Theaterdirecteur en journalist Reg ten Zijthoff is afgelopen vrijdag in zijn woonplaats Dongen overleden. Hij was de bedenker en eerste directeur van het Chassé Theater in Breda.

Ten Zijthoff beschouwde zichzelf primair als een journalist ‘wiens passie voor theater, film en literatuur hem nieuwe vergezichten liet zien’, zoals hij optekende in een zelfgeschreven overlijdensbericht. Tijdens en na zijn studie Nederlands en Theaterwetenschap schrijft Ten Zijthoff voor verschillende studentenbladen, gevolgd door onder meer het Utrechts Nieuwsblad, de Gemeenschappelijke Pers Dienst, Nieuwsblad van het Noorden en Brabant Pers.

Eind 1981 benadert de Bredase cultuurwethouder Ruud Sandberg hem met de vraag of hij belangstelling heeft om in Breda directeur te worden van de toenmalige Stadsschouwburg Concordia aan het Van Coothplein, met als speciale opdracht de realisatie van een nieuw theater dat bij voorkeur alle functies van theater, muziek en film zou integreren. Na enkele dagen onderzoek en lange gesprekken met het theaterpersoneel accepteert hij de uitdaging, die uiteindelijk in 1995 zal leiden tot de opening van het Chassé Theater.

Bij Concordia ontvangt hij in 1985 van de Vereniging Dansdocentenoverleg Noord-Brabant grote waardering voor zijn programmeringsbeleid. Ze overhandigen hem de eerste Dansprijs Brabant, omdat hij het theater openstelt voor veel jonge dansers en dansgroepen die hierdoor de nodige toneelervaring op kunnen doen. Bovendien organiseert hij jaarlijks twee dansfestivals.

Bij de bouw van het nieuwe theater stoot hij vooral op weerstand. Plannen worden geplaagd en vertraagd door onder meer een economische crisis, bezwaren van omwonenden, kostenstijgingen en botsingen met het stadsbestuur. Het levert het gebouw vóór de opening al tal van bijnamen op, van ‘het theater van de gevallen wethouders’ tot ‘het theater van even geduld a.u.b.’ Ten Zijthoff knokt onvermoeibaar door. ‘Ik merk dat ik de confrontatie opzoek, dat ik pas begin te leven als ik verzet tegenkom’, vertelt hij vlak voor de opening aan dagblad Trouw. ‘Ik kom niet voor niks uit een familie van stakingsleiders.’

Het Chassé Theater opent uiteindelijk in 1995 met de musical Suske en Wiske. Met drie zalen en een filmhuis is het een van de grootste theaters van Nederland. Ten Zijthoff profileert het als het ‘Carré van het Zuiden’, met in de programmering veel musicals, revues en cabaretseries, maar ook met een gevarieerder aanbod dan in het theater aan de Amstel.

Tussen Ten Zijthoff en het stadsbestuur komt het niet meer goed. Na onder meer een tegenvallende exploitatie en een mislukte horeca-deal met congreshal Het Turfschip wordt hij door de gemeenteraad op een zijspoor gezet als ‘artistiek adviseur’ van de stad. De theaterdirecteur hoort het nieuws tijdens een vakantie in Thüringen. ‘Het was een trauma’ vertelt hij jaren later aan Breda vandaag. ‘Dat waar je van houdt, ben je ineens kwijt. Mijn leven draait om drie pijlers: theater, film en literatuur. Ik deed niets liever dan werken in het theater. De omgang met artiesten, het programmeren, ik was eraan verslaafd.’