europees geaccrediteerd diploma konden behalen. De getoonde solidariteit leek een vanzelfsprekendheid, net zoals wanneer we nu een Oekraïense vlag posten. Maar in Nederland heb ik (buiten een enkele Hongaars-Nederlandse theatermaker) weinig weerklank gevonden van dit sentiment.

Mijn voorbeelden komen vooral uit Hongarije en Polen. Maar ook in Zwitserland, Slovenië, Slowakije en Tsjechië zijn er regeringen die inspiratie putten uit Budapest en Warschau. In onder meer Nederland, België, Frankrijk, Duitsland, Italië en Spanje zijn er politieke partijen die wachten op een moment om hun slag te slaan. In het Verenigd Koninkrijk bezwijkt de BBC onder steeds zwaardere politieke druk. Op de rand van Europa zijn het Poetin en Erdogan; aan de andere kant van de Atlantische oceaan is het Bolsonaro en was het Trump. We kunnen ons simpelweg niet veroorloven om stilletjes onze zegeningen te tellen. Niet alleen vanwege mogelijke toekomstscenario’s hier in Nederland, maar eerst en vooral vanwege onze medemenselijkheid in het nu. Als linkse en progressieve mensen zich niet roeren, dan wordt het Europese project als vanzelf gekaapt door hen die beter bij de les zijn. Dat zien we al met neoliberale opportunisten, maar het kan nog erger.

Ik roep de artistiek leiders van opleidingen, gezelschappen en festivals en alle andere theaterprofessionals op om praktische gebaren van solidariteit vorm te geven, met instellingen in barre theaterlanden. Dat kan heel eenvoudig, online of offline: via wederzijdse uitwisselingen, residenties, workshops, programmering of studiereizen. Festivals: help festivals. Scholen: help scholen. Vakbladen: help vakbladen. Gezelschappen: help gezelschappen. Theaters: help theaters. Je kunt veilig bij je eigen leest blijven, én bijdragen aan een gezonder Europa tegelijkertijd. Zonder ook maar eens in het vliegtuig te hoeven stappen, overigens. Elke daad van verbinding, hoe klein ook, geeft een impuls aan de vrije kunsten die vechten voor hun bestaan.

Theater is de kunstvorm van de ontmoeting. Tijdens een aantal, heel bescheiden klussen met Collectief Walden in Hongarije (in samenwerking met het festival PLACCC, dat vermoedelijk op zo’n zwarte lijst staat) vroeg ik daar aan gelijkgestemde collega’s van zo’n 25, 30 jaar oud: waarom blijf je hier? Waarom ben je eigenlijk niet al weg? En hun antwoord was telkens: dit soort projecten maken het voor mij de moeite waard om hier te blijven en mijn land niet in de steek te laten, mee te blijven bouwen aan de toekomst, tegen de stroom in.  Dit geldt voor makers, maar ook voor de festivalorganisatie zelf. Zonder hun relatie met gezelschappen als het onze zouden dit soort festivals überhaupt niet meer bestaan. Het belangrijkste publiek dat Collectief Walden daar bereikte, met een kleine reissubsidie en wat Europees geld, waren de twee dozijn ontwerpers, producenten, spelers, studenten, bouwers en andere makers waarmee we onze projecten realiseerden. Daar lag onze ware impact, om met een duidelijk buzzword te spreken.

foto SZÉLCSENDÉLET (2021), remake van WINDSTILLEVEN (2016) van Collectief Walden: PLACCC Fesztivál