De theatrale route Tegen het vergeten, opgevoerd door vier jong getalenteerde acteurs, leidt haar bezoekers langs verschillende locaties van vergeten verhalen. Aansluitend aan de Nationale Holocaust Herdenking vertrekt het gezelschap op een tocht van een half uur. Vertrekpunt is het Wertheim Plantsoen nabij het Spiegelmonument. Afscheid van elkaar nemen we bij het Nationaal Holocaust Namenmonument.

‘Wil jij ook een gevulde koek?’ Uit een grote weekendtas wordt rijkelijk uitgedeeld. Het gezamenlijk openrijten van de knisperende verpakkingen zorgt voor een prettig saamhorigheidsgevoel. Al snel knoopt eenieder het gesprek aan met ‘de ander’ over herinnering, verlies, en dat wat blijft.

Regisseur Femke Heskes opent de wandeling samen met haar spelers (Teuntje van Zomeren, Lis Basselier, Titus Theunissen, Olivia Smissaert) die niet alleen het acteerwerk voor hun rekening nemen, maar ook zelf de teksten hebben geschreven. Naast verschillende scènes waarmee ze teruggaan in de tijd, reflecteren ze middels korte intermezzo’s op elkaar en het theater als kunstvorm.

Het viertal liet zich inspireren door het Nationaal Holocaust Namenmonument op de Weesperstraat: het hart van de Jodenbuurt. Kort na aanvang stelt een van de acteurs zich de vraag of het geoorloofd is je uit te spreken over deze precaire thematiek, gezien ze zelf niet Joods zijn. Want mag je alleen een verhaal vertellen wanneer je je ermee kunt identificeren? Nee, vinden de spelers. Jezelf in het verhaal van een ander verplaatsen: dat kan. Het wij/zij denken, bestempelen ze als passé. Voor deze jonge spelers geen hokjes. Zij pleiten liever voor een meer fluïde-aanpak.

Al snel leidt het verhaal naar de Hollandse Schouwburg. De plek op de Plantage Middenlaan, waar alle 102.000 namen van zij die omkwamen tijdens de Holocaust zijn neergeschreven. De plaats waar honderden personen met de naam Cohen ‘in hetzelfde laatje’ werden ondergebracht, terwijl deze mensen allemaal over hun eigen unieke verhaal beschikken.

Het Namenmonument vertelt de verhalen van de Nederlandse Joden, Roma en Sinti wel. In tegenstelling tot de Schouwburg worden hier ook de voornamen genoemd. Beziet men het monument van bovenaf, dan bestaat het uit muren in de vorm van vier Hebreeuwse letters, die samen het woord ‘in herinnering’ weergeven.

Op het pleintje voor de Hortus vertellen de acteurs het eerste verhaal over slager en kunstschilder David Sealtiel. Hij werkte geregeld vanuit zijn souterrain aan het Waterlooplein. Hier maakte hij spiegels, schilderijtjes en beschilderde lampenkappen. Titus Theunissen kruipt dromerig dan weer angstig in de rol van Sealtiel, die zijn zorgen uit over alleen achterblijven. Zijn vrouw is ziek en overlijdt in 1940. Kort daarna treedt hij in het tweede huwelijk met Marianne van Raap en vertrekt naar Nijmegen. Aldaar wordt hij in 1942 afgevoerd met zijn vrouw en zes kinderen. Via Westerbork worden ze naar Auschwitz gedeporteerd en vermoord.

Er volgen andere scènes. Verderop is dat het verhaal van de negenjarige Harold en Paul Duizend. Het publiek wordt uitgenodigd zich het Olympiaplein in te beelden. Hoe de trams rinkelend voorbij denderden, de drukte, het geschreeuw. Het viertal vertelt over 20 juni 1943. Hoe Duitse soldaten een razzia uitvoerden waarbij 5542 Joden werden opgepakt. Achter het glas van tram 24 zaten de broers Duizend. Ze zwaaiden naar een klasgenootje, niet wetend waarheen de tocht hen zou leiden. Actrices Lis Basselier en Olivia Smissaert verplaatsen zich overtuigend in de tweeling. De scène ontroert. Niet alleen mij (de recensent), vermoedelijk ook de andere bezoekers, waaronder Hedy d’Ancona die vlak naast mij staat en rustig, haar ogen gesloten, naar de anekdote luistert.

Andere hoogtepunten worden voorgedragen op het Jonas Daniël Meijerplein en vertellen het verhaal van een jong meisje met een hoofddoek dat uit het raam van een trein kijkt. Onder het standbeeld van De Dokwerker (Herinnering aan de Februaristaking, 1941) draagt actrice Teuntje van Zomeren de tekst ‘In mijn huid brandt een Z’ voor. ‘De Z van zorgen, zelfhaat, zelden herkend. De Z van zonder huis.’ Of even verderop het verhaal van de twintigjarige Betje, werkzaam in de gaarkeuken van het kamp waar ze naartoe is afgevoerd.

Tegen het Vergeten is een belangrijke route langs vergeten verhalen die dankzij vier piepjonge acteurs aan het licht worden gebracht. De tocht werd georganiseerd door Theater Na de Dam in het kader van Theatre of Remembrance: een internationale theatermanifestatie waarbij jongeren uit heel Europa hun geschiedenis naar een breder (jong) publiek brengen, met als doel de verdwijning van erfgoed te voorkomen.

De halfuur durende wandeling wordt afgesloten onderaan de trap van het Namenmonument en geeft stof mee tot nadenken. ‘Vergeten’, besluit het viertal, ‘verplaatst zich soms van voren in je hoofd naar achteren. Het heeft er niets mee te maken of iets minder belangrijk wordt, of niet.’

Foto: Guido Bosua