Op 17 februari 2020 overleed op 61-jarige leeftijd theaterdocent Steven Schenk. Bijna dertig jaar was hij theoriedocent aan de Amsterdamse Toneelschool en Kleinkunstacademie. Daarnaast was hij mentor, lid van het beleidsteam van de Academie voor Theater en Dans en jarenlang actief lid van de examencommissie van de theaterschool. Bij zijn uitvaart sprak oud-leerling Jurrian van Dongen de volgende tekst.

Vorige week maandag, toen we hoorden van je overlijden, was er op de Theaterschool ruimte om samen te komen. Het was druk in het solfègelokaal. Verdrietig gefluister. Iedereen was ontdaan. Leerlingen en oud-leerlingen schreven herinneringen in een dik schrift en op een bord.
Tot mijn grote geluk zag ik citaten die ik kende uit de jaren dat ik zelf les van je kreeg. De vertrouwde Steven Schenk-zinnen:
“Ga daar eens op door”
“Trek dat eens breder”
“Hier raak je een kern”

Begin jaren negentig, toen je vakoriëntatie ging geven op de toenmalige Kleinkunstacademie, werkte je ook in de bibliotheek van het Theaterinstituut. Die schatkamer van kennis deelde je met ons. Smakelijk vertellend. Met twinkelende ogen van bevlogenheid. Video-opnames van voorstellingen. Oud cabaret op cassettebandjes.

Mijn klas en ik hadden onze bedenkingen bij het genre musical. Maar jij liet ons Stephen Sondheim zien, en een nieuwe wereld opende zich. Ineens wist waar ik bij wilde horen, waar ik naar wilde reiken. ‘Soms is een gevoel zo groot, dan schiet praten tekort, dan moet je het zingen’ legde je uit.

Dit is de kern van wie je was, als docent en als mens: op een liefdevolle manier werelden ontsluiten en verbinden. Waarschijnlijk wist je duizend keer meer dan wij, maar je handelde vanuit gelijkwaardigheid en verwondering. Ons gepieker en getob, plaatste je op een persoonlijke tijdlijn of in een grotere traditie. Bladzijden matig dagboekproza heb je doorgespit om ons te helpen onze smaak en fascinaties te herkennen.

Je vroeg naar onze defining moments; door welke voorstelling, filmscène, welke song, welk optreden werden we diep geraakt en wisten we: dit wil ik ook? Al die losse punten verbond je met elkaar.

De defining moments, ons mogelijke talent en onze voorzichtige pogingen op papier of op een podium, gaf je een plek in een sterrenstelsel met de grote namen die ons zouden kunnen inspireren. Een universum waar we zomaar een onderdeel van bleken te zijn.

Bernstein en Sondheim. Woody Allen, Coppola, Fellini. Schmidt en Bannink. Brecht en Weil. Pina Bausch. Het Werktheater en Carver. De grote Amerikaanse showdiva’s. De Franse chansonniers. Joods amusement van voor de oorlog. Berlijn in het interbellum. Maar ook poëzie en beeldende kunst.

Zo hielp je iedere zoekende student bouwen aan een referentiekader op maat. Je leerde ons echt kijken en echt luisteren, omdat je zelf echt luisterde en keek. Geklungel in een schoollokaal gaf je een context, en daardoor kreeg het betekenis en zin.

Je observeerde. Vertelde wat je zag, en wat dat bij je opriep.
Altijd vanuit nieuwsgierigheid. Nooit vanuit een oordeel of iets vooringenomens. Nooit heb je iemand weggezet. Nooit heb je iemand afgeschreven. Hooguit was er soms een vilein grapje.

Ruim een maand geleden bezochten oud-studente Judith Schrijver en ik je in het ziekenhuis. Je was een beetje high van pijnstillers die ze je toedienden. ‘Ik heb nooit iets gehad met drugs’ zei je. Maar dit was toch best aangenaam. En kinderlijk baldadig hield je het in plastic verpakte plakje kaas van je lunch tegen het licht van het ziekenhuisraam om te laten zien hoe zuinig dun het gesneden was.

Op het kastje naast je bed lag een boek van Couperus en een bundel korte verhalen met de titel Dear Life. Kalm sprak je over doodgaan. En dat je zo opgelucht was dat je een behandelend arts trof met humor.

En even daarna gaf je ons alweer levensadvies. Tegen Judith zei je: ‘Moet jij niet iets hulpverlenends gaan doen? Iets waar je wijsheid en mensenkennis van pas komen. Welzijnswerk. Of het pastoraat. Of vrouwelijke rabbi.
Ik heb over je nagedacht,’ zei je.

Lieve Steven, het is van onschatbare waarde als iemand zegt: ik heb over je nagedacht.
Wat een gave om aan te kunnen sporen met “Ga daar eens op door”, in een wereld waarin je vaker hoort: “Hou daar eens mee op”
Wat een gave om te kunnen zeggen: “Trek dat eens breder” als de tijdgeest is: “Denk maar wat beperkter”.
Wat een geschenk als iemand met enthousiaste, overslaande stem en een doortastende wijsvinger roept: “Hier raak je een kern”, terwijl we zelf net dachten ‘Ik doe maar wat, ik ben de weg volledig kwijt en het komt nooit meer goed’.

Van een student begreep ik dat je het jammer vond dat theater minder maatschappelijke relevantie leek te hebben, dan toen je begon met lesgeven.
We beloven je dat we er alles aan zullen doen wat in onze mogelijkheden ligt om dat tij te keren. Iedereen hier aanwezig draagt een op maat gemaakt stukje van jouw schatkamer, je bibliotheek, de kennis en waarden die je met ons deelde.
En die zullen wij op onze beurt delen.
Omdat we zeker weten dat theater, kunst, schoonheid een leven op kunnen tillen en onherroepelijk veranderen.
Hoe we dat zo zeker weten? Omdat jij het aan ons hebt laten zien, Steven.

beeld Academie voor Theater en dans