Remy Evers heeft gisterenavond in het Oude Luxor Theater in Rotterdam de juryprijs van Cameretten gewonnen. Tobi Kooiman won de publieksprijs. De persoonlijkheidsprijs, die vorig jaar niet werd uitgereikt, ging naar Samir Fighil, die in de halve finale is gestrand, maar volgens de jury bijzonder genoeg is om alsnog met een prijs te belonen.

Drie mannelijke finalisten streden tijdens de 54ste editie van Cameretten om de prijzen. Het zijn stuk voor stuk aaibare jongens die een persoonlijk verhaal vertellen. Een Fries, een Limburger en een wiskundige, die zich afvragen of geboren worden wel zo speciaal is, hoe ze hun vader tevreden kunnen stellen, en of ze het ooit aan zullen durven zelf aan kinderen te beginnen. Zoals de laatste jaren steeds vaker op festivalfinales, voeren persoonlijke ontboezemingen de boventoon en is er weinig maatschappelijk engagement te bekennen.

Tobi Kooiman, de eerste finalist, is wiskundige. Een schutterige, slungelige jongen met een houterige motoriek, die wat tobberig voor zich uit mompelt. Hij weet nog steeds niet of hij kinderen wil, want je zult maar een vader hebben met een hoofd dat werkt zoals het zijne. Hoe dat hoofd werkt maakt hij een halfuur lang aanstekelijk inzichtelijk met beeldende verhalen en rake grappen. Wiskundigen zitten anders in het café dan u en ik. Op de vraag ‘Wil iedereen nog wat drinken?’ volgt geen simpel ja of nee, maar een wiskundige benadering van het vraagstuk. Wiskundigen zijn te rationeel om vrouwen te versieren. En ze presteren het om een lied in een de ene toonsoort te spelen en in de andere te zingen, zoals Kooiman demonstreert in een hilarische uitvoering van ‘Hallelujah‘.

Remy Evers, de tweede finalist, is een soepele acteur met een goed gevoel voor timing. Hij danst en springt in het rond, gebruikt muziekfragmenten als underscore voor filmische scènes, en bouwt uit een grote doos vol rekwisieten tijdens zijn halfuur een compleet decor op het podium. Hij komt uit Limburg en het is zijn grote droom om ooit Prins Carnaval te worden. Net al zijn vader, wiens as hij in een verfblik met zich meedraagt. Daar waar zijn voorganger zijn uiterste best deed ons de weg uit te leggen in zijn hoofd, vliegt Evers vrijelijk associërend alle kanten op. Zijn voorstelling is beeldend, absurdistisch en energiek en komt zeer goed tot zijn recht in een grote zaal als het Oude Luxor Theater.

Henk Overdijk, de derde finalist, opent zijn halfuur verkleed als de zaadcel waar hij zelf uit ontsproten is. Zoals in een Woody Allen-film van weleer verschijnt hij in een witte overall met hoody, bevrucht een eicel en wordt geboren. In een Fries gezin met een slappe vader en een dominante moeder waar hij nogal vaak naar zijn kamer wordt gestuurd. Hij voelt zich een vijf en een half, net niks, een minuut gratis winkelen in de Action, wijn uit een pak. Hij heeft VMBO gedaan, en heet ook nog eens Henk. ‘Stel dat dit het is?’ zingt hij in zijn slotlied, een verrassende apotheose van zijn halfuur, waarin hij de ruzies met zijn ouders soms wat al te breed uitmeet.

Het flitsende gastoptreden van René van Meurs tijdens het juryberaad laat zien hoe professioneel en prettig iemand zeven jaar na het winnen van een finale op het podium staat. Dan spreekt de jury (bestaande uit: Rob van Wijk, Marieke van Dam, Lucien Kembel, Rinske Wels en Funda Müjde) die Remy Evers tot festivalwinnaar uitroept. De persoonlijkheidsprijs is voor Samir Fighil, die in de halve finale is gestrand, maar volgens de jury bijzonder genoeg om alsnog met een prijs te belonen. De publieksprijs gaat naar Tobi Kooiman. Die bedankt in zijn slotwoord iedereen die een kaartje heeft gekocht en daarmee heeft gezorgd dat hij en zijn medefinalisten als onbekende cabaretiers een week lang in het Luxor konden spelen. Het is hem en zijn medewinnaars gegund dat ze dezelfde kilometers kunnen maken als René van Meurs en andere illustere voorgangers.

Foto: Jaap Reedijk