Rosa da Silva is winnaar geworden van de Amsterdams Kleinkunst Festival Sonneveldprijs 2019. In een afgeladen De Kleine Komedie was zij de twee andere finalisten, Bart Melief en Meester Alex, ruim de baas. Behalve de Juryprijs nam zij ook de Publieksprijs mee naar huis, en kon zij tevens de 2500 euro van het Ramses Shaffy Fonds voor jonge kunstenaars op haar rekening bijschrijven. Deze Shaffy Cheque werd dit jaar voor het eerst aangeboden, en dient te worden besteed aan het eerste avondvullende programma van de winnaar.

Het lijkt alsof Rosa da Silva de langere versie van haar festivalprogramma al rond heeft, en als het niet zo is, dan heeft ze zeker een stevig fundament. Zij moet in ieder geval de prachtig spelende multi-instrumentalist Remko Wind nooit meer loslaten.
In haar half uurtje vertelt ze over haar deelname aan de Mini Playbackshow, die zij in 1995 heeft gewonnen. Als klein ukkie deed ze daar veel liever aan mee dan te voldoen aan de wens van haar moeder om bij elk familiefeestje een fado te zingen. Alleen omdat haar vader Portugees is, betekende dat nog niet voor Rosa dat ze ook die intens dramatische liederen te pas en te onpas voor elk familiepubliek hoefde te zingen.

In haar programma geeft ze haar moeder na zoveel jaar toch haar zin. Maar zij stopt geen vertrek, melancholie, hartenpijn en andere fado-ingrediënten in de nummers. Op een sterke manier laat ze de smartelijke Portugese muziek botsen met een nuchtere Nederlandstalige tekst. Bijvoorbeeld over de woonplaats van haar jeugd, Klazienaveen. De typering van het dorp in Drenthe – een rotonde en dan weer een rotonde – was een mooie variant op ‘een stoplicht springt op rood, een stoplicht springt op groen’ van Hermans Finkers’ samenvatting van Almelo.

Da Silva is geen groentje op het podium. Na haar studie aan de Amsterdamse Toneelschool en Kleinkunstacademie speelde ze de hoofdrol in de voorstelling Anne van Leon de Winter en Jessica Durlacher, en was ze de helft van De Tweeling bij Stage Entertainment. Verder speelde ze rollen in Rent en Het Pauperparadijs. De overstap van muziektheater naar kleinkunst lijkt een goede keuze. Hier is ze helemaal de baas van het podium.

De jury, onder leiding van pianist/componist Tom Dicke en verder met onder anderen Joost Nuissl (voormalig directeur De Kleine Komedie) en Yassine Boussaid (directeur De Meervaart), zag drie voorstellingen die allemaal een coming of age beeld schetsten van de makers.

Bart Melief schoof van jeugdig activist die demonstreerde tegen oorlog en chloortreinen via een cynische westerse consument naar destructiefilosoof die ervan overtuigd is dat de mens de aarde eerst moet vernietigen om daarna weer fris te kunnen beginnen. Melief maakte in zijn programma Het uur U handig gebruik van geluid- en videomateriaal. Vooral zijn knap in elkaar gezette stukje waaruit bleek dat we liever naar een niezende panda kijken dan luisteren naar de interessante theorieën van Hannah Arendt was indrukwekkend.

Maar zijn totale verhaal kwam toch wat warrig en onsamenhangend over, met geforceerde harde grappen die niet echt aankwamen. Zijn parodie op Zeg me dat het niet zo is van Frank Boeijen, waarin Melief de ‘tofuheksen’ van de vervangende vleesindustrie op de hak neemt begon buitengewoon grappig (‘Zeg me dat het schnitzel is’), maar, zoals de jury ook opmerkte, verder dan die openingsgrap kwam het dan helaas niet.

Meester Alex lijkt nog steeds zoekende wie hij nu eindelijk wil worden: de danser die zijn klasgenoten op de middelbare school in hem zagen, of ‘het vriendje van..’, of de rapper die ‘Matthijs van Nieuwkerk’ kan laten rijmen op ‘matgrijs plamuurwerk.’ Zijn gevarieerdere act vertoonde met grote regelmaat dips, maar hij kwam wel met de meest briljante manier om het uit te maken met je vriendin: plak haar foto op een willekeurige boom langs een drukke weg en leg er bloemen bij.

Uiteindelijk had de jury, ondanks de obligate woorden over het hoge niveau van de avond, een makkie. Heel soepeltjes schakelde Rosa da Silva tussen verschillende personages. We zien haar moeder, een bekakte expat in Amsterdam die zo moe wordt van die draaiorgelmuziek, de buurvrouw die zo blij is dat ze ook eens in Portugal is geweest en een medisch specialist. En daarnaast heeft Da Silva een wonderschone stem. De jury zag in haar ‘een veelzijdig talent dat van het podium afspat.’

Dominique Engers, een moderne versie van de klassieke sneldichter Willy Alfredo, sloot de drie optredens af met een geweldige samenvatting van de avond in dichtvorm. Haar flitsende kwartiertje was een mooie oplossing voor de gebruikelijke gastoptredens op cabaretfestivals die na de pauze de jury de gelegenheid geven om tot een oordeel te komen, maar die zo’n finaleavond meestal gruwelijk lang maken. Engers had een vrolijk kritische noot voor alle deelnemers en de catsuit van presentatrice Nina de la Croix. Misschien wel de leukste zinnen van de avond kwamen uit de mond van Engers, toen ze aangaf niet zo gecharmeerd te zijn van het ‘wandelend schuldgevoel’ Bart Melief:

The Addams Family, waar ik gisteren naar heb gekeken,

was de Sound of Music bij Bart Melief vergeleken

In het najaar van 2019 – van september t/m december – gaan de drie finalisten op tournee door het hele land.

Foto: Jaap Reedijk